Bijdrage Eppo Bruins aan het notaoverleg Onderwijs en corona

woensdag 29 april 2020

Bijdrage Eppo Bruins aan een notaoverleg met minister van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

Kamerstuknr. 25295

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ook van mij veel waardering voor de leraren en schoolleiders, die de afgelopen weken zo'n megaprestatie hebben neergezet en in no time onderwijs op afstand hebben geregeld. Ook dank aan de ministers en hun medewerkers dat ze zo veel werk hebben verzet in onwerkelijke omstandigheden.

Mijn fractie steunt het besluit om de basisscholen 11 mei weer te openen, omdat de ontmoeting tussen leraren en leerlingen gewoon heel belangrijk is in de waardegemeenschappen die scholen zijn. Goed dat scholen ook de ruimte krijgen om keuzes te maken en dat de sector dit nu ook voortvarend oppakt. Daarbij is het voor de ChristenUnie wel belangrijk dat de medezeggenschap op scholen er goed bij betrokken wordt. In de protocollen die nu worden opgesteld, is daar volgens mij nog te weinig aandacht voor. Graag een reactie. Is het door het onderwijs opgestelde protocol nu overal bekend? Hoe vindt de afstemming tussen de scholen en de buitenschoolse opvang plaats?

Een ander punt is het testen van het onderwijspersoneel, maar daar hebben andere collega's al over gepraat, onder anderen Rog en Kwint.

We horen schrijnende verhalen van kinderen in kwetsbare posities. Ook dat is al genoemd, door collega's Rog en Van den Hul. Daarbij heb ik een vraag over de rol van de gemeenten. Die hebben een achterstandenbeleid, maar tegelijkertijd zien we dat gemeenten in deze tijd al heel zwaar belast zijn. Hoe pakken gemeenten deze taak erbij?

Voorzitter. De afgelopen tijd werd duidelijk dat lang niet alle leerlingen de beschikking hadden over een geschikte computer en internetverbinding en dat ook de faciliteiten van scholen soms te wensen overlieten. Voor onderwijs op afstand is dat natuurlijk wel een essentiële voorwaarde. Dat doet mij terugdenken aan de fameuze motie-Dik-Faber/Slob uit 2015, waarin de regering wordt verzocht om ervoor te zorgen dat er op alle scholen in alle regio's snel internet beschikbaar is. Ik neem aan dat de minister deze motie nog haarscherp voor ogen heeft. Deze motie is heel actueel geworden. Wat is het beeld van de minister ten aanzien van snel internet op alle scholen? Ik vraag hem of er aanvullende investeringen of acties nodig zijn.

Dan het mbo. Ik maak me grote zorgen over de leerbanen en de beroepspraktijkvorming voor mbo'ers. Nu bedrijven stapje voor stapje weer op gang komen, verwacht je ook dat de leer-werkplekken weer beschikbaar komen. Hoe snel kan dat en hoe kunnen we mbo-studenten leiden naar opleidingen die zo goed mogelijk aansluiten op de behoefte van de toekomstige arbeidsmarkt? Hoe zorgen we ervoor dat er geen tekorten dreigen waar juist nieuwe instroom nodig is, zoals in de techniek en de bouw?

Een ander punt dat ik wil aansnijden betreft de inburgeraars op het mbo. Dat zijn ook kwetsbare mbo-leerlingen. Die inburgeringsactiviteiten moeten zij financieren door een lening bij DUO aan te vragen. Dat lijkt me echt te kwetsbaar. Nu kunnen de mensen die inburgeringsactiviteiten organiseren, wanneer dat in een afzonderlijke rechtspersoon gebeurt, gebruikmaken van de concernbepaling van minister Koolmees. Maar wat nou als de inburgeringsactiviteiten in dezelfde stichting plaatsvinden als die waar het roc inzit, dus in dezelfde rechtspersoon? Dan is daar nog steeds een probleem. Kan er dan een overbruggingskrediet voor de mbo-scholen worden geregeld? Op welke manier zorgen we ervoor dat inburgeraars zelf niet de dupe worden?

Kent de minister de signalen dat de aanmeldingen op mbo-scholen achterblijven? Het lijkt erop dat een deel van de vmbo-leerlingen zich niet aanmeldt. Herkent de minister dat en zo ja, wat betekent dit voor de formatie?

Tot slot het hoger onderwijs. Er zijn al veel zorgen geuit over de studenten wier bijbaan is weggevallen. Hoe kijkt de minister daarnaar? hoe gaat de compensatieregeling eruit zien die ze aankondigde? Ik vraag ook aandacht voor de promovendi en de postdocs, wier opstellingen in experimentele en technische studies stilliggen, omdat de laboratoria gesloten zijn. Zeker als hun contract is gebaseerd op externe financiering ligt daar echt een probleem. Gaat de minister in gesprek met financiers, zoals NWO, om te zien hoe dit kan worden opgevangen?

Dank u wel, voorzitter.

Meer informatie

« Terug