Inbreng bij evaluatie Wet Afbreking Zwangerschap 2005

woensdag 31 januari 2007

Het aandeel van buitenlandse vrouwen in het totale abortuscijfer is de afgelopen jaren steeds verder afgenomen en lijkt zich te stabiliseren. Het aantal abortussen van in Nederland woonachtige vrouwen is verder toegenomen. Zijn er achtergronden en verklaringen bij deze cijfers en trends te geven?

De overtijdbehandeling wordt in toenemende mate toegepast, zowel in absolute als in relatieve zin. Is hier een verklaring voor te geven?

Het abortuscijfer in Nederland is licht gedaald. De abortusratio stijgt echter door de recente sterke afname van het aantal levendgeborenen. Wat is de oorzaak van deze trend?

Het abortuscijfer is in de leeftijdsgroep tussen de 20 en 24 jaar het hoogst. Zijn er gegevens en achtergronden bekend waarom dit juist deze leeftijdsgroep betreft?

Een groot aantal behandelde vrouwen heeft eerder één of meerdere abortussen gehad. Zijn er achtergronden en verklaringen bij deze cijfers te geven?

In de rapportage wordt het opvallend genoemd dat in de provincies Noord- en Zuid-Holland zowel absoluut als relatief veel abortussen plaatsvinden. Zijn er achtergronden en verklaringen bij deze cijfers te geven?

Het aandeel van ziekenhuizen bij de tweede-trimesterbehandelingen is toegenomen. Een mogelijke verklaring hiervoor zou volgens de rapportage kunnen liggen in de toenemende mogelijkheden en toepassing van prenatale diagnostiek. Zijn over deze mogelijke relatie meer gegevens bekend?

Hoe kan het feit worden beoordeeld dat vrouwen met name in de vroege zwangerschap rechtstreeks naar een kliniek gaan? Verdient verwijzing door een arts met wie de vrouw een behandelrelatie heeft niet de voorkeur in het licht van zorgverlening?

Er is onvoldoende inzicht in de frequentie van consultatie van andere deskundigen. Welke mogelijkheden zijn er om meer inzicht te verkrijgen in frequentie en achtergronden bij het al dan niet consulteren van deskundigen?

In de jaarrapportage ontbreken achtergronden over de noodsituaties waarin vrouwen verkeren, op grond waarvan ze tot abortus overgaan. Zijn daarover gegevens beschikbaar?
Hoe beoordeelt u in dit kader het pleidooi van de inspectie om de abortusregistratie aan te passen zodat bijvoorbeeld duidelijker wordt hoe groot het aandeel is van zwangerschapsafbrekingen vanwege prenataal gediagnosticeerde afwijkingen?

In de jaarrapportage ontbreken gegevens over hoe door artsen en vrouwen invulling is gegeven aan de 5 dagen bedenktijd. Zijn hier gegevens over bekend?

Zijn er gegevens bekend over de behoefte aan (psychosociale) nazorg nadat vrouwen korter of langer geleden een abortus hebben ondergaan?

Is het mogelijk om standaard meer gegevens op het gebied van (na)zorgverlening in volgende jaarrapportages weer te geven?

« Terug