Bijdrage Nico Drost aan het VAO Spoor (AO d.d. 04/04)

donderdag 18 april 2019 00:00

Bijdrage Nico Drost aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris van Veldhoven-van der Meer van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 29984

De heer Drost (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Drie moties van onze kant. Dank voor de beantwoording in het AO. Het was een goed overleg. De eerste motie gaat over de reistijdverkorting naar de landsdelen, in het verlengde van de motie die eerder is ingediend door collega's Van der Graaf en Ziengs.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer met de aangenomen motie-Van der Graaf/Ziengs (35000-A, nr. 73) heeft verzocht de reistijdverkorting tussen de landsdelen te prioriteren in de uitwerking van het Toekomstbeeld OV;

overwegende dat het Toekomstbeeld OV een basis biedt voor verdere uitwerking en prioritering met de landsdelen;

verzoekt de regering in overleg met de decentrale overheden, in de najaarsbrief met betrekking tot het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) te schetsen welke stappen de komende jaren al gezet kunnen worden en daarbij aan te geven hoe deze stappen zich verhouden tot de doelen van het Toekomstbeeld OV,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Drost en Ziengs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 841 (29984).

De heer Drost (ChristenUnie):
De tweede motie gaat over kansrijke locaties in het ov, die wellicht nog niet in het toekomstbeeld zijn opgenomen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit het Toekomstbeeld OV 2040 blijkt dat het aantal knelpunten in de ov-infrastructuur hoog is en de gezamenlijke overheden hiermee de komende twintig jaar voor een grote opgave staan;

constaterende dat er al is gekeken naar de bestaande netwerken en enkele regionale wensen voor nieuwe lijnen, zoals de verbindingen Veendam-Stadskanaal en Breda-Utrecht;

overwegende dat er nog meer witte vlekken bestaan in het ov-netwerk waar het ov-aandeel laag is, maar de totale vervoersvraag hoog;

verzoekt de regering samen met de decentrale overheden, verder in beeld te brengen welke locaties in Nederland op basis van de vervoersvraag kansrijk zijn voor een kwaliteitssprong in het ov-aanbod, bijvoorbeeld als het gaat om frequentie en reistijd, om zo meer mensen een aantrekkelijk alternatief te bieden voor de auto,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Drost en Schonis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 842 (29984).

De heer Drost (ChristenUnie):
De derde motie gaat over toegankelijkheid van het ov voor mensen met een beperking. We hebben veel vertrouwen in de aanpak van de staatssecretaris, maar we willen dat dit ook een basisvoorwaarde wordt voor de regionale vervoerders.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat toegankelijkheid van het spoor ook belangrijk is voor mensen met een beperking;

van mening dat dit ook een aandachtspunt moet zijn bij de verdere uitwerking van het Toekomstbeeld OV;

verzoekt de regering hier blijvend aandacht voor te hebben en er tevens op toe te zien dat ook decentrale overheden en regionale vervoerders de toegankelijkheid van het ov voor mensen met een beperking als basisvoorwaarde hanteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Drost. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 843 (29984).

De heer Drost (ChristenUnie):
Dank u.

De voorzitter:
Dank u wel.

Meer informatie

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

juli 2019

juni

mei

april