Bijdrage Joël Voordewind aan de Begroting Buitenlandse Zaken (V)

dinsdag 14 november 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een plenaire begrotingsbehandeling met minister Zijlstra van Buitenlandse Zaken, Kamerstuknr. 34 775

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst feliciteer ik natuurlijk collega Ploumen, die net komt aanlopen, met haar maidenspeech in deze Kamer. Welkom in de commissie Buitenland. Geen lange introductie van mevrouw Ploumen: meteen to the point met een vierpuntenplan voor de Veiligheidsraad. Zo kenden wij haar ook in de hoedanigheid van minister. Ik wens mevrouw Ploumen alle succes toe in deze commissie.

Ik verwelkom ook de nieuwe minister, nu ook in de plenaire zaal. We hebben natuurlijk eerder kleine AO'tjes gehad, maar spreken elkaar nu in de plenaire zaal. Ik zie uit naar de samenwerking met deze minister. Ik wil met name zijn visie op de wereld horen. De minister heeft in een vorig leven natuurlijk allerlei dingen gezegd, maar nu is hij minister. Ik vind het interessant om te weten wat hij nu vindt en welke rol Nederland in de wereld zou kunnen spelen. En uiteraard neemt iedereen zijn eigen kennis en ervaring uit het verleden mee naar een nieuwe functie.

Voorzitter. We waren in Iran en begonnen over de mensenrechten. Wij kregen meteen een wedervraag, zoals dat gebruikelijk is in het Midden-Oosten: o, u bedoelt de schendingen van mensenrechten op het eiland Lesbos, waar vorig jaar nog onschuldige mensen zijn doorgevroren? Of: o, u heeft het over de onschuldige slachtoffers van de droneaanvallen van Amerika en de NAVO op de grens Pakistan-Afghanistan of over de tijd dat wij met chemische wapens werden aangevallen door Irak en het Westen de kant van Irak koos? Dat laat maar zien hoe verschillend mensenrechten toch benaderd kunnen worden. Uiteraard hebben wij doorgevraagd, maar de discussie kwam toen meteen op scherp te staan.

Wij hebben bij vorige ministers altijd twee pijlers in het mensenrechtenbeleid en het buitenlandse beleid van Nederland gezien: het bevorderen en versterken van de internationale rechtsorde en de mensenrechten en het opkomen voor het Nederlandse belang. Oftewel: het oude, goede huwelijk tussen de dominee en de koopman c.q. de koopvrouw. Zet deze minister dit goede huwelijk ook voort met gelijke rechten, zo vraag ik hem. Zal hij zich ervoor inzetten om tot een mooi en duurzaam huwelijk te komen?

Voorzitter. We zoomen nog eens verder in op de doelstellingen van dit kabinet voor het buitenlandse beleid en ontwikkelingssamenwerking. Daarover staat het een en ander in het regeerakkoord. Ik noem het nog eventjes en ook collega Sjoerdsma heeft het genoemd: de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, de regulering van migratie, de bestrijding van terreur en het tegengaan van klimaatveranderingen. Voor het eerste en het laatste, namelijk klimaatveranderingen en het bestrijden van de grondoorzaken van armoede, hebben wij de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Deze minister van Buitenlandse Zaken zal zich — neem ik aan, maar dat moeten we van hem gaan horen — meer gaan richten op het reguleren van migratie en het bestrijden van terreur.

Allereerst de regulering van migratie. De burgemeester van Lesbos — en dan ga ik inderdaad naar het punt van Griekenland — luidde afgelopen week opnieuw de noodklok. Zijn eiland verandert inmiddels in een concentratiekamp, zoals hij dat benoemt. Er zitten inmiddels meer dan 6.000 vluchtelingen vast in het kamp Moria, terwijl daar maar een opvangcapaciteit is van 2.000. Inderdaad, tijdens de vorige winter zijn daar verschillende mensen gestorven aan de vrieskou. Wat geeft ons het recht om andere landen op de vingers te tikken als het gaat om de mensenrechten, terwijl wij in Europa mensen laten doodvriezen? Wat kan deze minister concreet doen, samen met de Europese Unie en natuurlijk samen met Griekenland, om dit leed zo snel mogelijk te stoppen?

Voorzitter. Ik help hem met een aantal suggesties. Versnel de juridische procedure met behulp van meer IND'ers uit Europa, maar ook uit Nederland. Twee. Breng de mensen onder op het vasteland in humaner opvanggelegenheden en betaal daar ook aan mee. Drie. Verdeel de erkende vluchtelingen evenredig over Europa. Dit duurt nu al jaren en het lukt ons maar niet om de inhumane situatie op die eilanden te verbeteren. We zijn daar zelf als commissie Asiel een jaar geleden geweest. Vooral Nederland, als trekker van de Turkijedeal, is hier medeverantwoordelijk voor. Het moet echt een prioriteit van het kabinet worden. Help het oplossen, zeg ik tegen de minister, samen met de andere EU-lidstaten en Griekenland. Ik weet dat de vorige minister en staatssecretaris meerdere keren in de Kamer hebben aangegeven: ja, maar de Grieken hebben hun zaakjes niet op orde. Het is en-en. De Europese Commissie en de Europese lidstaten hebben een verantwoordelijkheid, gezien de Turkijedeal, en natuurlijk moet Griekenland ook zijn zaakjes op orde hebben. Het is beide. Is de minister bereid om zijn inzet daartoe te tonen?

Dan kom ik op de migratiedeals. De minister zal ongetwijfeld ook op zoek gaan naar landen waarmee migratiedeals of -overeenkomsten te sluiten zijn, zodat de terugkeer en betere opvang in de regio te organiseren zijn. Uiteraard moet alles eraan gedaan worden om die vreselijke drama's op de Middellandse Zee tegen te gaan. Maar onderschrijft de minister ook dat het terugsturen van vluchtelingen alleen kan na een verkorte asielprocedure en alleen naar veilige landen die materieel ook voldoen aan het Vluchtelingenverdrag?

Mevrouw Karabulut (SP):
Even ter verduidelijking. Eerder was de heer Voordewind met ons fel tegen de Turkijedeal, omdat het een papieren oplossing was en nog steeds is — hij begon daar zelf ook al over. Wat gaan toekomstige deals die mogelijk gesloten gaan worden, anders zijn dan de Turkijedeal?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mijn partij heeft zich altijd kritisch uitgelaten over de Turkijedeal. Een component daarvan was dat het pakket gecombineerd werd met visumvrij reizen en versnelde toetreding tot de Europese Unie. We hebben ook altijd de nadruk gelegd op het verbeteren van de situatie in Turkije zelf als het gaat om de opvang van vluchtelingen. U zal in het regeerakkoord zijn tegengekomen dat we nog steeds pleiten voor een verbetering van de opvangsituatie van met name asielkinderen, maar ook van vluchtelingen in de breedte in Turkije. Als er nieuwe migratiedeals zouden komen met Afrikaanse landen en de kustwacht, dan leest u ook in het regeerakkoord dat die moeten voldoen aan twee belangrijke voorwaarden; materieel aan het Vluchtelingenverdrag en aan het non-refoulementprincipe, dus niet terugsturen naar onveilige landen. Als het lukt om zo'n migratiedeal te sluiten — wat wij nooit in ons eentje zullen doen, maar altijd in Europees verband zal zijn — dan is er dus een situatie ontstaan waarbij vluchtelingen aan de Afrikaanse kust veilig kunnen worden opgevangen. Daar moeten humane omstandigheden zijn. Daar kunnen ze zich dan aanmelden voor de opvang en eventueel in aanmerking komen voor resettlement.

Mevrouw Karabulut (SP):
Ja, dat is de theorie. Die theorie was er natuurlijk ook voor Turkije. Die deal bestempelde u als: op gespannen voet met de Europese internationale wetgeving en een papieren werkelijkheid. Bovendien werden onze waarden verkwanseld. Vindt u dat nog steeds? Zijn dat dan de punten waarop toekomstige deals anders vormgegeven moeten worden dan de Turkijedeal, namelijk dat we in de praktijk moeten kunnen toetsen of ze aan al die internationale wetten en regels voldoen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mevrouw Karabulut heeft in het regeerakkoord kunnen lezen dat nieuwe migratie-overeenkomsten materieel moeten voldoen aan het Vluchtelingenverdrag. Dat betekent dat die situatie aanwezig moet zijn. U kent de voorwaarden, namelijk dat er toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, fatsoenlijke opvang, toeleiding tot werk, beschikbaarheid voor werk moet zijn. Dat is het kader waarbinnen het is afgesproken in het regeerakkoord.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Vroeg de heer Voordewind nu aan de minister of mensen die in Europa aankomen, alleen kunnen worden teruggestuurd naar veilige landen? Was dat de vraag? Ik had namelijk het idee dat de heer Voordewind de minister vroeg om iets te bevestigen waarvan hij zelf aan mij had uitgelegd dat het in het regeerakkoord stond.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik vraag aan de minister of hij onderschrijft wat in het regeerakkoord staat — maar daar ga ik eigenlijk vanuit — dat als er overeenkomsten worden gesloten, deze inderdaad binnen het kader van het Vluchtelingenverdrag gesloten moeten worden.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik probeer er steeds achter te komen wat die afspraken in de praktijk voor vluchtelingen betekenen. Nu begrijp ik dat zelfs de heer Voordewind van de minister een garantie vraagt dat de minister het regeerakkoord op dit punt gaat uitvoeren. Ik dacht dat dit, zeker aan het begin van zo'n regeerperiode, volstrekt vanzelfsprekend was. Dus ik hoop dat de heer Voordewind geïnteresseerd is in de vraag wat hetgeen hierover in het regeerakkoord staat precies betekent voor vluchtelingen en dat hij als vanzelfsprekend aanneemt dat de minister gaat doen wat er in het regeerakkoord staat. Ik heb het zelden meegemaakt dat een regeringsfractie dan aan de minister gaat vragen: bent u het eens met wat er in het regeerakkoord staat?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het is altijd goed om een bevestiging te krijgen van de dingen die je hebt afgesproken. Het is ook een beetje een retorische vraag, zeg ik er meteen bij, om ook hier weer te benadrukken dat als er overeenkomsten worden gesloten, ze inderdaad binnen het kader van het Vluchtelingenverdrag gesloten moeten worden.

De voorzitter:
Gaat u verder.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik ga over naar het bestrijden van terreur en genocides. Collega Van Helvert heeft er ook al het een en ander over gezegd. Het regeerakkoord spreekt erover dat bij de bestrijding van ISIS en de berechting van ISIS Nederland zich actief zal gaan inzetten. Is het kabinet bereid om de genocide op jezidi's en christenen te erkennen? Ik kan mij voorstellen dat deze minister op dit moment daar nog geen reactie op kan geven omdat we als Kamer al een tijdje geleden een reactie op het adviesrapport Volkenrechtelijke zaken hebben gevraagd aan het kabinet. De minister is nog maar net, twee weken geleden, aangetreden. Ik heb begrepen dat die reactie nog komt. Dus ook alle begrip dat de minister daar nog niet op kan ingaan, maar dan zien we zijn reactie in die brief tegemoet, waarvan ik hoop dat die nog voor de kerst deze kant op zal komen zodat we er specifiek over kunnen gaan spreken met de minister.

Voorzitter. Dan de berechting en de vervolging van ISIS-strijders. Vindt de minister dat ook een prioriteit als het gaat om het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad volgend jaar? Gaat hij die prioriteit ook doorgeven aan ons team in New York? Wat gaat Nederland doen om de terugkeer van vluchtelingen naar Irak als focusland te faciliteren? Indien ISIS straks verslagen is, is Nederland dan bereid te helpen bij de wederopbouw in Noord-Irak? Het verslaan van ISIS of Al Qaida — we moeten zien in welke vorm het weer terugkomt — is natuurlijk niet genoeg. Ook hierbij gaat het om het bestrijden van de grondoorzaken van conflicten. Ferme taal alleen en militair machtsvertoon helpen niet om de grondoorzaken van de conflicten te bestrijden. Niet voor niets ontstonden er Arabische opstanden in het Midden-Oosten uit onvrede over de ongelijke verdeling van de middelen en de macht en een gebrek aan mensenrechten en democratisering. Het versterken van de stabiliteit in deze landen gaat gepaard met eerlijke machtsverdeling tussen soennieten, sjiieten, Koerden, Arabische minderheden, druzen en christenen. Zet dit kabinet de steun voor het NIMD, het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie, ook voort bij de hulp van die democratiseringsprocessen? Zal dit kabinet fondsen als Samenspraak en Tegenspraak ook doorzetten en zal het het thema versterken van de rechtsstaat intensiveren? Kan de minister daarop reageren?

Dan een belangrijk onderdeel van het buitenlands beleid, mensenrechten, en daar weer een onderdeel van, godsdienstvrijheid. Tijdens onze recente reis kwamen we ook te spreken over de godsdienstvrijheid en de positie van met name bekeerlingen. Voor hen zijn er geen kerken of mogelijkheden om hun geloof publiekelijk te belijden. Op dit moment zijn er 193 christenen veroordeeld alleen al vanwege het feit dat ze christen zijn. Azi Habibi zit al acht jaar in de dodencel in Pakistan vanwege een valse beschuldiging van godslastering. Het recht op het veranderen van geloof, artikel 18 van het VN-Handvest, wordt in vele moslimlanden niet nageleefd. 250 miljoen christenen worden wereldwijd vervolgd vanwege hun geloof. Kortom, alle reden om godsdienstvrijheid ook in het nieuwe kabinet weer een belangrijk speerpunt te laten zijn. Is de minister het hiermee eens? Is de minister ook bereid hier meer middelen voor uit te trekken binnen het mensenrechtenfonds?

Dan kom ik te spreken over Israël en de Palestijnen. Ik heb ergens gelezen dat er nogal lang onderhandeld is over de passage over het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen. Vandaar een aantal vragen daarover. De Palestijnse terroristen in Israëlische gevangenissen krijgen nog altijd een perverse bonus: hoe meer onschuldige slachtoffers gedood, hoe hoger de maandelijkse uitkering, van soms wel meer dan €2.500 per maand. Wat gaat deze minister concreet doen om met mogelijke medestanders vanuit de EU deze perverse prikkel voor terreuraanslagen te doen stoppen?

De voorzitter:
Was u met de afronding bezig?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ja, voorzitter.

De voorzitter:
Dan stel ik voor dat u die eerst afmaakt en dan geef ik mevrouw Ploumen het woord.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb nog twee punten over dit onderwerp, voorzitter. Gaat de minister, nu er weer een eenheidsregering aan zit te komen, deze regering houden aan de kwartetvoorwaarden? Moeten de Hamasministers het geweld afzweren en de staat Israël erkennen? Hoe kunnen we samenwerken met deze ministers als zij tegelijkertijd lid blijven van een terroristische organisatie?

Voorzitter, tot slot op dit punt. De laatste zin in het regeerakkoord over het Midden-Oosten Vredesproces gaat over de uitvoering van verzoenings- en samenwerkingsprojecten tussen de Israëli's en de Palestijnen. Gaat de minister dit actief oppakken? Heeft hij hier al ideeën voor? Zo niet, dan ben ik graag bereid om die concrete ideeën aan te leveren.

De voorzitter:
Een korte vraag, mevrouw Ploumen.

Mevrouw Ploumen (PvdA):
De heer Voordewind vroeg aandacht voor christenen die gevangenzitten. Zij zitten vaak gevangen in landen waar men het ook niet zo nauw neemt met de persvrijheid. Mijn vraag is eigenlijk dezelfde als die ik aan de heer Van Helvert stelde: kunnen we samen optrekken en zorgen dat het Mensenrechtenfonds niet alleen maar voor één specifieke groep het goede doet, maar het echt bekijkt vanuit het beknotten van vrijheid? Kan ik de heer Voordewind aan mijn zijde vinden om hierover wellicht samen een voorstel aan de minister te doen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Er zit nu 33 miljoen in het Mensenrechtenfonds, uit mijn hoofd gezegd. Volgens mij wordt dat ingezet voor een breed scala van onderwerpen ter bescherming van de mensenrechten, inclusief die van journalisten, mensenrechtenverdedigers en vakbondsmensen. Ik denk dat alle categorieën die collega Ploumen noemt, inmiddels wel in dat Mensenrechtenfonds zitten. Als zij nog een categorie kan benoemen die er niet in zit, zal ik met de minister moeten nagaan of dat het geval is. Ik kijk altijd welwillend naar nieuwe categorieën, maar ik moet natuurlijk ook rekening houden met collega Ten Broeke, die weer minder categorieën wil, dus dat wordt lastig.

Mevrouw Ploumen (PvdA):
Alle gekheid op een stokje, het gaat natuurlijk niet om categorieën. Het gaat om de vraag of wij met dat Mensenrechtenfonds mensen en groeperingen gaan beschermen die niet op de bescherming van anderen kunnen rekenen en of wij dat gebalanceerd doen, want de mensenrechten zijn universeel. Dat is eigenlijk mijn enige verzoek aan de heer Voordewind, maar volgens mij heb ik hem aan mijn kant.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dat lijkt mij vanzelfsprekend. Maar goed, ik wacht rustig af of er een motie komt. Collega Van Helvert en ik hebben nu even expliciet aandacht gevraagd voor de positie van christenen, omdat zij toch wel vaak buiten beschouwing worden gelaten en er alle reden toe is om hen wel te noemen hier.

De voorzitter:
Eén korte vraag, meneer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik heb een opmerking. Er is een amendement (34775-V, nr. 11) ingediend door mijn fractie om geld vrij te maken voor de bescherming van natuurbeschermers. Dat is zo'n groep waar mevrouw Ploumen het over heeft. Misschien kan de heer Voordewind daar vast eens naar kijken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Eén heel kort punt nog, voorzitter. Het regeerakkoord spreekt over een kernwapenvrije wereld. Wat gaat de minister concreet en actief doen om daaraan een bijdrage te leveren? Is Nederland bereid om dit onderwerp binnen de NAVO blijvend aan de orde te stellen?

Tot slot, voorzitter. Ik begon met de doelstellingen en pijlers van het buitenlandbeleid. Misschien mag ik de minister een tekst uit de Bijbel, psalm 7, meegeven. Daarin staat voor zijn komende regeerperiode een mooie oproep, namelijk: maak een einde aan het kwaad en wees de rechtvaardige tot steun. Ik wens de minister die ambitie toe.

Meer informatie

« Terug