Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Mijnbouw

donderdag 07 februari 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat

Kamerstuknr. 32849

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik was voor dit debat begon nog even op het Malieveld en heb een stukje meegelopen met de duizenden jongeren die vandaag op de been zijn voor het klimaat. Een aantal van hen zitten hier ook in deze zaal. Ik moet zeggen dat ik het echt hartverwarmend vind en ook een steun in de rug om er vanuit de politiek een tandje bij te zetten voor het tegengaan van klimaatverandering. Hopelijk zullen vele van de mijnbouwactiviteiten, waar wij vandaag over spreken in dit debat, snel tot het verleden behoren.

Voorzitter. Ik wil beginnen met Groningen. Ik heb een brief gezien van de minister. Er zijn door de minister heel veel toezeggingen gedaan in het debat en er zijn moties aangenomen. Nu komt het erop aan: de mensen in Groningen moeten nu echt het verschil gaan merken. De minister laat in zijn brief zien dat er veel in gang is gezet, maar we hebben toch nog wel enkele vragen aan de minister. Laat ik beginnen met de berichten over de Fazanthof in Ten Boer. Anderen hebben daar ook al over gesproken. De versterkingsoperatie loopt daar vertraging op. Er was grote opluchting toen dit project in oktober vorig jaar van start kon gaan, maar RTV Noord berichtte, ik meen gisteren, dat een van de drie aannemers zich heeft teruggetrokken en dat een andere nog twijfelt. Mijn vraag is: wie is hier nu aan zet? Wat kan de minister doen voor deze bewoners?

Voorzitter. Dan het nieuwe governancemodel, de verdeling van rollen en taken. De minister geeft aan dat hij nog altijd in gesprek is met alle betrokken partijen hierover. Hoe lang gaan die gesprekken nog duren? Wat staat er nu precies aan in de weg om te komen tot een model? Wat is de stand van zaken van de lokale plannen van aanpak voor de versterking? Wanneer zullen alle zes plannen van de gemeenten door het Staatstoezicht op de Mijnen zijn goedgekeurd? Ik heb begrepen dat Appingedam goed op weg is, maar andere gemeenten nog niet. Kunnen ze van elkaar leren? Hoe kunnen we vanuit het Rijk nog een duwtje in de goede richting geven?

Voorzitter. We hoeven niet te wachten op het governancemodel, we hoeven niet te wachten op de plannen van aanpak. De minister zegt klip-en-klaar, heel duidelijk, dat nu al gestart kan worden met de aanpak van de 3.000 meest risicovolle adressen. Natuurlijk is de ChristenUnie daar heel blij mee. In het eerdere debat hebben we vastgesteld dat allerlei instanties naar elkaar wijzen en er intussen niets gebeurt. De minister geeft aan dat hij nu een permanent team in het leven wil roepen met de taak om gedurende de gehele looptijd van de operatie van de versterking in Groningen knelpunten steeds snel te signaleren en op te lossen. Dat klinkt natuurlijk goed, maar mijn vraag is wat de samenstelling van dit team wordt, wanneer het geïnstalleerd wordt en wie uiteindelijk de doorzettingsmacht heeft. Blijft deze niet ook nog gewoon bij de minister liggen?

Voorzitter. De minister heeft toegezegd speciale aandacht te geven aan de communicatie met mensen met oude schades, zelfs teruggaand tot april 2017. Hebben deze gedupeerden inmiddels al bericht ontvangen? Zo nee, wanneer krijgen deze mensen dan wel wat te horen?

Dan de mensen die eerder te horen hebben gekregen dat hun huis niet veilig is en nu een tegenovergestelde boodschap krijgen: hun huis is wel veilig en hoeft niet versterkt te worden. Dat zal komen doordat er gewerkt wordt met de nieuwe NPR, de gaswinning omlaaggaat en het allemaal veiliger wordt, maar ik begrijp heel goed dat mensen er geen touw meer aan vast kunnen knopen en zich niet veilig voelen in hun huis. Deze mensen komen nu toch achteraan in de rij te staan voor een nieuwe beoordeling. De minister heeft toegezegd dat hij hiermee aan de slag wil gaan. Hij neemt de zorgen serieus, hij begrijpt de zorgen en hij wil hier ook capaciteit voor vrijmaken. De heer Sienot refereerde al aan de quickscan die mensen kunnen krijgen zonder dat dat ten koste gaat van de meest onveilige woningen. Hoe staat het met deze toezegging?

