Bijdrage Joël Voordewind aan het AO Raad Buitenlandse Zaken

donderdag 30 maart 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Koenders van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Raad Buitenlandse Zaken

Kamerstuk:    21 501 - 02   

Datum:           30 maart 2017

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ook ik was wel een beetje verbaasd dat Turkije niet op de geannoteerde agenda stond, aangezien er zo veel te bespreken is en het verstandig zou zijn dat de Ministers toch wat meer op een gemeenschappelijke lijn zouden komen te zitten over de vraag hoe nu verder met Turkije en over de vraag hoe nu verder met de preaccessiegelden. Ook al zijn ze opgeschort, de vraag ligt natuurlijk nog steeds voor of we het definitief gaan doen en wat de grondige herbezinning wordt op de relatie met Turkije. Ik zou de Minister toch willen vragen wat zijn ideeën daarover zijn. Dat staat nog los van de vraag of het uiteindelijk op de agenda komt of niet.

Voorzitter, Syrië. Er is een staakt-het-vuren tussen Turkije, Rusland en Assad. Er zijn verder ook voorstellen gedaan door Turkije, Rusland en Iran over een opdeling van Syrië in autonome gebieden. Een van die autonome gebieden zou de federatie van Noord-Syrië zijn. We hebben eerder met de Minister gesproken over die federatie van Noord-Syrië, maar het vreemde is – we zien dat ook bij de onderhandelingen van de VN – dat de federatie van het noorden nog steeds niet aan tafel zit als er wordt gesproken over het soennitische gedeelte, het Assad-gedeelte en het sjiitische gedeelte. Als je over de toekomst nadenkt, weet je dat ook Assad of vertegenwoordigers van hem straks aan tafel zitten. Dat staat los van wat je er precies van vindt; we zijn ook geen vrienden van Assad en we keuren zijn bombardementen af. Vindt de Minister dan niet dat er op aangedrongen moet worden bij de VN-besprekingen dat ook die federatie van Noord-Syrië uiteindelijk aan tafel zou moeten komen te zitten? Het Europees Parlement heeft daar in 2015 al op aangedrongen.

Jemen. Ik hoor zeggen «een restrictief of een restrictiever wapenembargo» en «Nederland maar vooral Europees», maar ik zou toch ook graag van de Minister horen wat hij het meest effectief vindt om tot druk op Saudi-Arabië te komen. Ik denk dat alle mensen achter deze tafel vinden dat de hulptransporten toegang tot Jemen moeten krijgen en dat de bombardementen moeten stoppen. Ik hoor graag eerst de mening van de Minister. Hoe ziet de Minister dit en hoe denkt hij zijn collega’s in Europa mee te krijgen om uiteindelijk misschien wel tot een wapenembargo te komen? Daarna zullen wij als fractie onze mening bepalen over wat echt effectief is.

 Ten slotte de opvang van Syrische vluchtelingen in Turkije. Hoe staat het daar nou mee? Wat zijn de laatste berichten daarover? Hoe gaat Turkije nu om met vluchtelingen? Ik heb begrepen dat ze nog steeds heel moeilijk werkvergunningen kunnen krijgen, dat de helft van de kinderen niet naar school gaat, dat UNHCR nog steeds geen toegang krijgt tot alle opvangkampen en dat UNHCR nog steeds een bijrol heeft in de opvang van vluchtelingen in Turkije. Kan de Minister daar wat over zeggen? Voorzitter, helemaal ten slotte over Libië. De omstandigheden in de detentiecentra kennen we. De Minister is er zelf ook geweest. Hoe realistisch is het nu om tot een Libiëdeal te komen in de wetenschap dat we geen controle hebben over die detentiecentra, die soms door de ene dan weer door de andere regering of een van de tientallen milities worden beheerd? Hoe zouden we UNHCR een veel belangrijkere en leidende rol kunnen laten spelen bij de bescherming van de vluchtelingen daar? Hoe kunnen we de fundamentele mensenrechten van die migranten beter garanderen? Wat kan Nederland daaraan bijdragen? Dank u wel, voorzitter.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug