Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020 (Tweede en derde incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket banen en economie)

maandag 18 mei 2020

Bijdrage aan een wetgevingsoverleg met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. We zitten vandaag bij elkaar om als Tweede Kamer in te stemmen met dat wat nu "noodpakket 1.0" is gaan heten. Dat moeten we niet vergeten. Ik dank de bewindspersonen en hun ambtenaren, die hier dag en nacht hard aan hebben gewerkt. In feite is dit pakket natuurlijk al lang van start gegaan. De ChristenUnie zal de wijzigingen van de begroting dan ook steunen. Ik wil vandaag de tijd nemen om vooral ook vooruit te kijken, omdat vanaf 1 juni noodpakket 2.0 van start moet gaan, een ander pakket steunmaatregelen voor een onzekere tijd.

Voorzitter. Er komt een tornado af op Nederland. Tot nu toe zijn de ontslagen beperkt gebleven en zijn bedrijven overeind gehouden door de overheid, maar nu het land hier en daar langzaam weer opengaat, komt het erop aan voor ondernemers, voor werkenden, voor gezinnen. De komende maanden worden heel moeilijk voor mensen die werken in de sectoren die met beperkingen opengaan of in het geheel niet open mogen. Voor die sectoren is het belangrijk dat niet alleen de loonkosten, maar ook de doorlopende bedrijfskosten worden vergoed in noodpakket 2.0, zoals de Tweede Kamer aan het kabinet heeft gevraagd in de breed aangenomen motie-Segers/Heerma. Het gaat om kapitaalintensieve bedrijven, zoals in de maakindustrie. Het zijn vaak mkb-bedrijven, familiebedrijven, die apparatuur, installaties, werkplaatsen en kassen hebben, en die dus ook huur- en onderhoudscontracten hebben. Deze bedrijven zijn meer dan een kantoor. Het zijn bedrijven die je dus ook niet zomaar weer opbouwt als ze omvallen. Juist deze bedrijven vormen de ruggengraat van onze economie. Dus hoe staat het met de uitvoering van de motie-Segers/Heerma? Kunnen de bewindslieden een ruimhartige regeling voor doorlopende bedrijfskosten aankondigen per 1 juni? Kan het geld gerichter worden besteed, zodat het daar terechtkomt waar bedrijfskosten onontkoombaar doorlopen? Een goede regeling voor doorlopende bedrijfskosten komt geen dag te vroeg, als ik ondernemers zo hoor.

Voorzitter. Het langzaam opengaan per sector geeft opgeluchte ondernemers, maar het geeft hier en daar ook fronsende wenkbrauwen. Ik krijg signalen dat er per veiligheidsregio en zelfs per gemeente allerlei extra eisen worden gesteld aan de overeengekomen protocollen per sector. Kunnen de bewindspersonen garanderen dat ondernemers ook echt aan de slag kunnen als de protocollen zijn vastgesteld? Het kan toch niet zo zijn dat een horecaondernemer met zes restaurants — ik sprak er een — zes verschillende instructies van zes verschillende burgemeesters krijgt? Zo kan je niet werken.

Voorzitter. Daarnaast fronst men de wenkbrauwen omdat de zaak bij een-op-eencontactberoepen wel open mag, maar bij een-op-een-niet-contactberoepen niet. Een personal trainer die iemand een-op-een fit en gezond houdt op afstand, zonder andere mensen daaromheen, wordt gezien als een sportschool en die mag niet open. Een privédansles met één echtpaar op een verder lege dansvloer: mag dat? Het is de 1.300 eigenaren van dansscholen niet duidelijk. Vallen ze nou onder onderwijs, omdat het scholen zijn? Of vallen ze onder cultuur, omdat het dans is? Of vallen ze onder sport, omdat het beweging is? Kan de minister helderheid geven en er bij het OMT op aandringen dat niet-contactberoepen in een-op-eenvorm perspectief krijgen? Gezond verstand, maatwerk en experimenteerruimte zijn nodig. Het gaat niet alleen om een "go/no go"-signaal per sector.