Voorzitter. Dan de kleine velden. Er lijkt een trend van intensivering van de olie- en gaswinning uit kleine velden te zijn en de ChristenUnie maakt zich daar zorgen over. Ik noem de Bommelerwaard en Woerden en er zijn vele locaties meer te noemen. Dit dreigt ten koste te gaan van het draagvlak voor de energietransitie op lokaal niveau. Mensen begrijpen het gewoon niet meer: hun woning moet van het gas af en moet verduurzaamd worden en tegelijkertijd worden ze geconfronteerd met nieuwe gaswinning. Dat roept heel veel vragen op. Hoe staat het precies met de gaswinning uit die kleine velden? Hoeveel vergunningen of wijzigingen van vergunningen zijn er in 2018 behandeld voor de winning van gas en/of olie uit de kleine velden? Welke velden betreft het? Wat is de status van deze velden? Hoe verhouden deze aantallen zich tot die van de vorige vijf jaren? Het zijn heel veel vragen, maar ik maak me gewoon echt zorgen hierover. De trend is dat we van fossiel afgaan — niet voor niks zijn al die jongeren vandaag op de been — maar het lijkt alsof Nederland het beleid rond kleine velden intensiveert. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Voorzitter. De laatste plek die ik in dit debat wil bezoeken, is het Waddengebied. De NAM is van plan om vanuit Blija en Ternaard meer aardgas te winnen onder de Waddenzee. De vergunning is dusdanig oud dat de maatschappelijke en juridische context van de Waddenzee compleet veranderd is. De opsporingsvergunning stamt, als ik mij niet vergis, uit 1990 of 1991, toen de Waddenzee nog niet op de UNESCO Werelderfgoedlijst stond. Bovendien achtte de NAM het gebied toen niet geschikt voor winning en wordt het pas heel recent opeens weer gezien als mogelijke boorlocatie. Wat is de motivatie van de NAM om nu ineens deze vergunning in gebruik te willen nemen? Even onder ons: ik keek hiernaar met mijn nieuwe medewerkster. Zij zei: deze vergunning is gewoon ouder dan ikzelf ben. Dat geeft al aan hoelang deze vergunning op de plank heeft gelegen. Nee, wij doen niet aan kinderarbeid; het is gewoon een ontzettend oude vergunning. Waarom wordt die nu afgestoft en aangesproken? Het kan toch niet zo zijn dat dat gebeurt, juist in het Waddengebied? Ziet de minister ruimte om te onderzoeken of er toch nog een herbeoordeling kan komen? Moet daar niet opnieuw naar gekeken worden, nu er sprake is van kwetsbare natuur en UNESCO Werelderfgoed? Ik kan me helemaal aansluiten bij de oproep van de heer Van der Lee aan de minister om hierbij maximale creativiteit in te zetten, mocht er toch sprake zijn van juridisch complexe procedures als we deze vergunning gaan heroverwegen. Ik ben benieuwd wat de minister daarop gaat antwoorden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Op de seconde nauwkeurig zes minuten, mevrouw Dik-Faber. Mijn complimenten, u bent de eerste.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u. Nog een kleine opmerking: ik heb zo meteen een debat over geneesmiddelen, dus ik zal na de inbreng van mevrouw Van Brenk de vergadering tot mijn spijt verlaten. Maar mijn nieuwe medewerker luistert mee. Er wordt dus meegeluisterd.

De voorzitter:
Ik begrijp het. Met zo veel verschillende debatten en vijf zetels in de Kamer moet je schipperen waar je bij kunt zijn.

Meer informatie

« Terug