Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

woensdag 24 april 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamerstuknr. 33473

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één opmerking vooraf. Op de agenda staat het kabinetsperspectief op de NOVI, maar we hebben veel input gekregen op de ontwerpNOVI. Ik heb begrepen van de stakeholders die daar inzicht in hebben dat de ontwerpNOVI afwijkt van het kabinetsperspectief. Mijn vraag is: hoe zinvol is het om vandaag over het kabinetsperspectief te spreken? Hoe relevant zijn die stukken nog als er ook al een traject in gang is gezet richting de ontwerpNOVI? Met dat in mijn achterhoofd wil ik toch een aantal punten meegeven aan de Minister. Ik hoop dat die echt nadrukkelijk een plek krijgen in de ontwerpNOVI.

Voorzitter. De ruimte in Nederland is kostbaar en schaars. Vanuit alle verschillende idealen, belangen en behoeften in ons land wordt ook een beroep gedaan op die schaarse ruimte. Terecht stelt het kabinet in zijn kabinetsperspectief op de NOVI dat het niet mogelijk is elk belang zijn maximale ruimte te geven, zonder dat dit ten koste gaat van een ander belang. De belangen botsen dus, zelfs die van de vier grote prioriteiten. Mijn eerste vraag aan de Minister is daarom of zij in kaart kan brengen waar de grootste botsingen zitten bij deze vier grote prioriteiten. Hoe gaat hier in de concept-NOVI, die wij dus niet kennen, op worden geantici-peerd? Is het een idee om hiervoor te komen tot een concreet afwegingskader? In die spanning tussen belangen wil mijn fractie ervoor waken dat harde economische belangen per definitie leidend gaan zijn. Zou de Minister er daarom voor openstaan om niet alleen de provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies, maar ook de Nationale Omgevingsvisie door de Commissie voor de m.e.r. te laten beoordelen?

Voorzitter. Energiewinning heeft een grote impact op onze ruimte. Ik denk dat we in dat verband alleen maar hoeven te denken aan de kolenmijnen in Limburg of de gaswinning in Groningen. We weten allemaal welke gevolgen dat boven en onder de grond had en nog heeft. Ook de energietransitie en de winning van nieuwe energie op land en op zee laten hun ruimtelijke sporen na. Een goede en overkoepelende ruimtelijke inkadering van de duurzame energievoorziening en participatie van burgers zijn dan ook een absolute must om de klimaatdoelstellingen te halen. Onderschrijft de Minister dat belang? Is er in de NOVI voldoende ruimte om de afspraken uit het Noordzeeakkoord een plek te geven? Voorzitter. Voor de uitvoering van mijn motie over de zonneladder is altijd verwezen naar de ontwerpNOVI en de NOVI. Ik ben erg teleurgesteld over de magere manier waarop de zonneladder, in ieder geval in het kabinets-perspectief, een plek heeft gekregen. Er staan een paar mooie woorden over de voorkeur voor zon op dak en in gebieden met lage landschappe-lijke of landbouwkundige waarde, maar ik lees niets over harde criteria, niets over een instrumentarium en het woord «zonneladder» komt helemaal niet eens voor in het kabinetsperspectief. Graag een reactie.

Verder denk ik dat we de transitie naar emissieloze mobiliteit moeten aangrijpen om betere luchtkwaliteit als doel op te nemen in de NOVI, evenals een nationale agenda voor laadinfrastructuur. Is de Minister hiertoe bereid?

Voorzitter. Voldoende schoon zoet water is van belang voor de drinkwater-voorziening en voor de land- en tuinbouw. Omdat 40% van ons drinkwater gemaakt wordt uit oppervlaktewater moet duidelijk zijn welke oppervlakte-wateren ook in de toekomst een drinkwaterfunctie hebben. Net als in de Structuurvisie Ondergrond, de Strong, moeten in de NOVI toekomstige mijnbouwactiviteiten worden uitgesloten in de waterwingebieden. Is de Minister daartoe bereid?

Voorzitter. Een zorg die ik in veel inbrengen teruglees, bijvoorbeeld in die van het IPO en die vanuit Noord-Nederland, is de zorg om de regio. Komt in de NOVI nu ook echt een visie op die gebieden van Nederland die wel bewoond zijn maar niet verstedelijkt, en die niet per definitie groeien maar soms wel met krimp te maken hebben? Ik zie dit type gebieden niet terug in de richtingbepalende onderwerpen, maar vraag de Minister hier wel nadrukkelijk oog voor te hebben bij de concept-NOVI. Kan zij toezeggen dat hierin ook specifiek een kader wordt geboden voor de ruimtelijke vraagstukken in die gebieden?

Voorzitter. Zo’n zelfde vraag staat er ook nog over de landschappen. De vorige keer heb ik hier ook aandacht voor gevraagd, maar in het kabinetsperspectief wordt in de voetnoot bij de bescherming van landschappen slechts een enkel voorbeeld genoemd, zoals het Groene Hart en de Waddenzee. Ook hier stel ik de vraag hoe in de rest van Nederland met landschap wordt omgegaan. Wellicht kan ik hierover samen met mevrouw Laan-Geselschap een motie indienen. Het amendement waaraan ik refereerde was trouwens een amendement bij de Natuurwet, maar die wordt opgenomen in de Omgevingswet.

Mijn laatste punt, voorzitter, is sociale inclusie. Waar het het belang van goede toegankelijkheid betreft, zou ik graag zien dat een en ander verduidelijkt wordt. Het is ontzettend goed dat dit belang nu wel in de ontwerpNOVI zal worden opgenomen, waarvoor ook onze grote dank, maar zullen hier ook concrete doelstellingen aan worden gekoppeld voor het verbeteren van de toegankelijkheid van de openbare ruimte en van gebouwen voor mensen met een beperking? Mijn fractie hecht daar veel waarde aan. Een samenhangende Omgevingsvisie laat zien dat de inrichting van de fysieke ruimte alles te maken heeft met gezondheid en met sociale inclusie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel.

Meer informatie

« Terug