Bijdrage debat over kindermishandeling

donderdag 24 april 2008

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het rapport van Defence for Children geeft een schrikbarend beeld van de incidenten in de Nederlandse jeugdinstellingen. Incidenten waarbij kinderen te maken krijgen met agressie van zowel leeftijdsgenoten als leidinggevenden, met langdurige opsluiting en zelfs seksueel misbruik. Sommigen worden drie weken opgesloten in hun kamer. Het is schokkend en verbijsterend om te lezen dat dit in Nederland kan gebeuren. Uiteraard is het onaanvaardbaar. Gelukkig is er al opgetreden tegen de jeugdinstellingen waar dit soort incidenten voorkwamen door bijvoorbeeld medewerkers strafrechtelijk te vervolgen. Maar dat is achteraf. Hoe gaan wij nu de incidenten voorkomen? Maatregelen tegen jongeren moeten proportioneel zijn. Dit gebeurt volgens de Inspectie jeugdzorg niet voldoende gestructureerd. De minister voor Jeugd en Gezin heeft bij brief toegezegd de waarborging van de rechtspositie van jeugdigen in de gesloten jeugdzorg nadrukkelijk te onderzoeken voor 1 september 2008. Het is belangrijk dat de maatregelen tegen de jongeren binnen de grenzen van de verantwoorde zorg gebeuren. Daarom moet vastgelegd worden hoe ver een begeleider mag gaan en in welke situatie. Het is daarnaast van het grootste belang dat er openheid van zaken is. De Inspectie jeugdzorg meldt dat incidenten lang niet altijd geregistreerd en nabesproken worden. Bovendien moeten jongeren in de JJI's rechtstreeks bij een vertrouwenspersoon of klachtencommissie terechtkunnen en ook daadwerkelijk serieus genomen worden. Gebeurt dit en is de vertrouwenspersoon onafhankelijk? Zijn begeleiders dus ook voldoende in staat om de signalen van psychiatrische stoornissen te herkennen en ook tijdig te herkennen? Wij hebben in de rapporten gelezen dat er vijf suïcides in vijf jaar in de Nederlandse instellingen hebben plaatsgevonden.

De belangrijkste aanbeveling in het rapport van de Inspectie jeugdzorg aan de minister voor Jeugd en Gezin luidt: geef sturing aan de ontwikkeling van concrete normen voor de toepassing van de vrijheidsbeperkende maatregelen. De Inspectie jeugdzorg zal voor 1 september het toetsingskader vaststellen en daarna gebruiken. Kan de minister zeggen wat zijn sturing zal inhouden? De minister zegt dat hij de ontwikkelingen van het toetsingskader nauwgezet zal volgen en dat hij, indien daartoe aanleiding is, hieraan sturing geven. Wanneer zal hiertoe aanleiding zijn en moet de minister gewoon niet zijn sturing geven aan dit proces? Laat je adviseren door de professionals maar hak zelf de knopen door, zo adviseer ik de minister. Wat wordt nu het tijdspad waarbinnen de gesloten jeugdzorg de adviezen van de Inspectie jeugdzorg moet uitvoeren? Ik verneem graag concrete data. Mag ik aannemen dat binnen het toetsingskader ook de verlofregeling voor de gesloten jeugdzorg wordt opgenomen, zoals door de Inspectie jeugdzorg wordt voorgesteld?

Wij hebben recent een schriftelijke ronde gehad over Glen Mills. Wij komen over dit onderwerp nog wel te spreken maar ik vraag de minister om in het kader van geweldpleging in Nederlandse instellingen al iets te zeggen over deze instelling. De minister is van plan om van deze open instelling een gesloten instelling te maken. Hierdoor zal een deel van de jongeren buiten de doelgroep gaan vallen, tenzij er met twee regimes wordt gewerkt. Vindt de minister dat wenselijk en wordt Glen Mills dan opgesplitst? Waar in een open instelling helemaal geen fysieke dwang mag worden toegepast, rijst de vraag welke middelen de medewerkers ter beschikking staan als een jongere wel agressief wordt.

Bron: ongecorrigeerd verslag

« Terug