Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Curriculumherziening po en vo (AO d.d. 20/4)

donderdag 20 april 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins aan een voortgezet algemeen overleg

Onderwerp:   VAO Curriculumherziening po en vo (AO d.d. 20/4)

Kamerstuk:    31 293          

Datum:           20 april 2017

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik constateer dat we het afgelopen jaar de staatssecretaris tot op het bot hebben ondervraagd. Ik concludeer dat het niet gaat om een stelselwijziging. Het gaat om een proces om periodiek de kerndoelen te herijken. Leraren zijn aan zet en er komt een stap-voor-stapproces waarbij een en ander iteratief wordt ontwikkeld en in de praktijk wordt uitgeprobeerd.

De ChristenUnie ziet dit proces als een kans om kerndoelen scherper te formuleren en om in dat proces sterker te sturen op het wát, en veel meer dan nu als overheid weg te blijven van het hóe. Dat wil ik graag vastleggen met twee moties. Die moties lijken misschien wel ondersteuning van beleid en kunnen mogelijk worden overgenomen, maar het is toch belangrijk om die zaken hier als ijkpunten in de tijd vast te pinnen. We hopen daarmee het groeiende vertrouwen in het veld en ook in deze Kamer nog verder te laten toenemen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid vanuit haar stelselverantwoordelijkheid verantwoordelijk is voor het vastleggen van kerndoelen, eindtermen en referentieniveaus, namelijk wat kinderen moeten kennen en kunnen;

constaterende dat de commissie-Dijsselbloem in het rapport Tijd voor Onderwijs heeft geconstateerd dat in de huidige landelijk vastgelegde onderwijsdoelen de verantwoordelijkheden van overheid en scholen door elkaar heen zijn gaan lopen;

overwegende dat in de nu voortgaande curriculumherziening er meer aandacht zal komen voor burgerschap en andere aspecten van het onderwijs die het kennen en kunnen overstijgen en te maken hebben met opvoeding, persoonsvorming en karaktervorming;

roept de regering op om in de curriculumherziening expliciet na te streven dat toekomstige kerndoelen helder maken wat leerlingen moeten kennen en kunnen, en zich daar strikt toe te beperken, zodat scholen meer houvast krijgen in welke kennis en vaardigheden de leerlingen moeten hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Bisschop, Rog en Beertema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 365 (31293).

U hebt nog 20 seconden.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ja, dank u, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid vanuit haar stelselverantwoordelijkheid verantwoordelijk is voor het vastleggen van kerndoelen;

constaterende dat de commissie-Dijsselbloem in het rapport Tijd voor Onderwijs heeft geconstateerd dat de verantwoordelijkheden van overheid en scholen door elkaar heen zijn gaan lopen;

overwegende dat in het eerdere proces rondom de periodieke curriculumherziening er een grotendeels ideologisch gedreven discussie ontstond over leerstijlen et cetera;

roept de regering op om in de curriculumherziening expliciet na te streven dat toekomstige kerndoelen helder maken wat leerlingen moeten kennen en kunnen, en zich daar strikt toe te beperken, en ook in de nadere uitwerking van die kerndoelen in leerlijnen te voorkómen dat leerstijlen, pedagogische visies of leermethoden worden voorgeschreven, in het bijzonder in het rekenonderwijs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Rog, Bisschop en Beertema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 366 (31293).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

 

« Terug