Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de voortgang van de implementatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (conform motie-Dijksma)

woensdag 18 december 2019

Bijdrage Gert-Jan Segers aan een plenair debat met minister de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamerstuknr. 24170

De heer Segers (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ook van mijn kant dank voor uw opening van dit debat. Dat was indrukwekkend en wat mij betreft ook een onderstreping en een aanmoediging om door te gaan met de initiatiefwet van de PvdA-fractie, de D66-fractie en onze eigen fractie om gebarentaal, Nederlandse gebarentaal, te erkennen. Ook de doventolk die daar bezig is, is zo'n aanmoediging daartoe.

"De maatschappij maakt ons kwetsbaar, omdat de maatschappij niet op ons is aangepast." Dat zijn woorden van de bekende voorvechtster van gelijke behandeling voor iedereen, Noortje van Lith. De woorden van Noortje geven treffend weer waar het om gaat: mensen met een beperking willen niet kwetsbaar zijn. Ze willen gewoon meedoen in een samenleving, net als iedereen en zonder belemmering. Dat raakt mijn overtuiging dat de waarde van ons allemaal, de waarde van ieder mens, niet afhangt van wat je doet of wat je kunt of van wat andere mensen van je vinden, maar dat je een uniek schepsel van God bent.

Het VN-verdrag over gehandicapten, dat sinds juli 2016 voor Nederland geldt, geeft mensen met een beperking het recht om volwaardig en op gelijke voet met anderen deel te nemen aan de samenleving. We zijn nu drie jaar verder. Waar de minister nog eufemistisch spreekt van "een voorzichtig stijgende lijn" of "een stabiel beeld" is de schaduwrapportage die we ontvangen ronduit kritisch, bijvoorbeeld op het punt van de Participatiewet en de Wajongwet, die mensen met een arbeidsbeperking onvoldoende helpen om een betaalde baan te krijgen. Mensen met een beperking worden onvoldoende betrokken bij de uitwerking van het beleid. Ook bij ondersteuning, participatie en verstrekking van hulpmiddelen is sprake van een verslechtering. Zijn de minister en de staatssecretaris het met mij eens dat de rapportages in ieder geval duidelijk maken dat het actieprogramma Onbeperkt meedoen! geen vrijblijvend actieplan mag blijven, maar dat een rijksbrede aanpak nodig is waarin ook andere ministeries hun verantwoordelijkheid nemen? Een lijst met 42 indicatoren is natuurlijk mooi, maar zonder streefdoelen en een tijdspad kan niet worden bepaald of die voortgang ook voldoende is. Het gaat bij het VN-verdrag niet om politieke keuzes die we al dan niet kunnen maken, maar om verplichtingen van de Staat. Mensen met een beperking hebben gewoon het recht om mee te doen.

Ik ben ook benieuwd hoe de minister de inzet van de gemeenten beoordeelt. De minister van Gehandicaptenzaken, die hier ook aanwezig is — ik zag hem net binnenkomen — geeft aan dat slechts een kwart van de gemeenten een lokale inclusieagenda heeft. Vervolgens zijn we daar binnen de ChristenUnie zelf mee aan de slag gegaan en hebben we onze eigen raadsleden en wethouders ook een aanmoediging gegeven: hoe zit dat nou in jouw gemeente? Dat geeft een wat wisselend beeld. Soms maakt dit onderdeel uit van een bredere agenda in het sociale domein, maar ik denk dat het goed zou zijn om in gesprek te gaan met gemeenten, met de VNG, om te kijken wat hun inzet is en of op het punt van die lokale inclusieagenda ook een extra stap moet worden gezet.

Voorzitter. Dan het vervoer. Niet alle vervoerders doen evenveel op het gebied van toegankelijkheid, reisassistentie en begeleiding. Collega Bergkamp refereerde daar al aan. Is de minister bereid om afspraken te maken over wat toegankelijkheid als basisvoorziening voor iedere vervoerder inhoudt, waarbij deze afspraken ook als ondergrens worden meegenomen bij aanbestedingen? Ik overweeg op dat punt een motie in te dienen.

Voorzitter. Uit de schaduwrapportage blijkt dat een kwart van de mensen met een beperking leeft in armoede en sociale uitsluiting. Verder blijft de ontwikkeling van de koopkracht van mensen met een beperking ver achter bij het gemiddelde. Is de minister bereid om onderzoek te doen naar de inkomenspositie van huishoudens met een gezinslid met een beperking en daarbij zowel inkomsten als uitgaven goed in kaart te brengen?

Helemaal tot slot herhaal ik de vraag van collega Van den Berg: wat gaat de minister doen om te zorgen dat ook in het Caribisch deel van Nederland invulling wordt gegeven aan de verplichtingen van het verdrag? Mijn collega Stieneke van der Graaf heeft op dit punt een aangehouden motie.

Zelf moet ik helaas even voor twaalven weg. Mijn collega Stieneke van der Graaf zal het vervolg van het debat doen en ook de tweede termijn. Tot zover deze dienstmededeling.

De heer Renkema (GroenLinks):
Heeft u nog wel tijd voor de beantwoording van mijn vraag?

De heer Segers (ChristenUnie):
Zeker.

De heer Renkema (GroenLinks):
Het is eigenlijk dezelfde vraag die ik D66 stelde. De ChristenUnie zegt hier een aantal dingen over armoede, maar ook over wetgeving als de Participatiewet en de Wajong. Er is een verdrag getekend waarin staat: eigenlijk zou de overheid gewoon moeten kijken wat het effect is op de doelgroep van de regelgeving die we afspreken. Die handtekening is niet voor niks gezet. Er is bij het Wajongdebat een motie ingediend waarmee wordt gezegd: laat het toetsen voordat we gaan stemmen. De ChristenUnie steunde die motie niet. Dat heeft mij verbaasd.

De heer Segers (ChristenUnie):
Uw informatie verbaast mij nu even. Ik hoorde u die vraag stellen aan collega Bergkamp. Toen dacht ik: die vraag zou hij ook weleens aan mij kunnen stellen. Ik ben dus even gaan graven. Ik zag zowel bij D66 als bij de ChristenUniefractie een groen vinkje als het gaat om de motie over toetsing aan het verdrag. Ik ben dus voor toetsing en ben er dus voor dat we het bij belangrijke momenten inderdaad toetsen aan het VN-verdrag. Je kunt niet zeggen: dat geldt altijd, voor alle wetgeving. Maar recent hebben wij een voorstel gedaan voor een generatietoets. Dan kijk je bij belangrijke momenten hoe het uitpakt voor verschillende generaties. Ik zou het heel goed vinden om zo'n toets uit te voeren als het gaat om naleving van dat VN-verdrag en de impact die het heeft op gehandicapten.

De heer Renkema (GroenLinks):
Misschien hebben we het over twee verschillende moties.

De heer Segers (ChristenUnie):
Dat zou kunnen.

De heer Renkema (GroenLinks):
Die moeten we eens naast elkaar gaan leggen. Mijn vervolgvraag is de volgende. Vind ik de ChristenUnie aan mijn zijde als ik een voorstel zou doen om te borgen dat wet- en regelgeving eigenlijk altijd automatisch wordt getoetst aan het VN-verdrag?

De heer Segers (ChristenUnie):
Ik had net even een paar bijzinnen die ik wel belangrijk vind. Als u zegt "alle wet- en regelgeving", vind ik dat u wel heel veel vraagt. Ik weet niet of het altijd, bij elke wet en bij elke regel relevant is. Maar bij een aantal hele markante momenten, bij grote wetgeving — u noemde bijvoorbeeld de Wajong — vind ik het logisch om die inderdaad te toetsen aan het VN-verdrag. Want anders hebben wij hier vier minuten spreektijd over heel veel onderwerpen waarbij heel veel langskomt en dan kan het ook zomaar een beetje wegdrijven. Ik vind het dus wel belangrijk om ook bij individuele wetten de mogelijkheid te hebben om te zeggen "bij deze wet gaan we toch eens even toetsen", en om dus niet de plicht te hebben om het altijd bij elke regel en elke wet te doen.

Mevrouw Agema (PVV):
Vindt de ChristenUnie dat mensen met een beperking tegen treintarief moeten kunnen reizen?

De heer Segers (ChristenUnie):
U overvraagt mij een beetje over tarieven. Dat weet ik niet. Maar de veronderstelling is dat het dus niet zo is. Dat ligt besloten in uw vraag. Als het gaat om toegankelijkheid vind ik dat wel wonderlijk, moet ik zeggen.

Mevrouw Agema (PVV):
Het is namelijk zo dat de kilometers voor het Valysvervoer zijn begrensd op 700 kilometer. Tot 700 kilometer geldt treintarief. Daarna gaan mensen met een beperking €1,20 per kilometer betalen. Dat is een enorme vervijfvoudiging van het bedrag. Ik heb daar al eerder een motie over ingediend. Ik vind dat we de gelijkwaardigheid juist ook op dit vlak zullen moeten regelen. Dus ik ga een motie indienen. Als u die kunt bekijken, hoop ik op uw steun.

De heer Segers (ChristenUnie):
Die ga ik zeker bekijken.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Segers.

Meer informatie

« Terug