Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat inzake de regeringsverklaring

woensdag 01 november 2017 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Fractievoorzitter Gert-Jan Segers met minister-president Mark Rutte en diens kabinet aan het plenaire debat over de regeringsverklaring, Kamerstuknr. 34 775

De heer Segers (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Ik heb gisteravond 500 jaar Reformatie gevierd. Ik zat ingeklemd tussen de heer Buma aan de ene kant en de vader van collega Van der Staaij aan de andere kant. Schuin tegenover mij zaten de Koning, twee katholieke bisschoppen en twee rabbijnen. We hebben 500 jaar Reformatie herdacht. Het leek mij een mooi moment om daags daarna aan dit kabinet een katholieke vraag te stellen. Waartoe is dit kabinet op aarde? Voor ons als fractie is de vraag: wat maakt deze politieke onderneming voor de ChristenUniefractie waardevol, ondanks dat we hiermee niet in een klap al onze idealen realiseren? Laat ik maar beginnen met een antwoord waar ik straks mee zal eindigen: naast het werken aan een aantal grote opgaven in dit ambitieuze regeerakkoord, zal dit kabinet er ook moeten zijn voor enkelingen. Dan denk ik aan het Ghanese slachtoffer van mensenhandel dat ik in Leeuwarden ontmoette bij de hulpverleners van Fier Friesland. En aan dat ene gezin dat ik ken, dat diep in de schulden zit. En aan die tienermoeder die hier, bij een rondetafelgesprek, haar verhaal deed en die niet weet waar ze met haar hulpvraag terechtkan. Ook voor hen moet het kabinet er zijn.

Maar laat ik vooral beginnen bij het begin van dit kabinet. We zagen vorige week een mooie bordesscène en een veelbelovende presentatie. Het is een bijna helemaal nieuwe ploeg van nieuwe mensen met veel elan. Toen ik ze de eed of de belofte zag afleggen en ze daar op het bordes zag staan, wist ik dat die wekenlange eenzame opsluiting in de Stadhouderskamer niet helemaal voor niets is geweest.

Maar uiteraard is dit kabinet niet op aarde om een beetje mooi te wezen op de trappen van paleis Noordeinde, of om hier veelbelovend te zitten in vak-K. Dit kabinet is geen doel op zichzelf. Het is er om het goede te doen en om dienstbaar te zijn aan Nederlanders, aan alle Nederlanders. Dat kan een coalitie nooit alleen. Daarvoor moeten we breder draagvlak zoeken in de samenleving en ook hier in de Kamer, en dan nadrukkelijk breder dan alleen de coalitiefracties. Het is vaker gezegd, het is eerder gezegd, maar ik onderstreep het heel graag.

Mevrouw de voorzitter. Tijdens de onderhandelingen zijn er verschillende adviseurs langsgeweest bij de onderhandelingstafel. Een daarvan was Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Zijn naam viel eerder in de bijdrage van collega Buma. Zijn bijdrage heeft indruk gemaakt. Als geen ander voelt hij de polsslag van onze samenleving en is hij in staat om de verhalen te vertellen van mensen die hun verhaal zelf nooit zouden komen vertellen. Het is het verhaal van mensen die zich in de steek gelaten voelen, die het gevoel hebben dat de politiek er niet voor hen is. Het verhaal van mensen die zich zorgen maken over de zorg, over de vraag of die betaalbaar en toegankelijk blijft voor hen. Mensen die zich zorgen maken over de vraag of zij of hun kinderen nog wel een vaste baan en een betaalbaar huis kunnen krijgen, of de vrijheid van ons land wel veilig is, en of hun kinderen er straks niet veel slechter aan toe zijn dan zijzelf. Het zijn gezinnen van mannen, vrouwen en kinderen die een flinke prijs voor de crisis hebben moeten betalen en die sceptisch zijn over beloftes van politici.

Mevrouw de voorzitter. Alleen een regeerakkoord vol plannen zal het vertrouwen van deze mensen niet terugwinnen. Het vertrouwen tussen overheid en burger, tussen Den Haag en de samenleving, kan alleen hersteld worden door daden, concrete daden voor gewone mensen. In dat opzicht is de Rotterdamse inslag van dit kabinet een mooie. De mouwen moeten worden opgestroopt, de laarzen moeten aan en de schop moet in de grond. Alleen tastbare resultaten zullen kunnen overtuigen.

Mevrouw de voorzitter. De ChristenUniefractie heeft haar nek uitgestoken voor deze coalitie omdat we ons met de fracties van VVD, CDA en D66 hebben kunnen vinden in concrete plannen, die bijdragen aan de toekomst van onze kinderen, aan het tegengaan van tegenstellingen in de samenleving en aan de verdediging van vrijheid en veiligheid dichtbij en ver weg. We zullen dit kabinet daaraan houden en de uitvoering van de plannen hierop beoordelen.

