Bijdrage Carla Dik-Faber aan de Begroting Infrastructuur & Waterstaat

woensdag 16 oktober 2019

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenaire begrotingsbehandeling met minister van Infrastructuur en Waterstaat van Nieuwenhuizen Wijbenga en staatssecretaris van Veldhoven-van der Meer van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 35300 - XII

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag bespreken wij de misschien wel mooiste begroting van het kabinet. Laten we niet vergeten dat milieu een belangrijke poot is van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dan hebben we het over de zorg voor onze leefomgeving, voor Gods schepping, én het gaat over investeringen in de toekomst van ons land. We staan voor een grote maatschappelijke transitie in de manier waarop we samen wonen, werken en recreëren. Die maatschappelijke transitie kan niet zonder grote investeringen in onze infrastructuur. Dat is cruciaal voor de ontwikkeling van Nederland. Het lijkt me geweldig om in deze tijd minister van Infrastructuur en Waterstaat te zijn en met een investeringsfonds te kunnen bouwen aan de toekomst van ons land. Waarom dan toch die focus op 130, de Maut, een regionaal vliegveld? Ik kan me voorstellen dat dat de dossiers zijn waar de minister niet heel blij van wordt. Waar is het grote verhaal over infrastructuur in de toekomst? Mijn collega Stieneke van der Graaf ziet ernaar uit om met de minister dit debat te gaan voeren bij het algemeen overleg MIRT.

Voorzitter. Gisteren voerden wij het debat met de staatssecretaris over de circulaire economie. Ik heb daarbij ook verteld over mijn gesprek met de frisdrankenproducent. Deze frisdrankenproducent wil de verpakkingen in 2025 helemaal circulair maken. Dat betekent dat de stroom pet en blik terug moet naar de producent. Nu verdwijnt veel pet en blik nog in de pmd-container, waar het geen hoogwaardige toepassing voor recycling kan krijgen. Of, erger nog, veel verdwijnt in het zwerfafval. De monitoring van Rijkswaterstaat laat zien dat ondanks de grote inspanning van het bedrijfsleven het aantal kleine plastic flessen in het zwerfafval toeneemt. Daarmee komt de introductie van statiegeld op kleine flesjes in beeld.

Voorzitter. Als het gaat om blik, hebben we helaas moeten vaststellen dat VNG en het verpakkend bedrijfsleven geen actieplan en reductiepercentage voor blik in het zwerfafval hebben kunnen vaststellen. Mijn fractie vindt dat heel zorgelijk, omdat er in het zwerfafval veel meer blik zit dan plastic flesjes. We hebben het risico van de verschuiving. Ik ben samen met collega Von Martels van het CDA op bezoek geweest bij een melkveehouder in Leusden. Daar hebben we ook gehoord dat er elk jaar ten minste 4.000 koeien doodgaan als gevolg van scherp-in. Ik ben dan ook heel blij dat er nu een ruime Kamermeerderheid is voor wettelijke maatregelen voor blik. We vragen de staatssecretaris daarom eenzelfde traject in gang te zetten voor blik als voor plastic flesjes. Gisteren is in het debat al gewisseld dat de staatssecretaris wettelijke maatregelen voor ogen heeft en dat ze hierover ook een brief naar de Kamer stuurt. Voor mijn fractie is statiegeld geen doel op zich, maar we weten dat dit hét instrument is om van pet en blik circulaire stromen te maken. Daarom is de ChristenUnie al jarenlang fervent pleitbezorger van statiegeld. We zijn ook heel blij met de voortvarendheid van deze staatssecretaris op dit dossier.

Voorzitter. Textielrecycling zou ik anders hier aan de orde stellen, maar dat is gisteren ook uitgebreid gewisseld. Dat laat ik nu dus rusten. Er komt ook nog een VAO.

