In een recent rapport, van onder meer de Nederlandse Landelijke India Werkgroep,  is te lezen dat meer dan een half miljoen kinderen onder de 18 jaar in India werken in de teelt van zaden, ook voor Nederlandse groentezaadbedrijven als Advanta en Bejo Zaden. Circa 230.000 kinderen zijn nog onder de 14 jaar. De kinderen werken 10 tot 12 uur per dag en worden blootgesteld aan giftige pesticiden. Het rapport benadrukt ook dat driekwart van het werk door vrouwen (meisjes) wordt gedaan en dat in veel deelstaten Dalits (kastelozen) en Adivasis (tribalen) de meerderheid van de werkers zijn.

Van Dalen vraagt de Commissie om in haar politieke dialoog met India, kinderarbeid, uitbuiting en slechte behandeling van Dalits en Adivasis naar voren te brengen. Ook vraagt de Europarlementariër de Commissie onderzoek te doen naar kinderarbeid in de agrarische sector - de sector waarin bijna 70% van alle kinderarbeid wereldwijd wordt verricht - en de relatie met Europese bedrijven, te beginnen met de arbeidsintensieve wereldwijde zaadsector.

Van Dalen vindt dat handelsverdragen een goed drukmiddel kunnen zijn in de strijd tegen kinderarbeid. Hij vraagt de Commissie gebruik te maken van de onderhandelingen voor het EU-India handelsverdrag om te zorgen dat kinderarbeid in India uiteindelijk wordt uitgebannen. Daarbij zou een beleid speciaal gericht op de situatie van specifieke gediscrimineerde groepen, zoals vrouwen (meisjes) en Dalits, nodig zijn, aldus de Europarlementariër.