Een nieuw beeld van Kuyper

Abonnement 'CU Hoofdlid - laag' op 'Contributie Hoofdleden' voor 'Dool, A.J. van den [569140]'24-10-2008 15:57 24-10-2008 15:57

"Het is gek. Toen ik in mijn studententijd Het Calvinisme van Abraham Kuyper las, heb ik me vooral geërgerd. Maar nu ik opnieuw de bundel met de zes Stone-lezingen ter hand nam, heb ik een andere leeservaring gehad. Ben ik nou een neo-calvinist geworden, of heeft Kuyper meer te zeggen dan ik eerst dacht?" Het Katern van het Nederlands dagblad nodigde Gert-Jan Segers uit om de eigentijdse heruitgave 'Het Calvinisme' van Abraham Kuyper te lezen en over zijn leeservaring te schrijven.

Mijn ergernis van toen zat hem in de ongegeneerde claim dat het calvinisme garant staat voor democratie, vooruitgang, wetenschap en culturele vitaliteit. Kuyper zag hoe 2000 jaar geleden het leven door de culturele aderen ging stromen, hoe die levenstroom vanuit het Midden-Oosten naar Griekenland, Rome en de rest van Europa liep, hoe ons met het calvinisme opnieuw leven werd gegeven. En nu, zei Kuyper, staat dat calvinisme aan de rand van Amerika te wachten tot het, onder Gods gunst, Azië tot zegen kan zijn. Het was de pretentie die me irriteerde. Het beeld van de zegenende, westwaartse beweging van het calvinisme is me nog altijd te makkelijk. Ik weet ook dat Kuyper zijn streken had en zijn politiek opportunisme soms met vrome woorden toedekte. Maar ik kan de menselijke proporties van Kuyper nu beter relativeren, juist omdat Kuyper me dit keer meer te zeggen had.

Tussen de eerste en de tweede keer dat ik Het Calvinisme heb gelezen zit veel buitenland. Bij de indringende ontmoeting met andere culturen komen vragen op als: waarom vinden er in het Midden Oosten geen uitvindingen plaats? Waarom waren Ghana en Zuid-Korea in 1960 allebei even arm en is Zuid-Korea nu een vele malen rijker dan Ghana? Waarom behoren landen in Noord-West Europa tot de minst corrupte in de wereld? De ongemakkelijke waarheid is dat cultuur, religie en ethiek cruciale (niet de enige!) factoren zijn. Met veel kennis van zaken (van bijvoorbeeld ook de islam, viel me dit keer op) observeerde Kuyper culturele verschillen die er toe doen. Al ver voor Samuel Huntington en Lawrence Harrison (‘Culture matters') beschreef Kuyper hoe beschavingen en landen verschillen in hun ontwikkeling. Hij zag hoe Babel en Egypte in een diepe slaap zijn geraakt, hoe China ontwaakt, maar ook dat er een relatie bestaat tussen calvinisme en geletterdheid, politieke en individuele vrijheid. Hij legde de vinger bij het grote verschil tussen enerzijds de Franse Revolutie, waarbij ongeloof de drijfveer was en de guillotine niet van ophouden wist, en anderzijds de Amerikaanse Revolutie, waarbij de voormannen hun plek wisten ten opzichte van God en elkaar. Zo illustreerde Kuyper de wijsheid van de spreukendichter die zegt dat uit het hart "de uitgangen van het leven" zijn.

Maar voordat het ons als schuldbewuste christenen wat teveel wordt, is het belangrijk om te weten dat Kuyper de spade nog dieper stak. Het calvinisme is namelijk geen zegen omdat calvinisten betere mensen zijn, maar het is alleen een zegen daar waar het het evangelie naspreekt, vrijheden eerbiedigt en het christelijk geloof maatschappelijk handen en voeten geeft. En wat me dit keer trof was Kuypers zicht op de doorwerking van de zonde in ons continent. De man die altijd als een cultuuroptimist is weggezet, schetst aan het eind van zijn lezingenserie een uiterst somber toekomstscenario. Hij deed dat in 1898, toen zijn Vrije Universiteit floreerde, zijn ARP aan invloed won en de kleine luyden ontwaakten. Hij had makkelijk het hoofd kunnen verliezen en het zicht op de werkelijkheid kwijtraken. Maar zelfs in die context wist hij hoezeer het ongeloof zich in Europa had ingevreten en hoe onze cultuur lusteloos en hopeloos aan het worden was. In zijn spreken over het calvinisme en de toekomst kwam hij niet met een plan van aanpak, maar slechts met de diepe overtuiging dat alleen het evangelie en de werking van de Geest het oude en vermoeide Europa weer leven kunnen geven. Het calvinisme is dan als een ‘eolusharp', staand in het raamkozijn. Zonder wind zal het geen geluid voortbrengen, zonder Gods Geest is het calvinisme "volslagen machteloos".

Binnenkort wordt er in Maasluis een standbeeld van Abraham Kuyper onthuld. Als ik er ooit langs kom, zal ik mijn hoed voor hem afnemen. Voor de man die verder had gekeken dan ik dacht, een dieper besef had van de doorwerking van het ongeloof dan ik vermoedde, en een grotere afhankelijkheid van Gods Geest beleed dan ik eerst gelezen had.

Gert-Jan Segers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.

Nederlands Dagblad, 25 oktober 2008

 

« Terug

Nieuwsarchief > 2008

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari