Waarom de minister van Onderwijs een onderwijsportefeuille koos

vrijdag 26 februari 2010 10:01

Hoe Den Haag z'n eigen werkelijkheid schept. Kamerlid Ed Anker legt uit waarom de portefeuille die minister Rouvoet op OCW gekozen heeft, van overweldigende logica getuigt - en waarom die logica zo moeilijk doordringt in een omgeving waar er binnen 24 bedachtzame uren ongeremd op los gespind en gelogen wordt.

Spinnen kunnen hard lopen. Dinsdag om 15:22 hoorde ik dat het kabinet Balkenende IV demissionair verder zou gaan en dat er dus geen nieuwe bewindslieden benoemd konden worden. Rond de persconferentie van premier Balkenende, die om 16:00 begon, kregen we bericht dat minister Rouvoet naast Jeugd en Gezin ook Onderwijs ging doen. Goed een uur later, om 17:08, kwam het eerste telefoontje van een journalist (Frits Wester) die vroeg of het klopte dat Rouvoet de hele portefeuille van Plasterk, behalve homozaken zou overnemen. Het enige juiste antwoord op dat moment was: de werkverdeling tussen minister Rouvoet en staatssecretaris Van Bijsterveldt wordt pas woensdag besproken. Wester zelf sprak desondanks ’s avonds bij Pauw & Witteman de ‘verwachting’ uit dat Rouvoet homozaken niet zou gaan doen, om daaraan vervolgens een niet ter zake doende duiding te geven.

Woensdagochtend, uren voordat de werkbespreking op OCW begon, meldden diverse media dat Rouvoet ‘de gehele portefeuille van ex-minister Plasterk’ zou oppakken, ‘met uitzondering van homo-emancipatie’. En diezelfde ochtend liet Plasterk zelf via verschillende radiostations (Dit is de Dag, BNR) weten dat hij zich grote zorgen maakte over de wijze waarop zijn nalatenschap zou worden beheerd nu Rouvoet juist het belangrijkste onderdeel daarvan - homo-emancipatie - zou hebben geweigerd. Pas woensdagmiddag werd bekend wat er werkelijk gebeurde met de vrijgevallen portefeuilles op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het werkterrein van ex-staatssecretaris Dijksma zou geheel overgenomen worden door minister Rouvoet, terwijl de portefeuille van ex-minister Plasterk bijna geheel (dus inclusief emancipatiezaken) naar staatssecretaris Van Bijsterveldt zou gaan. Erg logisch allemaal, want de portefeuille van Dijksma (onder andere kinderopvang en basisonderwijs) heeft veel méér met Jeugd en Gezin te maken dan bijvoorbeeld Media en Cultuur.

Er is dus 24 uur lang gelogen en gespind. Maar dat is helaas geen nieuws, evenmin als het feit dat ik nog geen dagblad of radioprogramma heb gezien dat met de ruiterlijke rectificatie kwam: ‘We hebben ons door een gehypete spin laten beetnemen en u daardoor onzin verkocht’.

Blijft over de vraag waarom Rouvoet geen interesse had in de portefeuille van Plasterk. Voor een deel heeft Plasterk daar zelf antwoord op gegeven: Rouvoet is vice-premier, bewindsman over twee ministeries, en beoogd lijsttrekker van de ChristenUnie; hij zit dus niet al te dik in z’n tijd. Daar staat tegenover dat een demissionair kabinet zich qua beleidsontwikkeling zeer bescheiden hoort op te stellen. Juist een portefeuilleonderdeel als Cultuur bevat echter veel ceremoniële verplichtingen, die niet met beleid te maken hebben maar wel tijd kosten: gala’s, vernissages, boekenbals etcetera. Het is niet Rouvoet zelf maar het zijn media die daarom al langere tijd geleden het begrip ‘ministerie van Feesten en Partijen’ hebben bedacht. Het enige feestje waarvoor Rouvoet de komende maanden tijd heeft, is de ChristenUnie-campagne.

 

Ik heb Plasterk leren kennen als een zeer gedreven minister. Reeds bij de start van zijn ministerschap is echter gesignaleerd dat hij een wel zeer opmerkelijke portefeuille koos. Media, cultuur en emancipatiezaken werden in het verleden door staatssecretarissen gedaan. Niet eerder hebben we een minister van Onderwijs gehad die zó weinig onderwijs in portefeuille had. Alles wat met gewone scholieren te maken had, liet hij aan zijn twee staatssecretarissen over; alleen het hoger en wetenschappelijk onderwijs kregen met de voormalige professor zelf te maken. Het was Plasterks goed recht die keuze te maken. En ik kan me niet herinneren dat de Nederlandse jeugd van 2 tot 18 jaar, van de voorschoolse kinderopvang tot VWO 6, ooit naar het Malieveld is opgetrokken om te klagen dat zij geen echte minister van Onderwijs bij hen op school of op de crèche op bezoek kregen; zij namen genoegen met de dames Dijksma en Van Bijsterveldt en ze hebben daar niet onder geleden. Misschien kan emanciperend Nederland daar een voorbeeld aan nemen en iets minder drama en mediaspektakel maken rond het feit dat de portefeuille Emancipatiezaken de komende tijd door staatssecretaris Van Bijsterveldt wordt beheerd.

De ChristenUnie Tweede Kamerfractie heeft in ieder geval nog altijd een woordvoerder homo-emancipatie. In het najaar sprak ik met de nieuwe voorzitter van COC Nederland, Wouter Neerings; wat wij daarvan schriftelijk terugkregen was dat dit gesprek ‘zeer gewaardeerd werd’. Dat is wederzijds dus het zal niet bij die ene keer blijven.

Ed Anker, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie

woordvoerder OCW, inclusief (homo-)emancipatiezaken


 
Labels
Ed Anker
In de media
Tweede Kamer

« Terug

Reacties op 'Waarom de minister van Onderwijs een onderwijsportefeuille koos'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Nieuwsarchief > 2010 > februari

Geen berichten gevonden