Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus

donderdag 22 april 2021 00:00

Bijdrage Mirjam Bikker aan een plenair debat met minister-president Rutte, minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en minister Van Ark van Medische Zorg

Kamerstuknr. 25295

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Komende weken zijn er de nationale dagen die een belangrijke plek hebben in ons land — Koningsdag, dodenherdenking en Bevrijdingsdag — en opnieuw missen we de gebruikelijke samenkomsten die ons land als gemeenschap ook binden. Wat een jaar ligt er achter ons en wat een lange tocht maken we door deze pandemie. We missen gezamenlijke momenten, als families, als verenigingen, maar ook als land, met een ernstige en nu tegelijk ook goede reden. Want nog steeds willen wij een samenleving zijn en blijven waarin de kwetsbaren zo goed mogelijk beschermd worden, omdat hoe het met de zwaksten gaat laat zien wat voor samenleving je voor ogen hebt.

Als nieuw Kamerlid van de ChristenUnie is dat mijn grote inzet in mijn eervolle ambt: bijdragen aan een samenleving waar juist de kwetsbaren zich veilig en thuis weten, van heel klein tot oud, en of je nu gezond bent of juist veel moeite en verdriet in je leven kent. Ik hoop hier bij te dragen aan een overheid die een schild is voor de zwakken, voor de kwetsbaren, en aan een samenleving waarin we aandacht hebben voor elkaar, waarin ook liefde en ruimte voor gebrokenheid is en waar mensen het goede kunnen zoeken.

Voorzitter. Inmiddels zit in Nederland in een derde golf van coronabesmettingen en de inschatting van het kabinet is dat we — gelukkig, zeg ik dan — nu het hoogtepunt hebben bereikt, dat zich een plateau vormt en dat de daling snel zal inzetten. Dat geeft ruimte voor de eerste stap van het openingsplan. En iedereen snakt ernaar, maar tegelijk is daar ook de zorg over de timing. Zijn we niet te vroeg? Verlengen we de pandemie zo niet onnodig? Vorige week pleitte mijn fractie bij monde van de heer Segers voor het sturen op data en niet op een datum. Toen werd gezegd dat er een daling in gang gezet moest zijn in de ziekenhuisopnames. Die daling is over enige tijd in de modellen zichtbaar, maar het OMT gaf vandaag bij monde van de heer Van Dissel nog aan graag te sturen op een daadwerkelijke daling van 10%. Kan de minister-president uitleggen waarom hij versnelling nu al juist acht, waar hij eerder bij dergelijke cijfers juist zei dat die ruimte er niet was? Is dit te doen voor die ic-verpleegkundige die nu nog op een overvolle afdeling moet werken en die geen vakantie op kan nemen maar nog langer dubbele diensten draait? Hoe weegt de minister-president de gevolgen voor de kritisch planbare zorg in de ziekenhuizen?

Voorzitter. De kaart van Nederland geeft een divers beeld van besmettingen en ziekenhuisopnames. In het noorden van het land gaat het beter, maar het zuiden en vooral Zuid-Holland-Zuid en Noord-Brabant geven echt een ander beeld. Soms laait er in een enkele gemeente opnieuw een brandhaard op. Als dit beeld bestendigt, is het denkbaar dat sommige regio's extra maatregelen nemen om de besmettingen weer in te dammen en dat bijvoorbeeld burgemeesters en de GGD de ruimte nemen om bij oplopende besmettingen tijdelijk de terrassen toch te sluiten, de regels in de detailhandel te beperken of de bezoekregeling even iets af te schalen: weer naar één. Maar ook het uitstellen of afstellen van fieldlabs in regio's waar besmettingen en druk op de zorg te hoog is, is denkbaar. Hoe ziet de minister-president dat? Wordt hierop ingezet? Is er contact met de burgermeesters om in de regio af en toe het strengere beleid te voeren om brandhaarden te voorkomen?

Voorzitter. Vorige week is er veelvuldig gesproken over de fieldlabs en de Stichting Open Nederland. De minister heeft een toelichting gegeven, maar toch nog een vraag namens mijn fractie. Is de regering bereid om deze werkwijze zoals gebruikelijk te laten toetsen door de Algemene Rekenkamer op de rechtmatige, doelmatige en effectieve besteding van het geld en ook van de structuur die gekozen is? Graag een antwoord.

Terwijl dit debat vordert, worden er duizenden vaccinaties gezet. Een van de gelukkigen vandaag is mijn eigen moeder, mogelijk op dit moment. U begrijpt, dit is niet het enige feestje in huize Bikker; wij hebben meer goed nieuws! Toch nog een paar vragen, naast een compliment voor de versnelling. De minister heeft aangegeven dat de GGD's de vrijheid hebben om overgebleven vaccins aan kwetsbaren te geven. Kamerbreed is uitgesproken om mensen zelf de keuze te laten om alsnog gevaccineerd te worden met beschikbare vaccins die niet in de vaccinatiestrategie worden toegepast. Kan de minister bevorderen dat die ruimte er ook materieel is? Ik doel met name op de juridische aansprakelijkheid van artsen. Is hij bereid om dat met de verzekeraars en de beroepsgroep op te lossen? Wat adviseert hij mensen te doen die graag in aanmerking komen voor zo'n overgebleven prik? Moeten zij zelf contact opnemen met hun huisarts, of kunnen zij ervan op aan dat hun huisarts dit zelf in gang zet?

Voorzitter. In de verpleeghuizen zien we sinds een paar weken versoepelingen. Kan de minister met de vertegenwoordigers bezien wat nodig is om de huizen verder op weg te helpen om hier op een goede manier werk van te maken?

Tot slot, voorzitter, want ik zie dat mijn tijd wel zo'n beetje op is, herhaal ik de oproep die mijn fractie al vaker heeft gedaan: laten we werk maken van een eerlijke verdeling van vaccins over de hele wereld door patenten op te heffen, productiecapaciteit uit te breiden en vaccins op grote schaal te doneren aan derdewereldlanden, aan ontwikkelingslanden. Ik vraag de minister-president zich aan te sluiten bij de oproep van wereldleiders die zich hiervoor al inspannen. Want als de omgang met kwetsbaren iets zegt over wat voor land wij zijn, dan hebben wij ook naar buiten toe, naar andere landen toe, te laten zien dat wij onze ogen niet sluiten voor de nood wereldwijd.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik feliciteer u met uw maidenspeech.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Als ik zo vrij mag zijn: u bent een aanwinst voor de zorg; we hebben weleens gedebatteerd met elkaar. Heel veel succes in deze Kamer. Ik schors de vergadering voor een kort moment, zodat u de felicitaties in ontvangst kunt nemen. We doen het allemaal coronaproof.

« Terug