Voorzitter. Het is belangrijk dat innovatie doorgaat in deze tijd. Je kunt je alleen maar sterk op de nieuwe tijd voorbereiden als je je uit de crisis innoveert. TNO schreef hierover een brief en een manifest, die wij als Tweede Kamer ontvingen. Zijn de bewindspersonen bereid om een kabinetsreactie te geven op deze TNO-brief?

Verder roep ik de bewindspersonen op om op afzienbare termijn het plan voor een groeifonds weer uit de kast te trekken. Dat was een goed idee en dat blijft een goed idee, juist nu.

Nog twee punten over innovatie. Ten eerste: we weten dat bedrijven in crisistijd de neiging hebben om minder te investeren in innovatie. De Wbso zal daarom dit jaar waarschijnlijk onderuitputting kennen. Is de staatssecretaris bereid om het Wbso-tarief te verhogen zodra er een signaal van onderuitputting is? Dit geld is bestemd voor innovatieve bedrijven en moet daar ook terechtkomen, juist nu. Ik heb een motie klaarliggen, maar ik hoop op een stevige toezegging.

Ten tweede. Laat de overheid nu alsjeblieft eindelijk eens als launching customer optreden. Besteed aan, start projecten, haal dingen naar voren, bij zowel de centrale als de decentrale overheid. Koop lokaal en koop nu, niet alleen de Mini's waar meneer Graus het over had, maar ook die Kustwachtschepen. Leg die busbaan aan. Kies juist nu voor slimme oplossingen door innovatief aan te besteden, in samenwerking met de meest innovatieve Nederlandse bedrijven. De overheid heeft als grootste inkoper van het land een enorme kans om een hele keten van bedrijven, in de bouw, de marinebouw, de infra en daarachter de hele maakindustrie, aan de gang te houden. Laat "launching customer" meer zijn dan een woord: doe het.

Voorzitter. Ik wil de minister even uit zijn comfortzone halen met een punt over het insolventierecht, het faillissementsrecht. In allerlei landen worden debiteurvriendelijke maatregelen genomen. In Nederland daarentegen moesten Kamerleden vorige week het mkb beschermen tegen banken en advocaten door zelf met amendementen in te grijpen bij een faillissementswet. Wil de minister er, in overleg met zijn partijgenoot op Justitie, op Rechtsbescherming, bijvoorbeeld voor zorgen dat crediteuren tijdelijk niet om een faillissement kunnen verzoeken, of wil hij bijvoorbeeld de positie van gesecureerde crediteuren tijdelijk minder dominant maken? Morgen komt de motie Van der Graaf/Van den Berge in stemming, die het kabinet hiertoe oproept. Ik zou graag zien dat deze minister van Economische Zaken, samen met zijn collega voor Rechtsbescherming, een overzicht aan de Kamer stuurt met daarin welke debiteurvriendelijke maatregelen andere landen nemen en welke maatregelen wij snel zouden kunnen nemen binnen het faillissementsrecht. Is de minister hiertoe bereid?

Voorzitter. Tot slot. Een deel van de provincies heeft ook noodfondsen ingericht. Weliswaar van bescheiden omvang, 10 à 15 miljoen vaak, maar wel belangrijk om een loopbrug, een valreep, te maken tussen wal en schip. Maar de provincies varen in de mist als het gaat om informatie over waar zij het beste nuttig en efficiënt kunnen helpen. Er zijn namelijk geen cijfers op regionaal niveau. Kan de minister het CBS vragen om niet alleen landelijke maar ook sectorale en provinciale informatie aan te leveren, op basis van bijvoorbeeld een bruto regionaal product? Dan kunnen ook decentrale overheden slimmer en complementair sturen en ervoor zorgen dat de noodmaatregelen niet overlappen en dat die van de decentrale overheden inderdaad juist complementair zijn aan die van de rijksoverheid.

Tot zover. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage, meneer Bruins.

« Terug