Volgens de minister is „niet bepaald" dat ambtenaren die zijn aangesteld na de instelling van het zogeheten homohuwelijk „nooit een beroep kunnen doen op gewetensbezwaren."

Het antwoord van Plasterk, mede namens premier Balkenende en minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken, is een opsteker voor de ChristenUnie. De partij heeft zich binnen de regeringscoalitie steeds sterk gemaakt voor de positie van gewetensbezwaarde trouwambtenaren, maar zag de steun voor de gemaakte afspraken hierover in het regeerakkoord steeds verder afbrokkelen.

Regeerakkoord
In het regeerakkoord dat CDA, PvdA en ChristenUnie vorig jaar met elkaar sloten, staat dat gewetensbezwaarde ambtenaren geen homohuwelijk hoeven te sluiten als in een gemeente de sluiting van een dergelijk huwelijk wel mogelijk blijft. Voor ambtenaren met principiële bezwaren tegen het homohuwelijk zouden zo nodig beschermende maatregelen komen.

De PvdA fractie benadrukte al vrij snel dat deze beschermende passage alleen bestemd was voor de ambtenaren die voor de instelling van het homohuwelijk in 2001 zijn benoemd. Volgens minister Plasterk is dat dus een onjuiste inperking. Ook de ChristenUnie heeft zich steeds verzet tegen insnoering van de gemaakte afspraken. Overigens staat het gemeenten wel vrij om te besluiten geen ambtenaren met gewetensbezwaren aan te nemen. Het personeelbeleid behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten.

Interview
D66 Kamerlid Van der Ham had zijn vragen gesteld aan Plasterk naar aanleiding van een interview met de bewindsman in de Gaykrant. De minister stelde daarin ambtenaren die na de instelling van het homohuwelijk zijn benoemd, aan de wet moeten voldoen. In de antwoorden nuanceert Plasterk dus zijn uitspraken.

De minister schrijft verder dat een ambtenaar die een homohuwelijk sluit maar geen toespraak houdt, niet kan worden beschuldigd van plichtsverzuim. De huwelijksceremonie is geen onderdeel van de wettelijke plicht voor de ambtenaar. Plasterk voegt eraan toe dat dit probleem zich in de praktijk niet zal voordoen, omdat aanstaande echtparen altijd van tevoren overleggen met de trouwambtenaar over de gewenste ceremonie.

(Bron: Reformatorisch Dagblad, 28 februari 2008)