Bijdrage debat over de RAZEB

woensdag 04 april 2007

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Wij hebben begrip voor de opstelling van deze minister van Buitenlandse Zaken om een opening te bieden en te gaan praten met de niet-Hamasleden van de Palestijnse regering. Zijn opstelling in Brussel was nogal eenzaam. Terecht heeft hij een koppeling aangebracht met de drie voorwaarden van het Kwartet. Wij zullen de motie van de heer Van Baalen steunen. Met deze motie wordt een vinger aan de pols gehouden bij de contacten met de Palestijnse regering. Om zelf ook druk op de ketel en een vinger aan de pols te houden hebben ook wij een motie voorbereid.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering betrekkingen wil aanknopen met niet-Hamasleden van de Palestijnse regering;

overwegende dat een van de eisen die de internationale gemeenschap heeft gesteld aan het herstel van betrekkingen met de Palestijnse regering het afzweren van geweld is;

verzoekt de regering het standpunt over de houding ten aanzien van de Palestijnse regering te heroverwegen op het moment dat er opnieuw geweldsuitbarstingen plaatsvinden die door Hamas worden ondersteund of goedgekeurd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Van Gennip, Van Baalen en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 741 (21501-02).

De heer Wilders (PVV):
De heer Voordewind spreekt over de motie-Van Baalen, maar ik ben zeer benieuwd wat hij van mijn motie vindt. Kan die motie ook op zijn hartelijke steun rekenen?

Mijn tweede vraag is relevant voor de vraag of mijn fractie de motie van de heer Voordewind kan steunen. Die steun zou wel eens bepalend kunnen zijn voor de vraag of de motie het haalt. Bedoelt de heer Voordewind met "heroverwegen" dat de onderhandelingen of de gesprekken meteen moeten worden gestopt? Zo ja, dan sta ik redelijk sympathiek tegenover de motie. Of bedoelt de heer Voordewind dat nog een keer een heroverwegingsproces moet plaatsvinden? In dat geval moet ik hem teleurstellen. Dan zal mijn fractie de motie niet aan een meerderheid helpen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Op het moment dat er duidelijk aanwijsbare tekenen zijn dat Hamas geweld goedkeurt of zelfs ondersteunt, moet de huidige opstelling van de minister van Buitenlandse Zaken om contacten aan te knopen met een regering waar Hamas de meerderheid in vormt, worden heroverwogen. De vraag moet dan worden gesteld of het verstandig is om die contacten voort te zetten.

De heer Wilders (PVV):
Dus niet meteen stoppen, maar er nog een keer over nadenken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Met die motie in de hand zal ik meteen naar de minister van Buitenlandse Zaken gaan. Ik zal hem dan vragen of hij zijn relatie met de Hamasregering wil heroverwegen.

De heer Wilders (PVV):
Ik wil graag antwoord op mijn vraag. Wilt u dat het meteen stopt of dat het wordt heroverwogen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik vraag om een heroverweging. Op het moment dat er een geweldsuitbarsting is, ondersteund door de Hamasbeweging, is er genoeg aanleiding om die relatie opnieuw te bekijken. Ik moet mij dan laten overtuigen door de minister, maar wat mij betreft is de inzet dan het stoppen van de relatie. Ik kan niet alle cijfers en feiten overzien, dus ik wil dat de minister dan een standpunt inneemt. Daarna zal ik een finaal oordeel vellen.

De heer Wilders (PVV):
Dat is jammer. U zegt dus niet dat het meteen moet worden gestopt, maar u wacht af wat de minister overweegt. Ik zal de motie niet kunnen steunen. Wat is uw mening over mijn motie?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Omdat wij als parlementariër nooit alles wat er in de wereld gebeurt precies kunnen overzien, zou het ook u sieren als u de reactie van de minister zou afwachten om te zien hoe de feiten liggen, voordat wij een finale afweging maken om de minister te vragen de contacten te stoppen.

De heer Wilders (PVV):
U dient een motie in, de minister dient geen motie in. Wat krijgen wij nou! U zegt wat er moet gebeuren op het moment dat Hamas weer met geweld begint.

De voorzitter:
Het laatste was volgens mij een reactie op uw motie.

De heer Wilders (PVV):
Eigenlijk was het een vraag over mijn oordeel over de motie van de heer Voordewind.

De voorzitter:
Volgens mij lag het anders, maar probeert u het nog een keer.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Er zit een tussenfase in. Ik vraag de minister om de situatie te overwegen, om op een rij te zetten wat er aan de hand is. Vervolgens zullen wij ons oordeel daarover geven.

De heer Wilders (PVV):
Jammer, dan zal ik de motie niet kunnen steunen. Kunt u nog iets zeggen over mijn motie?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik vind het een sympathieke motie, maar ik denk dat zij door de realiteit is ingehaald, gezien de eenzame positie van de minister in Brussel. Om die reden ben ik met mijn eigen motie gekomen.

De heer Van Dam (PvdA):
Ik ga ervan uit dat de minister ook zonder uw motie elke dag aan de hand van ontwikkelingen in het gebied zal (her)overwegen, in welke intensiteit het contact met de Israëli's en de Palestijnen hoort plaats te vinden. Vindt u ook niet dat dat eigenlijk de normale taak van deze minister is?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb de motie met steun van anderen ingediend om de vinger aan de pols te houden. Als er een geweldsuitbarsting is, moet de motie worden gebruikt als aanleiding om de minister te vragen of dit genoeg reden is om het standpunt te wijzigen.

De heer Van Dam (PvdA):
Dat is eigenlijk ook het punt van de heer Wilders: als de motie niet inhoudt dat de contacten op zo'n moment moeten worden stopgezet, houdt zij dus in dat de minister gewoon zijn dagelijkse werk moet doen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Er zit een fase tussen de motie van de heer Wilders en die van mij. Ik geef de minister manoeuvreerruimte, ook gezien de drie voorwaarden die hij zelf heeft gesteld. Mocht daarvan sterk worden afgeweken, dan is dat meteen een argument om naar de minister te stappen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):
Er is al anderhalf jaar geen geweldsuitbarsting van Hamas geweest. Naar aanleiding van de motie wil ik graag testen, hoe consequent de redenering van de fractie van de ChristenUnie is. Moeten bij uitbarstingen van geweld door bijvoorbeeld Israël de relaties met Israël worden heroverwogen? Op de westelijke Jordaanoever vinden door het Israëlische leger nog elke dag liquidaties plaats, en er zijn meer voorbeelden van geweld te noemen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Over twee weken houden wij een Israël-debat. Dan ga ik hierop in.

Bron: ongecorrigeerd stenogram

« Terug