Dan gaat het dus allereerst om de toekomst van onze kinderen. Het gaat om investeringen in het onderwijs, die moeten leiden tot beter onderwijs, tot lagere werkdruk bij leraren en ruimte voor hen om hun vak uit te oefenen, ook op kleine scholen. Collega Pechtold heeft net een aantal hele concrete vragen gesteld, en ik onderstreep die. Er komt veel extra geld voor gezinnen. Er komt meer vrijheid om opvoeding, gezinsleven en werk te combineren. De kloof tussen een- en tweeverdieners mag niet groter worden, juist vanwege die vrijheid voor gezinnen. En het mooie is dat na jaren van achteruitgang juist de gezinnen met één modaal inkomen er zo'n beetje het meest van alle groepen op vooruitgaan.

Het regeerakkoord committeert zich aan Parijs. Het stelt heldere doelen en wil van Nederland de koploper in Europa maken. Die ambitie staat als een huis. De opties die genoemd worden in het regeerakkoord zijn voldoende om die ambitie waar te maken, zo stelt het Planbureau voor de Leefomgeving. De helft van de noodzakelijke maatregelen is al ingevuld. Nu komt het aan op een ambitieus klimaatakkoord en een klimaatwet die alle doelen en middelen vastleggen. Daarin zal mijn fractie het kabinet blijven aanmoedigen, want de opgave is immens. Daar hebben we iedereen bij nodig: het bedrijfsleven, de boeren, woningeigenaren en milieuorganisaties. Mijn vraag aan de minister-president is of hij kan aangeven hoe en met wie het kabinet in gesprek gaat over dat akkoord en de nadere invulling van die maatregelen. Want ook hiervoor geldt: er is werk aan de winkel.

De heer Klaver (GroenLinks):
Ik heb ook voor de heer Segers een vraag over de CO2-opslag en de manier waarop die wordt gefinancierd. De opslag wordt betaald uit de subsidie die er is voor duurzame energie. Het PBL geeft aan dat dit effect heeft op de hoeveelheid duurzame energie die Nederland in totaal zal produceren. Is het voor de heer Segers en de ChristenUnie bespreekbaar om te bekijken of we daarvoor een alternatief kunnen bedenken? Hierdoor zullen alle inspanningen die we leveren om de CO2 terug te dringen niet ten koste gaan van de hoeveelheid duurzame energie die we met elkaar produceren.

De heer Segers (ChristenUnie):
Het Planbureau voor de Leefomgeving geeft aan dat bij de doelen die we stellen en de middelen die we hebben, er een zekere flexibiliteit is en dat het nog weleens kan meevallen. We hebben dit bijvoorbeeld gezien bij wind op zee, dat veel sneller en meer rendabel is geworden dan we eerst dachten. Dat kan meevallen. Dat is de eerste kanttekening. Ik voeg hieraan de algemene heldere uitspraak toe dat als we toewerken naar een klimaatakkoord en een klimaatwet, de samenwerking heel breed moet zijn en dat we dan ook moeten spreken over de meest efficiënte en meest doeltreffende inzet van middelen. Dat gesprek moet heel breed gevoerd worden en wat mij betreft ligt dan alles op tafel.

De heer Klaver (GroenLinks):
Dat is een heel helder antwoord, waar ik blij mee ben. Het kabinet heeft aangegeven dat CO2 het belangrijke punt zal zijn waarop zal worden gestuurd. Dit zal ook het belangrijkste zijn in de klimaatwet. In de bijdrage van de heer Segers beluister ik dat het kabinet ook aandacht zal hebben voor het aandeel duurzame energie. Als dat klopt, ben ik heel blij en kijk ik uit naar de gesprekken hierover.

De heer Segers (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter, toch even een kleine kritische noot in de rebound. De reactie op het bericht van het Planbureau voor de Leefomgeving. "de helft is ingevuld, de andere helft niet", was: schande, schande, want het is allemaal niet ingevuld. Terwijl dit juist de uitgestoken hand is. Natuurlijk kunnen wij alles niet tot 2030, laat staan tot 2050 waar de heer Klaver het over had, tot in detail invullen. Wij zullen erover moeten spreken. De helft is al ingevuld. Het is ook in de aard van een regeerakkoord dat nog niet alles in detail is ingevuld. Als er ergens een uitgestoken hand is, is het hier.

De heer Klaver (GroenLinks):
Ik ben blij. Ik heb direct gezegd dat ik graag wil meedenken over de verdere invulling om tot die doelstellingen te komen. De heer Segers weet heel goed hoe zo'n doorrekening van het PBL werkt. Zijn verkiezingsprogramma is ook doorgerekend en was keurig vormgegeven met alle maatregelen die erbij passen. Als u het mij eerlijk vraagt, had ik liever gezien dat het kabinet al die maatregelen had opgeschreven met daarbij de mededeling dat er over gesproken kan worden, maar dat ze zullen worden uitgevoerd omdat je zo de doelstellingen haalt. Het feit dat het nu niet helemaal zo is vormgegeven, schept voor mij niet direct vertrouwen. Uw houding hier, evenals die van uw collega's, dat u bereid bent om ook met de oppositie in gesprek te gaan over de invulling, schept dat wel. Ik verwacht van een kabinet dat het over het klimaat net zo concreet is als over de maatregelen die naar het CPB worden gestuurd.

De heer Segers (ChristenUnie):
Nu even heel precies. De doelstellingen zijn volstrekt helder. Dit kabinet heeft een zeer ambitieuze doelstelling: 49%. We willen koploper zijn en kijken of we haar nog naar boven kunnen bijstellen. Dan hebben we de vraag gesteld: wie neemt welk aandeel voor zijn rekening? Dat is ook tamelijk concreet. De maatregelen die daarvoor genomen moeten worden, zijn voor een deel ingevuld en voor een deel niet. Daarom hebben we dit akkoord nodig en daarom hebben we een wet nodig. Dat is wel de aard van een regeerakkoord. Uiteraard begrijp ik de oppositionele neiging om vooral te kijken naar het glas dat halfleeg zou zijn. Dit glas is zeker halfvol en gaat helemaal vol worden.

Mevrouw Thieme (PvdD):
We moeten wel eerlijk zijn. De maatregelen worden allemaal pas genomen nadat deze regering helemaal geen macht meer heeft over de te nemen maatregelen. De meeste maatregelen worden pas, eventueel, na 2021 ingezet. De vliegtaks is een voorbeeld. Als het de komende jaren niet op een andere manier kan om de vliegtuigen duurzamer of minder lawaaiig te maken, zal het kabinet overwegen om in 2021 — het kabinet is dan bijna klaar — een vliegtaks in te stellen. Zo kun je jezelf al heel snel groen noemen. Ik weet dat de heer Segers de afgelopen jaren altijd de intentie heeft gehad, zo ken ik hem ook, om Nederland duurzamer te maken. We kunnen echter niet blij zijn met de conclusie van het PBL dat nog niet de helft van de maatregelen zorgt voor de doelstelling van 49% reductie in 2030. In het interruptiedebatje met de heer Klaver hoor ik dat de heer Segers openstaat voor verdere invulling van mogelijke maatregelen om die doelstelling te behalen. Kan de landbouw hierbij ook zeker aan de orde komen? Of heeft die een soort van status aparte? Op dit moment kan ik uit het regeerakkoord niets anders concluderen dan dat die sector die heeft.

De heer Segers (ChristenUnie):
Dat ministerie heeft een status aparte, maar dat komt door de minister die er resideert. Maar natuurlijk doet de landbouw ook mee! Natuurlijk is die ook medeverantwoordelijk voor het behalen van de doelstellingen. Natuurlijk begrijp ik ook de rol van mevrouw Thieme als zij dit kabinet aanmoedigt en aanjaagt om verder het pad op te gaan richting verdere reductie van de CO2-uitstoot. Maar kijk ook naar waar wij vandaan komen. Wij waren heel lang een achterblijver en bungelden ergens onderaan de staatjes in Europa, en nu willen wij koploper worden. Dit kabinet met deze samenstelling heeft geen halfbakken keuze gemaakt, maar gezegd: we gaan voluit voor Parijs. Alle vier de partijen hebben daarvoor getekend. Ze hebben allemaal gezegd: dit is nodig en wij committeren ons hieraan. U moet ons vooral blijven opjagen, want dat is uw rol. U doet dat met verve, maar ik hoop ook dat u ziet dat er echt sprake is van een omslag en dat hier een achterblijver een koploper wil worden. Ik hoop dat u in die zin ook, zeker ook op deze dankdag, uw zegeningen telt.

Mevrouw Thieme (PvdD):
Mooie woorden over de wens om een trendbreuk te realiseren. In het regeerakkoord zie ik die trendbreuk ten aanzien van de voorgaande regeringen niet. Ik zie in het regeerakkoord met name veel vrijblijvendheid. Het gaat over convenanten. Het gaat over polderen. De regie moet bij de landbouw blijven. Ik vraag het daarom nogmaals aan de heer Segers. In het regeerakkoord staat bijvoorbeeld dat de landbouwsector slechts 3,5 megaton hoeft te reduceren in 2030. Dat is 20% minder dan dat ze nu produceert. Daar hebben ze dertien jaar de tijd voor en dat is natuurlijk niet heel erg ambitieus want, en steeds meer mensen weten dat ook, als je één dag geen vlees eet, haal je ook een besparing van 3,5 megaton. Kan ik de heer Segers dus op meer ambitie aanspreken?

De heer Segers (ChristenUnie):
U mag het kabinet steeds aanmoedigen tot meer ambitie, maar ik wil u toch wijzen op een maatregel, de minimumprijs voor CO2. Dat leidt ertoe dat de kolencentrales veel sneller dan wij dachten dichtgaan. De prijs gaat omhoog en daardoor zijn die centrales niet meer rendabel en gaan ze dicht. Dat is niet iets in de verre toekomst, want dat gebeurt veel eerder dan wij denken. Nu staat er inderdaad een datum in waarop alle kolencentrales dicht zullen zijn, maar als wij, zoals afgesproken, toegaan naar een minimumprijs voor CO2 van €43, dan gaan die kolencentrales eerder dicht. Dat is een mechanisme dat je nu al kunt uittekenen. Dat is een concrete maatregel die voor een grote omslag zorgt. Dus nogmaals, natuurlijk mag u ons blijven aanmoedigen, maar ik hoop dat u ook kijkt naar waar de veranderingen plaatsvinden en naar waar er concrete maatregelen worden genomen. Denk aan de Maut, denk aan de kilometerheffing voor vrachtwagens. Dat zijn concrete maatregelen waar we aan gaan werken. En zo gaat de hand aan de ploeg!

De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):
De heer Segers raakt nu even het onderwerp kolencentrales aan, maar mag ik daaruit begrijpen dat het de ambitie is van de heer Segers om die kolencentrales zo snel mogelijk te sluiten en dat de heer Segers daarom openstaat voor het openbreken van het huidige energieakkoord? Want anders moeten we wachten tot het einde van de looptijd en dat is pas in 2023.

De heer Segers (ChristenUnie):
U moet eens kijken naar het effect van een minimumprijs voor CO2 op de kolencentrales. U zult verrast zijn!

Mevrouw de voorzitter. De ChristenUnie-fractie zal bij de beoordeling van dit kabinet in de tweede plaats kijken naar de mate waarin het lukt om tegenstellingen in de samenleving te verkleinen. De minister-president sprak er in zijn regeringsverklaring gloedvolle woorden over. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de kloof tussen jongeren en ouderen. Jongeren krijgen de kans om zich door middel van maatschappelijke diensttijd in te zetten voor de samenleving. Ze krijgen meer kans op werk.

De zorg voor ouderen wordt ter hand genomen. Dit kabinet investeert in de kwaliteit van verpleeghuiszorg én de zorg thuis. Daarmee wordt werkgemaakt van het manifest Scherp op ouderenzorg. Met de aanbevelingen van het manifest Waardig ouder worden zet het kabinet in op de bestrijding van eenzaamheid van ouderen en een volwaardige plaats van hen in onze samenleving. Mijn vraag aan de premier is wel: hoe zorgen we dat er geen verschil groeit tussen zorg in verpleeghuizen en zorg thuis? En hoe zorgen we ervoor dat er voldoende mensen werkzaam zijn in de zorg? Want dat lijkt mij een grote uitdaging voor de komende tijd.

Op de arbeidsmarkt moet de kloof tussen flex en vast werk en tussen werknemer en zzp'er kleiner worden. Mijn vraag aan het kabinet is of het onverminderd van plan is om hierbij samen te werken met de polder. Hoe kan het kabinet werkgevers en werknemers weer om de tafel krijgen? Want dit land is nooit beter geworden van stakingen of van dictaten, maar wel van overleg en compromissen, juist ook in de polder. Ik denk ook aan de kloof die wordt ervaren tussen Randstad en de regio. Het kabinet is ook een kabinet met oog voor knelpunten in de regio en in de Randstad. Het regeerakkoord investeert in onderwijsaanbod in krimpregio's, waar scholen, ook als ze klein zijn, een belangrijke functie hebben. Het regeerakkoord noemt Rotterdam-Zuid, Zeeland en in het bijzonder ook Groningen. Het regeerakkoord heeft oog voor jonge boeren die ondersteund worden om de overname van een gezinsbedrijf te financieren.

Bij de beoordeling van dit regeerakkoord zullen wij in de derde plaats kijken naar de verdediging van vrijheid en veiligheid, hier in Nederland en wereldwijd. We willen meer agenten op straat, een sterk leger dat zijn taak aankan. Daarom investeert het kabinet fors in agenten, defensie en ontwikkelingssamenwerking. Hoe kwetsbaar onze vrijheid is, liet de aanslag van gisteren in New York zien. Vrijheid is kostbaar en wij moeten steeds bereid zijn om de prijs te betalen voor de verdediging ervan. Maar nooit alleen maar ter bescherming van onszelf alleen. Het gaat ook om vrijheid en een goede toekomst elders. We hebben hier veel rijkdom ontvangen en het is goed om daarvan te delen, ook door te investeren in de ontwikkeling van landen en in bewoners elders.

Mevrouw de voorzitter. Grote plannen moeten leiden tot concrete daden. Daartoe is dit kabinet op aarde. Dat maakt deze politieke inspanning waardevol en daarom heeft de ChristenUniefractie dit akkoord ondertekend. En toch. Bij al die grote plannen, grote woorden soms en vele daden die zullen volgen, gaat het ons juist ook om die enkeling, om degene die zich hier nooit zal laten horen, die zich niet kan organiseren. Om die ene die we zo makkelijk over het hoofd zien. Wij voelen een opdracht, die komt uit Spreuken 31. Die zegt: spreek voor stemlozen en kom op voor het recht van weerlozen. Daarom zal de ChristenUniefractie het kabinet in het bijzonder aanmoedigen om ook werk te maken van de uitvoering van die kleine paragraaf in het regeerakkoord. Voor de ChristenUniefractie zal dat de lakmoesproef voor dit kabinet zijn: luisteren naar de stem van mensen die zelf nauwelijks een stem hebben.

Ik denk dan bijvoorbeeld aan de ambitieuze paragraaf over de strijd tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie. Ik denk aan de duizenden slachtoffers van uitbuiting en dwang, die er jaarlijks zijn in Nederland. Ik heb de slachtoffers ontmoet. Ik moedig de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van harte aan om, naast de grote migratieonderwerpen in zijn portefeuille, deze mensen nooit te vergeten, om de strijd tegen mensenhandel verder op te voeren en de hulp aan slachtoffers te verbeteren.

De heer Van der Staaij (SGP):
Complimenten voor deze ambitieuze paragraaf in het regeerakkoord over de strijd tegen mensenhandel en misstanden in de prostitutie. Maar de heer Segers weet met mij dat wij nog steeds wachten op het wet worden van een oud wetsvoorstel, dat al negen jaar loopt, ook een vrucht van de inspanning van de ChristenUnie tijdens Balkenende IV. Dat ligt op dit moment nog steeds te wachten bij de Eerste Kamer. Zou het niet een idee zijn om, net zoals naar ik vermoed de heer Pechtold in het onderdeel over de wietteelt heeft bedongen dat het kabinet binnen een halfjaar met plannen moet komen, ook zo'n termijnstelling bij dit onderdeel te zetten, omdat het al zo lang wacht?

De heer Segers (ChristenUnie):
De voornemens van het regeerakkoord vragen wel om aanpassing van die wet. Ik denk dat het een terechte vraag is op welke termijn dat zou kunnen. Misschien is het een vraag die wij moeten doorgeleiden. Wat is een realistische inschatting wanneer dat wetsvoorstel zou kunnen worden aangepast en ingevoerd? Over het doel zijn wij het allemaal eens: die mensenhandel moet bestreden worden, dwang en uitbuiting moet worden tegengegaan. Bij alle morele vragen die wij rond prostitutie ook hebben, zijn wij het daarover eens. Het kabinet wil er werk van maken. Het lijkt mij dus een terechte vraag om de vraag te stellen op welke termijn dat zou kunnen.

Mevrouw de voorzitter. Ik denk bij die eenlingen ook aan extra geld voor suïcidepreventie. Ik denk aan de paragraaf over preventie van onbedoelde zwangerschap en hulp aan tienermoeders. Ik herinner mij het rondetafelgesprek waarbij een jonge moeder haar verhaal deed en sprak over de hulp die bij haar het verschil had gemaakt. Dat is het verschil dat dit kabinet ook voor die enkeling en die eenling kan maken. Ik denk aan gezinnen die gebukt gaan onder problematische schulden. Ook daar staat een ambitieuze paragraaf over in het regeerakkoord. Het kabinet wil het aantal mensen met problematische schulden terugdringen en mensen met schulden effectiever helpen. We zullen de staatssecretaris van Sociale Zaken, die ik nu even aankijk, steeds van harte aanmoedigen om daar werk van te maken. Stuk voor stuk zijn dit maatregelen die de ChristenUnie waardevol vindt omdat het regeerakkoord daarmee, naast de grote uitdagingen, ook de situatie van deze mensen wil verbeteren om stemlozen een stem te geven.

De heer Roemer (SP):
Ik waardeer die laatste opeenhoping van voorbeelden. Veel ervan herkennen wij. Het zou erg goed zijn als het kabinet daar veel aandacht aan besteedt en als dit tot zichtbare resultaten leidt. Ik zeg u er eerlijk bij: erg jammer dat het u niet gelukt is om te voorkomen — dat moet u net zo veel pijn doen als mij — dat een aantal kinderen die hier in Nederland zijn opgegroeid, de Nederlandse taal spreken en de taal van het moederland niet eens kennen, straks eigenlijk ingeruild worden en teruggestuurd worden. Dat zijn ook kwetsbare eenlingen die niet weten wat hen te wachten staat. Is er nog een mogelijkheid dat u dit alsnog gaat aankaarten, als er toch een uitgestoken hand moet zijn, en gaat bekijken of voor deze eenlingen, deze kwetsbare kinderen, toch niet een oplossing gevonden kan worden?

De heer Segers (ChristenUnie):
Als ik een mogelijkheid had gezien, had ik die mogelijkheid al aangegrepen. Dat is niet gelukt. Waar ik zei dat niet alle idealen dichterbij zijn gebracht, hoewel wij een aantal idealen dichterbij hebben kunnen brengen, is dit een wens die niet ingewilligd is. Als ik de mogelijkheid had gezien, had ik die aangegrepen. Ik heb die mogelijkheid niet gezien.

De heer Roemer (SP):
Zeer spijtig, want de indruk was van tevoren dat u daar een ongelofelijk sterk punt van zou maken. Blijkbaar is dat niet gelukt. Aan de andere kant hebt u zich wel laten inpakken als het gaat om cadeautjes voor multinationals. De dividendbelasting noemde u zelf of uw partij — maar ik geloof dat u het zelf was — "ontwikkelingshulp voor multinationals". 1,4 miljard waar niemand in deze Kamer om gevraagd heeft en waar bedrijven niet eens om gevraagd hebben. In de ons omringende landen is die belasting hoger dan in Nederland. Kunnen we dan met elkaar afspreken dat we dat gaan schrappen, en deze 1,4 miljard gaan gebruiken voor de meest kwetsbaren in de samenleving, waar u en ik het blijkbaar erg snel over eens zullen zijn?

De heer Segers (ChristenUnie):
De heer Pechtold sprak, geloof ik, over het formatieproces als een wat schimmige periode, waarover je lang niet alles kunt zeggen. De ChristenUnie dacht: daar kunnen wij verandering in aanbrengen. U heeft een inkijkje gekregen in een aantal discussies. Daarbij heeft u onder andere gezien dat het punt dat u als eerste aansneed, het kinderpardon, migratie, zeer intensief besproken is en dat dit een van de onderwerpen is die op verschillende momenten besproken zijn. Het is inderdaad waar dat enige openheid over dat hele formatieproces er ook toe kan leiden dat je de oneliners aanlevert voor de oppositie. U heeft dus iets gezien van de positie van de ChristenUnie. U heeft het over de afschaffing van de dividendbelasting, en u heeft kunnen zien dat die niet uit ons verkiezingsprogramma komt.

Maar je zet op een gegeven moment je handtekening onder een akkoord. Dat is allereerst een breder verhaal over het vestigingsklimaat, waarbij het gaat om echte banen. Nogmaals, dit zeg ik met de kanttekening die ik heb gemaakt dat het niet uit ons verkiezingsprogramma komt. Er is een breder verhaal te vertellen over echte banen die we hier willen hebben en die we hier willen behouden. Er zijn ook banen die we hier niet willen houden. Dan denk ik aan de brievenbusfirma's op de Zuidas of aan de Amsterdamse grachten. Op de een of andere manier komt dan iedere keer U2 ter sprake; mooie muziek, maar ik vind het niet erg dat zij van de grachten daar worden verdreven, in ieder geval hun kantoor daar. Dat is dus ook een onderdeel daarvan. En er is een heel akkoord, waarin er bijvoorbeeld veel meer geld gaat naar gezinnen. Volgens dat akkoord gaat er veel meer geld naar ontwikkelingssamenwerking, iets waar u zelf ook de vinger bij legt en waar u blij mee bent. We hebben in dat akkoord vergroening afgesproken. We hebben een heel aantal idealen dichterbij gebracht. Toen was de vraag: teken je voor het geheel, ja of nee? Ik heb gezegd: ja, ik teken ervoor, inclusief een onderdeel dat niet mijn idee is geweest.

