Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO)

dinsdag 08 december 2020

Kamerstuk 26485

Bijdrage aan een notaoverleg met minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

De voorzitter:
Dan gaan we naar de heer Voordewind van de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Het is mooi dat onze initiatiefnota hier op de agenda staat. De minister heeft er al op gereageerd. Ik zal daar zo op terugkomen.

Voorzitter. We hebben inderdaad in het regeerakkoord afgesproken om na twee jaar de evaluaties te doen. Als je de evaluaties bekijkt — ik heb ze hier ook bij me, van het KIT en van de SER — is de conclusie eigenlijk — ik vrees dat ik kan zeggen dat ik die twee of drie jaar geleden eigenlijk al inschatte — dat het onvoldoende is. We zien dat 1,6% van de bedrijven uit de dertien risicosectoren nu actief participeert. Dat is echt veel te laag. We zien dat op dit moment nog maar 35% de OESO-richtlijn uitwerkt, terwijl we op 90% moeten zitten in 2023, zoals collega Alkaya al zei.

De conclusie is dat we echt naar wetgeving moeten kijken. In de nota die we hebben geschreven met de verschillende partijen hebben we gezegd dat het ideaal zou zijn als dat Europese wetgeving zou zijn, maar we voorzagen al — we zijn nu bezig met een initiatiefwetsvoorstel om door te pakken met elkaar — dat dat nog een tijd zou gaan duren. Niet alleen wij voorzagen dat, maar ook de minister. Die heeft in de zomer of eigenlijk al in maart verschillende prognoses gegeven waaruit bleek dat dat nog wel lang op zich zou kunnen laten wachten. Ze zei er ook bij dat dat niet echt een eenduidige uitkomst gaat geven, omdat de verschillende lidstaten daar anders over denken. De minister zegt dat zij niet meer met een verplichting of een wet komt, maar dat zij de Europese route opgaat. Waarom is ze nu veranderd van mening? In de zomer zei ze nog: het zou goed zijn als wij overgaan naar nationale wetgeving, zoals het regeerakkoord eigenlijk al voorschreef. Waarom is zij daar nu op teruggekomen?

Voorzitter. De minister heeft op onze nota gereageerd. Zij zegt eigenlijk een beetje een valse tegenstelling te zien. Zij zegt dat de nota eigenlijk zegt dat je het op alle bedrijven moet gaan toepassen. Zij vindt dat je dat proportioneel moet doen en dat zou dan in tegenstelling zijn met onze nota, terwijl die heel duidelijk — het kan zijn dat iemand daar overheen heeft gelezen, hoor — beschrijft dat je dat proportioneel moet doen. De minister zegt: wat we wel gemeen hebben met de nota, is dat we het allebei op Europees niveau willen doen, idealiter. Dat klopt. Dat staat erin. Maar aan het einde van nota staat — daar komt die voorspelling weer terug — dat dat nog een tijdje zal duren. De initiatiefnemers zeggen dus: laten we nou met een nationale wet beginnen, omdat dat de boel onder druk kan zetten. Wij zijn natuurlijk niet de enigen die dat hebben gedaan. Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Italië en Spanje — we hebben ze allemaal opgesomd in de initiatiefnota — hebben natuurlijk ook niet op hun handen gezeten en zijn ook aan de slag gegaan. Dat kan alleen maar tot een betere Europese regelgeving leiden. Dus waarom het naar voren schuiven?

Dan mijn tweede vraag, over die bouwstenen. Is de minister ambitieus en zegt zij: ik ga die bouwstenennotitie nog voor het einde van deze kabinetsperiode naar de Kamer sturen? En zo ja, kan ze al een doorkijkje geven naar waar zij dan aan denkt? Wij denken er als initiatiefnemers aan om een algemene zorgplicht te organiseren voor alle bedrijven en om, als het gaat om toezicht, te kijken naar grote bedrijven, vanaf 250. Dat is ook de richtlijn van Brussel op dat punt. Ziet de minister zo'n reikwijdte ook zitten? Kortom, kan de minister daar al het een en ander over zeggen?

Dan ten slotte — ik zie dat ik alweer aan de vier minuten ben — de IMVO-convenanten. Kan de minister voor maart 2021 inzicht geven in het nieuwe beleid voor sectorale samenwerking — want daar vindt de minister het wel van belang om door te gaan — inclusief de doelstellingen en minimum kwaliteitseisen voor de initiatieven en de rollen die de overheid ook kan oppakken in die samenwerkingsinitiatieven? Blijft het kabinet ook zorgen voor financiering van initiatieven? Ik hoor graag haar reactie.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank, meneer Voordewind.

« Terug