Bijdrage Carla Dik-Faber aan de Begroting Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) (35300-XIV)

woensdag 09 oktober 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamerstuknr. 35300 – XIV

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Twee woorden domineren het nieuws van de laatste weken: stikstof en klimaat. Ik liep mee met jonge mensen tijdens een klimaatstaking, die zorgde voor een verkeersinfarct hier in Den Haag en voor overvolle treinen. Ik was erbij toen er een verkeersinfarct was in heel het land en boeren met hun trekkers op weg gingen naar het Malieveld. Wat een krachtige signalen.

Maar al te vaak wordt de oplossing van al deze problemen op het boerenerf geschoven. Dat vindt mijn fractie te gemakkelijk. Het tegengaan van klimaatverandering en het beschermen van onze natuur zijn vraagstukken die onze hele samenleving aangaan en waarbij voor ons allemaal een verantwoordelijkheid ligt. Vorig jaar heb ik tijdens het begrotingsdebat mijn initiatiefnota Verbinding boer-burger aangeboden aan de minister en ook aan collega-Kamerleden. Het is fantastisch om te zien hoeveel steun de boeren vorige week hebben gekregen voor hun actie, maar tegelijkertijd is de kloof tussen boeren en burgers en tussen stad en platteland groter dan ooit. Burgers hebben wel een mening over hun voedsel, maar weten niet meer hoe het geproduceerd wordt. De verbinding tussen boeren, burgers en buitenlui kan helpen om elkaar beter te leren begrijpen en samen toe te werken naar een volhoudbaar voedselsysteem. Ik wil de minister dan ook bedanken voor haar uitgebreide reactie op mijn initiatiefnota. Er komt een heuse handelsmissie in eigen land. Ik zou graag zien dat er veel meer producten uit eigen land in het schap van de supermarkt komen te liggen en dat de supermarkten elkaar hier ook op gaan benchmarken. Hoe verlopen de gesprekken die de minister met de supermarkten voert? Welke concrete stappen kunnen we hierin van de supermarkten zelf verwachten? De overheid kan hierbij volgens mij het goede voorbeeld geven en zo veel mogelijk producten uit eigen land in de catering opnemen. Wil de minister deze stap zetten en dat ook uitdragen naar provincies en gemeenten?

Voorzitter. De ChristenUnie is blij met de Taskforce Korte Keten, die boeren ondersteunt bij het organiseren van hun eigen afzetkanalen en de afstand tussen boeren en burgers zo letterlijk en figuurlijk kleiner maakt. Zo hoeven boeren, al dan niet georganiseerd in platforms, niet allemaal zelf het wiel uit te vinden. Een van de grootste uitdagingen ligt op het punt van de logistiek. Wat kan de minister daarin betekenen?

De heer Madlener (PVV):
Ik hoor mevrouw Dik-Faber de hele tijd praten over een kloof tussen boer en burger, maar ik heb in de enquêtes gezien dat de burger de boer juist heel erg steunt. Er is dus niet zozeer een kloof tussen de boer en de burger, maar eerder een kloof tussen de politiek en de boer. Begrijpt u dat?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik vond het hartverwarmend om te zien hoeveel steun de boeren vorige week kregen toen zij massaal naar het Malieveld waren gekomen. Ik heb in mijn omgeving inderdaad niemand horen zeggen: wat een rare actie; daar begrijp ik niks van. Integendeel, de samenleving heeft hier heel veel waardering voor uitgesproken. Daar ben ik blij mee. Tegelijkertijd zie ik het volgende. Laat ik het maar heel persoonlijk maken. Mijn ouders kwamen allebei nog van het boerenbedrijf. Ik heb daar als kind ook nog rondgestruind. Maar mijn dochter komt niet meer op het boerenbedrijf. Er is in een beperkt aantal generaties dus echt een afstand ontstaan tot de boerderij, tot het leren kennen van hoe ons voedsel wordt geproduceerd. Ik zie nu dat er een hele grote groep burgers is die wel een mening heeft over voedselproductie, en tegen de boeren zegt "we willen dierenwelzijn en milieueisen, we willen dit en we willen dat", en tegelijkertijd geen idee meer heeft hoe het er op het boerenerf aan toegaat. Ik vind het belangrijk om die kloof te overbruggen. Daarvoor heb ik vorig jaar dat initiatiefvoorstel ingediend. Ik zie ook kansen, juist omdat de samenleving kennelijk wel heel veel waardering heeft voor onze boeren.

De heer Madlener (PVV):
Ik wil alleen het punt aanstippen dat de kloof tussen boer en burger nu helemaal niet zo belangrijk is. De protesten richten zich namelijk niet op de burgers; de protesten richten zich op de politiek. Het is de politiek van de laatste jaren die de boeren terecht woedend gemaakt heeft. Het wordt ze onmogelijk gemaakt. Het is de politiek waar u naar moet wijzen. U moet naar uzelf wijzen en niet naar de burger.

De voorzitter:
Gaat u verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ja, voorzitter, dat ga ik doen.

Voorzitter. De maatschappelijke diensttijd is een initiatief van ChristenUnie en CDA dat door het kabinet omarmd is. Er wordt veel gesproken over jongeren die aan de slag gaan bij zorg- en welzijnsorganisaties en sinds kort ook Defensie. Maar waarom laten we jongeren niet het boerenland opgaan of de stal ingaan? Ik sprak een jonge boerin, die haar studiegenoten uit Rotterdam meenam naar de stal in een dorpje op de Veluwe om hen koeien te leren melken. Er ging een wereld voor deze jonge mensen open. Natuurlijk is het geen verplichting voor de boeren en voor de jongeren, maar laten we in ieder geval wel de mogelijkheid geven voor een maatschappelijke diensttijd bij de boeren. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Vandaag wil ik ook de kritische consument een pluim geven. Ze zijn minder voedsel gaan verspillen: sinds 2010 bijna een derde minder. Dat is natuurlijk goed nieuws. Wordt er onderzocht wat de succesfactoren zijn? Mijn fractie zou graag zien dat ook de verspilling in de supermarkten en op het boerenerf wordt teruggedrongen. Het is onbestaanbaar dat goede groenten vanwege esthetische eisen worden afgewezen. Vorig jaar is mijn motie aangenomen over het schrappen van esthetische eisen in handelsnormen. Wat is daarmee gebeurd? Heeft de minister ook Europese medestanders om dit in Europa op de kaart en op de agenda te zetten?

Voorzitter. De stip op de horizon is kringlooplandbouw. De ChristenUnie wil deze omslag heel graag maken, samen met de boeren. Een systeemverandering is niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Zij vraagt aanpassing van wetgeving en een ander consumentengedrag en zij kan niet zonder een goed inkomen voor de boer. Het wetsvoorstel over duurzaamheidsinitiatieven maakt het ook mogelijk dat boeren meer dan nu met elkaar samenwerken om sterker te staan tegenover grote inkooporganisaties. Dat is goed. Biedt dit wetsvoorstel ook ruimte voor samenwerking in de keten?

Voorzitter, ik zie een interruptie.

De voorzitter:
Jullie zijn zo betrokken!

Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Ik hoor mevrouw Dik-Faber het woord "kringlooplandbouw" uitspreken. Ik zou graag van haar horen of zij zit in het kamp van D66 of in dat van de VVD.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zit in het kamp van de ChristenUnie.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):
Ik stel de vraag omdat er voor mij als kijker net een hele grote onduidelijkheid was door de clash tussen de VVD en D66 over het begrip "kringlooplandbouw" en omdat ook u in de coalitie zit. Spreekt u onderling wel eens over wat dat nou precies betekent?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Wij hebben een prachtige visie Kringlooplandbouw. Die heeft de minister opgesteld en die hebben we hier in deze Kamer ook besproken. Ook de uitwerking van die visie hebben we met elkaar besproken. Volgens mij gaan we stap voor stap op weg om de kringloopvisie te realiseren. Ik zie dat de een wellicht wat ongeduldiger is dan de ander, maar de kringloopvisie is de stip op de horizon en daar gaan we samen met de boeren stap voor stap naartoe op weg.

De heer Moorlag (PvdA):
We kunnen er wel wat lacherig over doen, maar volgens mij is het gemeenschappelijke concept van kringloop dat de coalitie dacht te hebben, vandaag in gruzelementen gevallen. De coalitie was het erover eens: het is een zwart-witte hond. Voor het ene deel van de coalitie is het nu een helemaal witte hond met een paar kleine zwarte stipjes erop en voor het andere deel is het een helemaal zwarte hond, met een paar kleine witte stipjes erop. Dat is toch niet uit te leggen aan de samenleving? Mijn vraag aan mevrouw Dik-Faber is dus of het begrip "kringlooplandbouw" van de coalitie vandaag gewoon niet klinisch dood is.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Nee, zeker niet. We hebben de kringloopvisie neergelegd. Die hebben we in de Kamer besproken. Ik heb in deze Kamer geproefd dat de kringloopvisie niet alleen steun kreeg van de coalitiepartijen, maar brede steun kreeg. Dat heb ik ook gezien in de samenleving: steun vanuit boerenorganisaties én steun vanuit natuurorganisaties. Ik vind het heel erg belangrijk dat we hier nu samen de schouders onder gaan zetten, samen met natuurorganisaties, samen met de boeren en met een brede steun in deze politieke arena.

De heer Moorlag (PvdA):
Mijn kritiek op het concept "kringlooplandbouw" was dat het veel te vaag was. Zodra het wat duidelijker wordt, ontstaat er verdeeldheid in de coalitie, omdat het veel te procesgericht is. Ik stel vandaag vast dat kringlooplandbouw voor de coalitie voortaan kringgesprekkenlandbouw is.

De voorzitter:
Mevrouw Dik-Faber, gaat u verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Die vaststelling laat ik voor de heer Moorlag.

Ik wil gaan verhalen over een werkbezoek dat ik heb afgelegd bij een varkenshouder in de provincie Overijssel. Dat was buitengewoon interessant. De dikke fractie en de mineralenconcentraten worden in een composttoren verwerkt, bij de boerderij. Ze worden verwerkt tot een droge meststof die kan dienen als kunstmestvervanger. De stikstof wordt gebonden door het composteringsproces, maar jammer genoeg kan dit product niet in Nederland worden toegepast. Een gemiste kans. Het gebruik van kunstmest brengt een extra stroom stikstof in de kringloop en de productie ervan kost veel aardgas. De ChristenUnie wil dat de Nederlandse landbouw veel efficiënter gebruik kan gaan maken van natuurlijke meststoffen die vrijkomen bij de productie van dierlijke producten als hoogwaardige kunstmestvervanger. Tot het eind van dit jaar loopt een onderzoek mineralenconcentraat. Wat mijn fractie betreft moet dit maximaal opgeschaald worden. Wil de minister dat ook?

Voorzitter. Met de Brusselse besluiten over de pulsvisserij hebben de vissers het in een klap weer heel erg lastig gekregen. De meest moderne vloot van Europa, misschien wel de meest moderne vloot van de wereld, wordt teruggeworpen in de vorige eeuw. Het is goed dat de minister naar het Europees Hof van Justitie is gestapt om het pulsverbod ook aan te vechten, maar daarnaast hebben we nu ook de brexit en is er een Noordzee-akkoord aanstaande dat zeker ook impact zal hebben op de visserij. Nu is in het regeerakkoord drie keer 5 miljoen euro uitgetrokken voor innovaties binnen de visserij. Hoe staat het met de toewijzing van die middelen, hoe worden die middelen ingezet en hoe wordt de visserijsector daarbij betroken?

Tijdens onze fractiedagen hebben we met de ChristenUniefractie een wandeling gemaakt door het Speulderbos, ook wel het bos van de dansende bomen genoemd, samen met een boswachter van Staatsbosbeheer. De leeftijd van dit bos, zo'n 200 jaar, maakt het Speulderbos bijzonder mooi en indrukwekkend. Bomen, bossen zorgen voor schone lucht en helpen klimaatverandering tegen te gaan. De minister komt met een bossenstrategie en mijn fractie is daar ontzettend blij mee. Ik las intussen ook over het plan van GroenLinks en de SP om voor elke Nederlander een boom te planten. Ik moet dat plan nog lezen maar het klinkt inspirerend. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat wij, dat onze generatie in beweging komt voor de toekomst van onze kinderen. Daarom stelt mijn fractie voor dat er voor elk kind dat geboren wordt, een boom wordt geplant, een babyboom. Graag een reactie van de minister.

Met de natuur, Gods schepping, in ons land gaat het niet goed. Voor de biodiversiteit staan alle seinen op rood en volgens de Gezondheidsraad ligt er een deken van stikstof over ons land. Er is gelukkig nu een biodiversiteitsplan en het is goed dat het kabinet snel met een reactie op het rapport van de commissie-Remkes is gekomen. Ik ben blij met de voorgestelde aanpak van het kabinet. We gaan boeren helpen als ze anders willen gaan boeren of willen stoppen en we investeren in kringlooplandbouw en ook innovatie in de landbouw. Er gaat ook worden geïnvesteerd in natuurherstel. We verlagen de snelheid gericht op die plekken waar dat een positief effect heeft op de stikstofuitstoot. Maar mijn fractie wil dat we niet alleen kijken naar wegverkeer en landbouw voor het tegengaan van de veel te hoge stikstofuitstoot. Na het uitkomen van het tweede rapport van Remkes in mei 2020 liggen ook maatregelen voor luchtvaart en scheepvaart op tafel. Voor de balans in ons land is het belangrijk dat alle sectoren bijdragen aan het tegengaan van de stikstofproblematiek en dat geldt wat de ChristenUnie betreft dan ook zeker voor de luchtvaart.

De voorzitter:
Mag de heer Von Martels interrumperen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Zeker. Graag.

De voorzitter:
Oké. De heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):
Dank u, voorzitter. Het schijnt te mogen. Voor de duidelijkheid wil ik even glashelder een antwoord hebben op de vraag of het nou gaat over een babyboom of over babybooming. Dat was mij namelijk niet helemaal duidelijk.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat laatste, babyboom, is natuurlijk altijd heel erg verheugend voor de ouders maar we houden vandaag echt een pleidooi voor een babyboom.

De voorzitter:
Helder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ja, dat dat maar even opgehelderd is.

Voorzitter. Mijn fractie merkt dat er onder boeren veel onrust is over het RIVM-model dat wordt gebruikt als het gaat om de stikstofdepositie. Inderdaad, het RIVM-model is niet perfect en het is dan ook goed dat er hard gewerkt wordt aan een beter model. Volgens mij komt dat begin 2020 beschikbaar. Daarbij is het belangrijk dat er meer wordt gemeten, wat tenslotte betrouwbaarder is dan berekenen. Om data goed te kunnen interpreteren, is natuurlijk ook transparantie nodig over het model en de gebruikte gegevens. Hoe gaat het RIVM die transparantie bieden en wat kan de minister daarin betekenen? Ik merk dat er onder boeren niet alleen zorgen zijn over het RIVM-model maar dat er ook gewoon heel veel vragen zijn over de toekomst van hun bedrijf. Wat gaat er precies gebeuren? En dat geldt ook vast voor andere ondernemers. Is de minister bereid om een telefonische en onlinehelpdesk in te richten waar mensen terechtkunnen met al hun vragen? Volgens mij had de CDA-fractie die vraag ook al aan de minister voorgelegd.

Voorzitter. Volgende week zullen we het debat hierover verder voeren. Wat de ChristenUnie betreft is en blijft er een toekomst voor de agrarische sector in Nederland. Iemand die boer wil worden in Nederland, iemand die zijn bedrijf wil doorgeven aan de volgende generatie moet dat kunnen. Daarvoor is een houdbare toekomstbestendige manier van landbouw bedrijven nodig die rekening houdt met de grenzen van mens en natuur maar ook de mogelijkheden ziet van een sector die wereldleider is op landbouwinnovatie. Laten we daar dan ook samen met de boeren snel en serieus werk van maken.

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug