Opinie: "Politieke afzijdigheid maakt niet heilig"

Abonnement 'CU Hoofdlid - laag' op 'Contributie Hoofdleden' voor 'Dool, A.J. van den [569140]'donderdag 03 juli 2008 14:22

Gert-Jan Segers, directeur van het WI, reageert in een opiniestuk in het Reformatorisch Dagblad op een oratie van dr. Bernhard Reitsma, waarin hij beweert dat christelijke politiek het evangelie vermengt met westerse idealen. Segers bestrijdt die bewering: "Wij hoeven inderdaad niet te vechten voor Gods Koninkrijk, maar juist met die innerlijke vrijheid kunnen we ons vrijmoedig inzetten voor een rechtvaardiger wereld en de vrede van de stad."

In zijn oratie bij de aanvaarding van zijn bijzonder hoogleraarschap kraakte dr Bernhard Reitsma een stevige noot over ´christelijke politiek´. Deze politiek zou het evangelie vermengen met westerse idealen. Tegenover een oprukkende islam moeten we niet naar het zwaard te grijpen, maar de weg van het kruis en het profetisch getuigen gaan.

Bernhard en ik hebben veel gemeen en toch lijken onze wegen op cruciale momenten uit elkaar te gaan. We hebben allebei jarenlang in het Midden Oosten gewoond, zijn daar uitgedaagd door de wereld van de islam en hebben intensief opgetrokken met christenen. Ik voel me persoonlijk en geestelijk ook zeer met Bernhard verwant en toch verschillen we van mening. Het zou kunnen komen omdat hij in Libanon zat en ik in Egypte. Als er in de recente geschiedenis ergens sprake is geweest van een onheilige alliantie tussen het ´zwaard´ en het ´kruis´ dan is het wel in Libanon. In de Libanese burgeroorlog trokken ´christelijke´ milities moordend door de Palestijnse kampen van Sabra en Sjatila en ´christelijke´ politici deinzen nog altijd niet terug voor ruige machtspolitiek om het eigen ´christelijke´ deelbelang veilig te stellen. Ik kan me voorstellen dat je in die context radicaal afstand wil nemen van iedere associatie van geloof met macht. 

Ik zat in Egypte, in een machteloze kerk, met christenen die zich op zijn best geduld wisten, maar vaak gehaat. Maar hoezeer de haat van de wereld ook ons christelijke lot is, gelatenheid is geen christelijke deugd. De lijdzaamheid van de Egyptische christenen, hun zelfcensuur en hun angstige en defensieve houding hebben, volgens mij, meer te maken met een overlevingsinstinct dan met kruisdragen. En het onrecht dat ex-moslims wordt aangedaan, is niet alleen hun lot in een wereld waarin we verdrukt worden, maar ook hemeltergend onrecht.

Bernhard Reitsma´s notie dat we niet hoeven te vechten voor Gods koninkrijk aanvaard ik volledig. Christen-politici moeten daarom ook goed luisteren naar zijn oratie. Als we ons inzetten voor een wereld die dichter bij Gods bedoeling komt, dan mogen we nooit strijden alsof ons leven er vanaf hangt. Ons leven is namelijk geborgen in Christus. Maar tegelijk kunnen we juist met die innerlijke vrijheid – Christus´ koninkrijk is niet van deze wereld - ons vrijmoedig inzetten voor een rechtvaardiger wereld en de vrede van de stad. 

Machtswellust is een groot gevaar voor christen-politici. Bovendien kunnen wapens Gods koninkrijk niet vestigen en deze gebroken wereld niet redden. Alleen, we zijn dieper tot deze gebroken wereld veroordeeld dan Bernhard lief is. De christelijke houding ten aanzien van een oprukkende islam en een verworden wereld is volgens hem die van liefde, gebed en profetisch getuigenis. Maar ik ben bang dat politieke afzijdigheid ons niet heiliger maakt. Want hoe kun je bidden voor vrede, zonder dat je zelf doet wat je kunt? Hoe kun je God vragen om vrijheid voor het evangelie als je de democratische middelen om die vrijheid te beschermen onbenut laat? Hoe kun je voorbede doen voor hongerigen als je de politieke middelen niet gebruikt om voedsel eerlijker te verdelen? Hoe kun je God vragen om bescherming van zijn kerk in het Midden Oosten als je de diplomatieke en juridische middelen om hun lot te verlichten willens en wetens afwijst? Ook de keuze om af te zien van politieke actie is een politieke keuze waarover je verantwoording moet afleggen. Politieke afzijdigheid maakt ons niet minder zondig en schuldig. Integendeel.

Dietrich Bonhoeffer nam voor de Tweede Wereldoorlog een theologische positie in die vergelijkbaar was met die van Bernhard. Maar tegenover het kwaad van de Nazi´s wist hij dat niets doen erger was dan iets doen. Met vrezen en beven nam hij toen deel aan een samenzwering tegen Hitler. De mogelijkheid aangrijpen om te doen wat hij kon, was voor hem gehoorzaamheid aan Christus. Niets doen was zonde. 

Onze huidige situatie als christenen in een minderheid is misschien het beste te vergelijken met die van de joodse ballingen in Babel. Ook zij dreigden de moed te verliezen en het hoofd te buigen. Veelzeggend is dan de brief die Jeremia aan hen schrijft (hoofdstuk 29). Zijn advies is: bouw huizen, eet, drink, sticht gezinnen, bid voor de stad waarin je woont en zet je in voor de vrede van die stad. Iemand die dat advies opvolgde was Daniël. Met de innerlijke vrijheid van een gelovige en het zicht op God, nam hij vrijmoedig deel aan het politieke leven van zijn samenleving. Het beloofde land was elders, maar hij deed wat hij kon voor de vrede van de stad waarin hij woonde.

Christelijke politiek is niet de politiek van Christus, maar wel het waagstuk om ook bij onze onvermijdelijke politieke keuzes Christus na te volgen. Daarin moeten we onze weg vinden tussen onheilige machtswellust en even onheilige wereldmijding. Een gesprek als dit kan ons helpen om die smalle weg te bewandelen. 

Gert-Jan Segers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.

 

Bron: RD, 30 juni 2008

« Terug

Nieuwsarchief > 2008

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari