Bijdrage Carla Dik-Faber aan het dertigledendebat over de gevaren van de uitstoot van houtkachels

woensdag 16 januari 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met staatssecretaris van Veldhoven - van der Meer van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 28089

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Er zijn veel Nederlanders die overlast hebben van houtkachels. Laat ik me met de heer Von Martels niet bezighouden met percentages. Ik hoor daar ook graag een toelichting op van de minister. Want het CBS heeft het over 10%, maar ik zie inderdaad ook de platforms van betrokken burgers, waar 50% genoemd wordt. Graag een reactie daarop.

Zowel het Longfonds als de GGD waarschuwt al een tijd voor de negatieve gezondheidseffecten van houtrook. Het Longfonds noemt houtrook een serieuze verontreiniging van de lucht en volgens de GGD lopen in huizen waar regelmatig de open haard brandt met name kinderen extra risico op luchtwegklachten zoals bronchitis, astma en longontsteking. Houtstook heeft ook negatieve effecten op het milieu. Bij houtrook komen fijnstof, roet en andere schadelijke stoffen de atmosfeer in. Kortom, houtstook heeft eigenlijk altijd een negatieve impact op het milieu en op onze leefomgeving.

Maar veel is te voorkomen door goed te stoken. Met de staatssecretaris constateren wij dat veel stokers zich niet bewust zijn van belangrijke kennis over stoken. Ze hebben onvoldoende kennis van de gezondheidseffecten van stoken maar ook van wanneer er beter wel of niet hout gestookt kan worden. Hoe gaat de staatssecretaris erop toezien dat mensen goed geïnformeerd worden bij de aanschaf? Wordt kennis ook daadwerkelijk ter harte genomen door de hout stokende burger? Komt er een evaluatie? Hoe bereiken we de burgers die al een houtkachel of een open haard hebben?

De staatssecretaris is nu samen met het KNMI en het RIVM een algemeen stookalert aan het vormgeven waarmee burgers gewaarschuwd worden bij ongunstige weersomstandigheden en het advies krijgen om dan niet te stoken. Ik denk dat dat goed is. We hebben wel al een stookwijzer en die wordt 1.000 keer per maand bezocht. Dat lijkt heel veel, maar als je bedenkt dat 20% van de huishoudens een houtkachel of een open haard heeft dan is dat eigenlijk maar heel weinig. Ik denk dus dat een stookalert erg goed is.

Ik heb nog een paar vragen. Er is in België, voor zover wij konden achterhalen binnen onze fractie, in 2016 een houtstookalarm ingevoerd. Wat zijn de ervaringen bij onze zuiderburen? Wat vindt de staatssecretaris van een al dan niet plaatselijk stookverbod bij windstil en mistig weer, zoals dat er in Duitsland is? Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen de introductie van houtrookvrije buurten?

In Duitsland worden naast verplichte duurzame certificering voor nieuwe oude houtkachels uitgefaseerd, tenzij er een roetfilter geplaatst wordt. De handhaving gebeurt door gecertificeerde schoorsteenvegers. Is de minister bereid om naar Duits voorbeeld alle bestaande houtkachels, allesbranders en open haarden verplicht te laten voorzien van roetfilters of te laten vervangen door een nieuwer, relatief schoner alternatief?

De VNG heeft geconstateerd dat voor het handhaven van overlast door houtrook in de praktijk niet alleen een goede methode ontbreekt, maar ook duidelijke normen over wanneer houtrook schadelijk is. Hierdoor kan in de praktijk niet op basis van het Bouwbesluit gehandhaafd worden. Mijn vraag is of de staatssecretaris bereid is om duidelijke normen te stellen voor hinderlijke houtrook, eventueel rekening houdend met weers- en woonomstandigheden. Of is dit iets wat lokaal moet gebeuren vanwege de grote verschillen tussen gemeenten? Ik constateer in ieder geval dat normen ontbreken en dat daardoor handhaving lastig is.

Mijn laatste seconde wil ik besteden aan de pelletkachels en de subsidie daarop. Dat is een perverse prikkel en ik hoop dat uit de evaluatie blijkt dat we daarmee met ingang van 2020 kunnen stoppen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel.

Meer informatie

« Terug