Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Jeugdzorg

woensdag 17 april 2019

Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuknr. 31839

De heer Voordewind (ChristenUnie):

«Onze kinderen zijn niet geholpen met een paar handen, maar met een mens achter dat paar handen, die begaan is met degene die zorg en hulp nodig heeft, die hem of haar eventueel een knuffel kan geven, omdat wij als ouders dat op dat moment niet kunnen.» Dat is een hartenkreet van een vader van een meisje met autisme, dat in een instelling woont. Een meisje dat behoefte heeft aan structuur, maar elke keer geconfronteerd wordt met nieuwe gezichten voor de groep. Zij en haar ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat zij de beste en passende zorg krijgt. De ChristenUnie wil dat kinderen zo veel mogelijk in gezinssituaties opgroeien; thuis of anders in een pleeggezin of gezinshuis. Dat is nog niet zo. Er zitten op dit moment te veel kinderen in een gesloten jeugdzorgin-stelling en daar is nog veel te verbeteren. Dat blijkt ook uit rapporten van Defence for Children en uit twee recente proefschriften, waaronder dat van Peter Dijkshoorn, die u wel bekend is. Het is schrijnend dat veel kinderen niet thuishoren in de gesloten jeugdzorg, maar daar toch zitten bij gebrek aan alternatieven. Vaak is er in het voorstadium van alles misgegaan, waaruit blijkt dat plaatsing in een gesloten jeugdzorginstelling in veel gevallen voorkomen had kunnen worden.

Het is goed dat er gewerkt wordt aan de transformatie in de gesloten jeugdzorg, maar het begint bij de basis. Ondanks de grote tekorten werken gemeenten in de sociale wijkteams met hart en ziel aan preventie en vroegsignalering. Passende zorg begint daar al. Ik vraag dan ook of er in die wijkteams misschien nog meer deskundigheid nodig is. Hoe gaat de Minister dat verder bevorderen?

Uit onderzoeken blijkt dat repressieve maatregelen de effectiviteit van de behandelingen bedreigen. Hoe zorgen we ervoor dat de behandeling weer centraal komt te staan in de gesloten jeugdzorg? Zijn daar voldoende gekwalificeerde mensen voor?

Het is goed dat de sector in het kader van suïcidepreventie niet alleen pogingen maar ook gedragingen gaat registreren. Ik lees dat de sector daarvoor voorbereidingen treft. Worden zij straks dan ook verplicht om te registeren? Ik hoor graag een reactie van de Minister op dit punt. Is ook 113Online hierbij betrokken en zijn hun adviezen goed verwerkt in de aanpak?

Voorzitter. De sector wil het aantal separaties in 2021 met 80% verminderd hebben. Ik vraag de Minister of die ambitie niet omhoog moet. Peter Dijkshoorn is al eerder genoemd. Hij werkt bij Accare en heeft laten zien dat separeren niet nodig is. Kan de Minister ook reageren op het rapport van Defence for Children? Daarin wordt gepleit voor een heldere uniforme definitie van vrijheidsbeperkende maatregelen, voor effectief toezicht en voor goede rechtswaarborgen voor kinderen. Vindt de Minister zelf ook dat in 2021 het aantal separaties met 100% verminderd zou moeten zijn? Onderwijs is een belangrijk aandachtspunt in de transformatie naar kleinschalige voorzieningen. Hoe gaat deze Minister, samen met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, zorgen dat dit goed wordt meegenomen en geen sluitpost zal zijn?

Er ligt nu een actieplan van de sector, waar veel partijen hun verantwoor-delijkheid in dragen. Wat ziet de Minister als zijn eigen verantwoorde-lijkheid in deze transformatie? Wat betekent het concreet als de Minister zegt dat de projectkosten gefinancierd gaan worden? Hoeveel geld is er beschikbaar? Komt dat geld uit het transformatiebudget? Is dat budget niet al vergeven?

Tot slot, voorzitter. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat dit actieplan, conform de motie van de ChristenUnie, daadwerkelijk in samenhang wordt bezien met het nog te ontvangen actieplan over gezinshuizen? Er wordt wel naar verwezen maar nog geen voorsprong genomen op hoe dat dan zou kunnen; bijvoorbeeld in die regionale samenwerkingsver-banden, met aanbieders voor het ontwikkelen van een nieuw aanbod aan woonruimte voor jongvolwassenen én voldoende Wmo-aanbod voor diezelfde jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg. Tot zover.

Meer informatie

« Terug