De heer Roemer (SP):
Ik snap best dat u probeert om het om te leiden door te zeggen: er ligt een totaalpakket. Maar ik wil straks de discussie in de Kamer nog weleens zien met ook uw fractie als er daadwerkelijk een schrijnende situatie is van een gezin met kinderen die hier zes, zeven, acht, negen jaar wonen en dan in één keer het land uitgezet worden, terwijl ze de taal van herkomst niet spreken. Ik wil die discussie dan weleens voeren. Ik vraag het u omdat het u zo aan het hart gaat. Wat betreft het tweede punt: geen enkele partij had het in haar verkiezingsprogramma staan. In dit eerste debat hebben we misschien wel 25 keer gehoord "de hand uitsteken", "proberen met elkaar eruit te komen" en "het moet een breder geheel zijn". Laten we dan een onderwerp pakken — het zou niet de eerste keer zijn dat zoiets na een eerste debat gebeurt — dat niemand in zijn verkiezingsprogramma had staan, en waarvan het bedrijfsleven feitelijk niet eens zegt dat het moet: die dividendbelasting. Laten we dat dan als onderdeel pakken. Vier jaar geleden is het regeerakkoord ook opengebroken. Bereken het eens met uw coalitiegenoten. Op die 1,4 miljard zit niemand te wachten. Het is inderdaad een subsidie, een soort ontwikkelingshulp voor grote bedrijven. Volgens mij doen we niemand pijn en wordt Nederland er niet minder van. Het vestigingsklimaat wordt er ook niet minder van. Met die 1,4 miljard kunnen wij heel veel dingen doen waar wij samen voor staan en waar veel partijen voor staan. Het zou een uitgelezen mogelijkheid zijn om de oppositie de hand te reiken. Ik zou zeggen: grijp die kans, ga vanavond nog ergens met zijn vieren een biertje drinken en kom morgen met de oplossing: wij schrappen dat voornemen en gaan het er samen over hebben om dat geld beter te besteden.

De heer Segers (ChristenUnie):
Er zijn gedurende die lange zomer van 2017 momenten geweest dat ik dacht: het moet toch ook wel fijn zijn om gewoon je verkiezingsprogramma te kunnen voorlezen en om via Twitter iedere keer te kunnen verkondigen dat jij gelijk hebt en dat jouw programma heel goed is. Er zijn ook heel veel momenten geweest waarop ik me heel goed heb gerealiseerd dat het ongelooflijk ingewikkeld is om aan te schuiven en te gaan praten. Dat is wel het verschil tussen onze fracties, dat is wel het verschil in de keuze die we hebben gemaakt. De heer Pechtold heeft het nog eens onderstreept: u bent nadrukkelijk uitgenodigd om mee te komen praten, maar u hebt gezegd: nee, ik ga niet meepraten. Toen wij de uitnodiging kregen, hebben we gezegd: wij gaan wel praten. Toen wisten we: er gaat pijn in zitten, in een akkoord gaat pijn zitten, want er gaan elementen in zitten die gewoon lastig worden. Het bijzondere van deze combinatie is, vind ik, dat wij er bij het identificeren van de pijn bij de verschillende partijen niet voor hebben gekozen om te zeggen: als jij iets wil wat ik niet wil en andersom, doen we het allebei niet. Nee, we hebben gezegd: we geven elkaar de ruimte om wel werk te maken van onderwerpen waar ik nu met trots de vinger bij kan leggen. Dat geldt dan ook voor andere partijen. Die moeten daarvoor ook de ruimte hebben. Is dat pijnloos? Nee. Is dat uiteindelijk nodig voor Nederland? Ja. Ligt er een verhaal waar ik ja tegen kan zeggen, waar ik mijn handtekening onder kan zetten? Volmondig ja.

De voorzitter:
Tot slot, de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):
Even voor de helderheid. Ja, ik heb er begrip voor dat je niet alles kunt binnenhalen. Als je gaat onderhandelen is het nu eenmaal geven en nemen. Dat is water bij de wijn doen. Voor iedere partij zou wel moeten gelden dat de wijn te drinken blijft. Als de verschillen wat kleiner zijn, is het makkelijker om afspraken te maken dan als de verschillen megagroot zijn. Dan is die wijn echt niet meer te drinken. Dan is het niet meer dan slootwater. Daarvoor kiezen wij niet. Kiezen wij vaak verantwoordelijkheid? Ja, door hier te staan neem ik mijn verantwoordelijkheid als volksvertegenwoordiger. Dan sta ik niet aan de zijkant, maar sta ik met u te debatteren en doe ik suggesties om de plannen beter te maken. Dat is verantwoordelijkheid nemen. Een goede democratie heeft naast goede journalisten een goed kabinet nodig en een goede oppositie. Laten we dat voor eens en altijd gladstrijken.

Ten tweede. Als er tot 25 keer toe gezegd wordt: "kom met suggesties, wij hebben een uitgestoken hand, de deur van de Trêveszaal staat op een kier", dan ga ik ervan uit dat die suggesties serieus worden genomen en niet dat u toch wel nee zegt als wij ermee komen. We hebben voor 10 miljard aan suggesties gegeven. Dat u ze niet allemaal overneemt, snap ik best, maar ik heb er vandaag, geloof ik, al een stuk of tien aangegeven uit die plannen en telkens is het antwoord: nee, we hebben afspraken gemaakt. We hadden elkaar zeker een heel eind kunnen vinden als het gaat om de groep die voor u het meest kwetsbaar is. Dan had ik met u meegedaan en had ik de verantwoordelijkheid genomen, om het in uw woorden te zeggen. Grijp die kans! Wij kunnen Nederland samen menselijker en socialer maken door het geld daaraan te besteden en niet aan de multinationals.

De heer Segers (ChristenUnie):
Als je gaten in de plannen schiet van de omvang van 5,9 miljard lastenverlaging voor gewone mensen, gewone burgers, voor gezinnen, dan zie ik niet waar ik zou moeten beginnen in een dialoog. Er zijn wel andere onderwerpen. Er moet nog een sociaal akkoord komen. Rondom de arbeidsmarkt zijn er nog open einden, net zoals rondom het klimaatakkoord. Er moet nog heel veel worden besproken en daarvan hebben we gezegd: we gaan die dialoog aan, met die samenleving, met de Kamer. Er zijn dus tal van mogelijkheden, maar u kunt van mij niet verwachten dat ik overboord gooi wat we hebben beloofd terug te geven aan burgers, in brede zin, na ruim drie maanden te hebben onderhandeld, tot een afgewogen oordeel te zijn gekomen en ja te hebben gezegd. Het is overigens absoluut waar dat elk goede kabinet ook een heel goede oppositie verdient. Wat dat betreft wens ik u ook sterkte met de rol om inderdaad met alternatieven te komen en ons de kritische vragen te stellen, want anders gaat het niet goed in een democratie. Maar ik moet mij er rekenschap van geven dat als ik nee zeg tegen iets wat mij pijn doet en als het dan definitief nee wordt, ik ook nee zeg tegen wat we doen tegen mensenhandel, tegen wat we via ontwikkelingssamenwerking doen voor kwetsbare mensen elders in de wereld, tegen mensen die met problematische schulden zitten en tegen een zeer groen regeerakkoord met grote ambitie, overigens zonder dat ik claim dat de punten die ik noem alleen van de ChristenUnie komen. Dan moet ik ook daar nee tegen zeggen, maar ik zeg daar geen nee tegen. Ik zeg daar ja tegen. Dus zeg ik ook ja tegen een akkoord waar pijn in zit.

De heer Roemer (SP):
Dat snap ik. Ik kan mij er iets bij voorstellen als je duidelijk gezegd hebt: dat doet mij pijn, ik heb dat niet binnengehaald, maar daarom sta ik ervoor dat ik het andere wat ik heel belangrijk vind wel binnenhaal. Maar ik geef u een suggestie voor iets wat niemand in zijn verkiezingsprogramma had staan, wat 1,4 miljard kost, wat niemand hier in de zaal kan uitleggen en waarvan zelfs VNO-NCW zegt dat het niet afgeschaft hoeft te worden. Eigenlijk wil niemand het. Niemand ziet daar de voordelen van, niemand kan het uitleggen. Wat is er dan makkelijker om te zeggen: laten we die 1,4 miljard nou eens met die vier partijen bespreken om te kijken of we daar geen betere invulling voor kunnen vinden, samen met de oppositie om die uitgestoken hand daadwerkelijk waar te maken?

De heer Segers (ChristenUnie):
Helemaal tot slot. Dit is een onderdeel van een breder verhaal over het vestigingsbeleid waarbij een doel vooropstaat: echte banen voor gewone Nederlanders. Dat is één. Twee: we willen van bepaalde banen af. Dat is aan de Zuidas, dat zijn die brievenbusfirma's aan de Amsterdamse grachten. Daar willen wij vanaf. En er is een breder akkoord. Dat is het grote verhaal. Voor de rest zie ik uit naar de verdere dialoog met onder anderen de heer Roemer.

Mevrouw de voorzitter, ik sluit af. Dit kabinet is op aarde om te werken aan een goede toekomst voor onze kinderen, om tegenstellingen te verkleinen en om vrijheid en veiligheid te verdedigen. De plannen zijn goed. De Rotterdamse mentaliteit is nodig. En samenwerking met elkaar, met de hele Kamer en met de hele samenleving wordt cruciaal. Bij dit alles wens ik alle leden van dit kabinet heel veel arbeidsvreugde en uit de grond van mijn hart de zegen van God.

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

september 2021

juni

mei

april

februari

december 2020