Dan het onderwerp repair, repareren. Dit kabinet maakt werk van een circulaire economie en trekt daar dit jaar en volgend jaar 80 miljoen extra voor uit. Binnen een circulaire economie gaat het om het verminderen, hergebruiken en recyclen van spullen: reduce, reuse, recycle. Het repareren, repair, van spullen als schakel kan niet ontbreken en verdient een plek in de circulaire ambachtscentra. De Stichting Repair Café speelt een belangrijke rol bij het opzetten van een reparatie-infrastructuur in onze samenleving. In buurten en wijken worden repair cafés georganiseerd. Deze initiatieven hebben ook een sociaal doel. Daarom hebben ChristenUnie en D66 een amendement ingediend om dit soort initiatieven en het vergroten van de reparatie-infrastructuur als schakel in de circulaire economie te versterken.

Voorzitter. Waar ik me zorgen over maak, is dat ik nog steeds signalen krijg dat er te weinig vraag is naar recyclaat. Nascheiden is daardoor zelfs duurder dan het verbranden van afval. Dat kan niet de bedoeling zijn. Graag een reactie van de staatssecretaris. De overheid kan namelijk met haar inkoopbeleid launching customer zijn, en de overheid heeft instrumentarium — regelgeving — om percentages recyclaat in verschillende productstromen verplicht te stellen. Voor sommige productstromen doen we dat ook al. Wanneer is het moment om dit breder in te zetten, is mijn vraag aan de staatssecretaris.

Voorzitter. Vorig jaar heb ik aandacht gevraagd voor de afvalscheiding op stations. Ik heb daarna een werkbezoek gebracht aan station Amsterdam Centraal. Ik moet zeggen dat dat heel erg leerzaam was. Ondanks alle inspanningen lukt het niet om afvalscheiding in de trein en op de stations goed voor elkaar te krijgen. Eerlijk gezegd is het menselijk gedrag hierbij de zwakke schakel. Dat neemt niet weg dat mijn fractie van mening is dat we hierop moeten blijven inzetten; gedragsverandering is een zaak van de lange adem. Kan de staatssecretaris schetsen hoe haar contacten met NS en ProRail verlopen? Ondersteunt ze mijn conclusie dat we de ambitie hoog moeten houden en dat we hierop moeten blijven inzetten?

Voorzitter. Stations zijn publieke plekken, maar er zijn meer publieke plekken, bijvoorbeeld pretparken en recreatieparken. Het afval dat hier wordt ingezameld, heeft in grote lijnen dezelfde kenmerken als huishoudelijk afval, dat door gemeenten wordt ingezameld. Gemeenten worden financieel gecompenseerd door het Afvalfonds Verpakkingen, maar deze vaak maatschappelijk georiënteerde bedrijven, die publieke plekken, worden niet gecompenseerd. Een vergoeding kan helpen om recycling van afval dat buitenshuis wordt ingezameld een boost te geven. Wil de staatssecretaris hier onderzoek naar doen? Ik weet dat ik deze vraag eerder heb gesteld, maar de circulaire economie komt steeds hoger op de agenda; we voelen de urgentie steeds meer. Ik denk echt dat als we hier nog eens goed naar kijken, het een bijdrage kan leveren aan het doel dat we allemaal voor ogen hebben. Vandaar mijn vraag.

Voorzitter. Dan een heel ander onderwerp, de autoloze zondag. Eind september werd in verschillende Europese steden de autoloze zondag gevierd. De beelden zagen er feestelijk en ontspannen uit. Mensen ontmoetten elkaar op plekken waar anders de auto's staan te ronken. Om in autotermen te blijven: we zitten als samenleving met onze 24 uurseconomie vaak in de allerhoogste versnelling, maar het is goed voor mens en natuur om één keer per jaar gas terug te nemen, tot rust te komen en te laten zien dat we best wat vaker zonder de auto kunnen. Daarom doen ChristenUnie en GroenLinks vandaag het voorstel om ook in Nederland de autoloze zondag te omarmen. Uiteraard ligt de besluitvorming bij gemeenten, maar het Rijk kan dit idee wel positief uitdragen en desgewenst gemeenten ondersteunen in de communicatie. Is de staatssecretaris daartoe bereid?

Mevrouw De Pater-Postma (CDA):
Het klinkt als een heel sympathiek voorstel op het gebied van duurzaamheid. Ik hoorde van uw collega — onze collega — van GroenLinks dat het voor heel Nederland zou gaan gelden. Maar wij hebben er al CDA-fractie één vraag bij. Mobiliteit, de auto, wordt ook gebruikt, met name op zondag, om familiebezoekjes af te leggen. Ook zijn er mensen die de auto nodig hebben om naar de kerk te kunnen gaan. Zoals u ongetwijfeld weet, zijn er kerken die mensen met de auto ophalen zodat ze naar de kerkdienst kunnen. Hoe ziet de ChristenUnie dat voor zich? Betekent het voorstel dat mensen thuis moeten gaan zitten, achter de geraniums, opdat iedereen dan een duurzame zondag kan beleven?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat laatste is juist wat we niet willen. Ik heb beelden gezien van steden in Europa die de autoloze zondag vieren waar heel veel creativiteit was. Waar mensen elkaar op straat ontmoetten. Waar events waren. Waar kinderen op straat aan het stoepkrijten waren. Dus ik zag helemaal geen mensen achter de geraniums zitten. Tegelijkertijd: er wordt gezegd dat dit voor heel Nederland geldt. Zeker. Alle Nederlandse gemeenten zouden wat mij betreft de mogelijkheid moeten hebben om voor hun eigen grondgebied een autoloze zondag in te stellen. Dat kan misschien voor het hele grondgebied, dat kan wellicht alleen voor het centrum, dat kan voor een speciale wijk, wellicht alleen bepaalde straten. Dus het is niet zo dat heel Nederland één keer per jaar een autoloze zondag heeft. Het gaat echt om bottom-up besluitvorming door gemeenten. Juist een dag van ontmoeting en rust in een al te hectische samenleving.

Mevrouw De Pater-Postma (CDA):
Ik was bij de laatste autoloze zondag in Brussel. Ik herken inderdaad die beelden van skatende mensen op een straat, wat ontzettend leuk is en plezier oplevert. Maar tegelijkertijd zie ik ook iets anders. Stel dat wij dit hier met z'n allen zouden uitrollen. Dan is het nog niet zo makkelijk uitvoerbaar. Naast dat er mensen die in de binnenkernen wonen, thuis komen te zitten en niet meer op pad kunnen om anderen te bezoeken, zie ik ook nog eens al die wegen die moeten worden afgezet door vrijwilligers. Er zit ontzettend veel werk achter. Ik zet dus echt vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van dit plan.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb in Europese steden gezien dat het wel degelijk mogelijk is en dat er ook veel draagvlak voor is. Ik vind het ook belangrijk dat we het niet hier vanuit de Tweede Kamer gaan beslissen, maar dat er echt draagvlak is in de samenleving. Ik vind het ook heel belangrijk om een beroep te doen op de creativiteit in de samenleving. Het is niet de bedoeling dat mensen niet meer op familiebezoek kunnen gaan of dat mensen kun kerk niet meer kunnen bezoeken. Laat duidelijk zijn dat het geldt voor één zondag in het jaar, dat 365 dagen telt. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat er elektrische busjes gaan rijden om mensen die slecht ter been zijn op te halen, zodat ze toch naar de kerk kunnen gaan. Ik zie hier niet direct de beren op de weg die het CDA ziet.

De heer Stoffer (SGP):
Ik ben toch iets positiever dan het CDA. Dus net als bij GroenLinks — toen was mevrouw Dik-Faber er niet — wil ik een compliment maken: leuk idee, goed idee. Ik stelde straks ook de vraag of het, als het goed bevalt, uit te breiden is naar meer zondagen per jaar. Of blijft het bij de ChristenUnie bij die ene?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mijn fractie omarmt de autoloze zondag als een dag van bewustwording en een dag van rust in een al te hectische samenleving. Ik denk dat het echt ogen opent en heel veel creativiteit op gang brengt. Als er nou gemeenten zijn — ik zeg met nadruk gemeenten — die vinden dat het naar meer smaakt, geloof ik niet dat er nou heel veel regels in de weg staan om dat op basis van lokaal draagvlak verder te organiseren. Maar wat mijn oproep vandaag is, is om aan te sluiten bij de Europese autoloze zondag. Het is één dag in het jaar, ik meen in september, waarop in verschillende Europese steden die autoloze zondag wordt gevierd. Dan kunnen we met elkaar een krachtig signaal afgeven.

De heer Remco Dijkstra (VVD):
Dat is een goede vraag van de heer Stoffer. Ik denk dat hij het wel 52 zondagen per jaar wil en u eigenlijk ook — ik zie u glimlachen daarbij — vanwege zingeving en andere zaken. U heeft het over draagvlak van onderop, maar hoe is dit goed te handhaven? Je vraagt nogal wat van mensen. Heel veel mensen willen het ook niet, denk ik. U heeft het nu ineens over elektrische busjes die gaan rijden. Nou, volgens mij was het juist niet de bedoeling dat je ging rijden. Hoe wordt dit gehandhaafd en levert dit niet ook allerlei ellende op in de uitvoering?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Er worden hier allemaal beren op de weg gezet waarvan ik me afvraag of we die moeten opwerpen. We hebben de voorbeelden in andere Europese steden en ik heb daar niet gehoord dat handhaving daar nou zo'n enorm groot probleem was. Elke stad heeft er wel eigen keuzes in gemaakt. De ene stad had het centrumgebied afgesloten en een andere alleen bepaalde straten en pleinen. Dat is gebeurd op basis van draagvlak en lokale besluitvorming. Dus ik zie gewoon die beren op de weg niet zo die de heer Dijkstra ziet.

De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik dacht dat de heer Dijkstra misschien nog een keer deze kant op zou komen.

De voorzitter:
Nee, hij komt niet.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Nou, dat is jammer.

De voorzitter:
Gaat u verder.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil weer even teruggaan naar vorig jaar, toen de motie-Sienot/Dik-Faber is aangenomen met het verzoek om versneld pictogrammen op verkeersborden te plaatsen voor alternatieve brandstoffen door werk met werk te maken als er onderhoudswerkzaamheden aan de weg plaatsvinden. Hoe staat het ervoor? Het lijkt mijn fractie dat het een realistisch tijdpad is om in 2022 alle borden van een nieuw pictogram voorzien te hebben. We zien nu dat onder druk van de uitspraak van de rechter snelheidsborden razendsnel worden vervangen. Dan kunnen de pictogrammen voor alternatieve brandstoffen toch ook heel snel worden geplaatst? Graag een reactie.

Voorzitter. Ik kom op de trein. Ik hoorde al fantastische geluiden over de Europese trein en daar wil ik me heel graag bij aansluiten. Ik geloof dat net iemand sprak over onontgonnen gebied richting Scandinavië. Ik kan dat uit eigen ervaring bevestigen. Het zou gewoon zo goed zijn als we veel meer inzetten op dat Europese treinnetwerk.

Dan kijk ik naar de Nederlandse trein. Wij vinden het belangrijk dat mensen de trein als dat kan verkiezen boven de auto, maar dan moeten we er natuurlijk wel voor zorgen dat internet in de trein goed, snel en betrouwbaar is. Daarom hebben wij vandaag samen met het CDA een amendement ingediend om het internet in de trein te verbeteren voor meer comfort voor de passagiers.

Voorzitter, de binnenvaart. De vergroening van de binnenvaart is een belangrijk onderdeel van de green deal maritiem. Het is van groot belang om de binnenvaartsector in de toekomst ook aantrekkelijk te houden voor handels- en productiebedrijven. Er wordt ingezet op nieuwe samenwerkingsvormen, een labelsysteem voor binnenvaartschepen en het opzetten van een duurzaamheidsfonds. Met het bedrag van 15 miljoen dat vooralsnog beschikbaar is, kunnen pilotprojecten en nieuwe innovaties worden ondersteund. Ziet de minister mogelijkheden om hier nog een verdere stap in te zetten?

Dan het onderwerp geluidsschermen — er komt echt van alles voorbij in deze begroting. Vorig jaar is de motie-Van der Graaf/Sienot aangenomen over het probleem dat bewoners meer geluidsoverlast ervaren door verouderde geluidsschermen, toegenomen drukte op de snelwegen en de hogere maximumsnelheid, zoals langs de A28 bij Harderwijk en de A20 bij Maassluis. De regering is verzocht om in overleg te gaan met Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten om bij vervanging van geluidsschermen in een vroeg stadium met een plan te komen om de overlast voor bewoners te verminderen. Mijn fractie krijgt echter signalen dat de gemeente en de provincie op deze plekken welwillend zijn, maar dat Rijkswaterstaat niet meewerkt. Wij vragen hier actie van de minister. Hoe staat het met de uitvoering van de motie? Zijn er inmiddels concrete plannen opgesteld om geluidsoverlast voor omwonenden te verminderen en, zo ja, waar?

Voorzitter. Mijn laatste punt is de vrachtwagenheffing. Er wordt gewerkt aan een wetsvoorstel over de vrachtwagenheffing. De consultatiefase is gesloten. Hoe staat het met de voortgang van dit wetsvoorstel? In maart heeft de Kamer de motie-Van der Graaf/Schonis aangenomen waarin de regering is verzocht om verschillende varianten voor tariefdifferentiatie uit te werken om emissieloos vrachtvervoer te stimuleren. Hoe staat het met de uitwerking van deze motie?

Voorzitter. Dit was mijn bijdrage in eerste termijn. Ik zie uit naar de beantwoording van de bewindspersonen. Ik wens hun heel veel succes bij de verdere taken die hun wachten, ook het komende jaar weer.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Raan heeft nog een vraag aan u.

De heer Van Raan (PvdD):
Collega Paternotte is inmiddels bereid gevonden om zijn standpunt van D66 te herzien en om even te wachten tot de commissie-Remkes ook over de luchtvaart heeft geadviseerd met betrekking tot de besluitvorming rond Lelystad Airport. Ik weet inmiddels informeel dat het CDA niet daartoe bereid is. Ik weet dat het niet uw dossier is, maar zou u bereid zijn om aan de heer Bruins, uw collega die over luchtvaart gaat, te vragen of hij zich kan scharen achter het volgende? Is hij bereid te wachten met besluitvorming over Lelystad Airport totdat de commissie-Remkes daarover heeft geadviseerd? Misschien kunt u daar in tweede termijn iets over terugmelden hier in de Kamer.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik wil natuurlijk alles aan mijn collega Bruins voorleggen, maar er staat de heer Van Raan niets in de weg om contact op te nemen met de heer Bruins om te horen hoe wij in dit dossier staan. Ik heb natuurlijk ook het advies van de commissie-Remkes gelezen. Daar zitten allerlei behartenswaardige zaken in, en er komt nog een advies over luchtvaart. Dat zullen we dan met elkaar moeten gaan bespreken.

De heer Van Raan (PvdD):
Ik begrijp het antwoord maar omdat we hier met een kleine verandering te maken hebben, is het toch goed om dat ook in deze zaal te bespreken. Dus ik zou het op prijs stellen als u dat wil vragen en het antwoord zou kunnen terugkoppelen. Dank u wel als u dat wil doen.

De voorzitter:
Het is een herhaling van de vraag, mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ga kijken wat precies de vraag was en wat er mogelijk is.

Meer informatie

« Terug