Kerk van Kuitert is een stil uithoekje geworden (ND)

Abonnement 'CU Hoofdlid - laag' op 'Contributie Hoofdleden' voor 'Dool, A.J. van den [569140]'dinsdag 04 november 2008 13:23

In zijn vaste column in het Nederlands Dagblad haalt WI-directeur Gert-Jan Segers uit naar Kuitert en diens opvatting over geloof en politiek: "Ik kan me makkelijk kwaad maken als er iets kwaadaardigs over gelovigen in de politiek wordt geroepen. Maar Kuitert raakt me niet meer. Hij staat voor een theologie die mensen van God vervreemdt en het hart onberoerd laat. Kuitert staat voor dingen die voorbij gaan."

Lang geleden beweerde Dr H.M. Kuitert dat al het spreken over boven van beneden komt. Daarna had hij er verder maar beter het zwijgen toe kunnen doen en zijn pen kunnen opbergen. Want als God alleen maar een vernuftig verzinsel is, dan kun je hier beneden geen enkel woord over boven meer geloven. Als God zelf niets te zeggen heeft en niet inbreekt in onze werkelijkheid, dan is al het spreken over God much ado about nothing. Toch bleef Kuitert maar schrijven en praten, ook al had hij al lang niets meer te vertellen. In een artikel in Trouw (11/10) liet hij alvast wat proeven van zijn nieuwste boek ‘Dat moet van mijn geloof, godsdienst als troublemaker in het publieke domein'. Terwijl ik het las, merkte ik dat de interesse die ik 15 jaar geleden had verloren met geen mogelijkheid meer terugkomt.

Grijze hoofden
In 1992 verscheen Kuiterts ‘Het algemeen betwijfeld christelijk geloof' en de aandacht ervoor was overstelpend. Omdat je als student vaak leest wat je geacht wordt te lezen, propte ik die zomer het boek in mijn rugzak. Tijdens een liftvakantie door Oost-Europa heb ik me met horten en stoten door het boek heen gewerkt. Ik begreep dat geloofsuitspraken slechts als een voorlopig ‘zoekontwerp' moeten worden opgevat dat vroeg of laat vervangen worden door een nieuw ontwerp. Later dat jaar interviewden een vriend en ik Kuitert voor het landelijke blad van onze studentenvereniging, de CSFR. In zijn jaren zeventig huis in Amstelveen hoorden we zijn verhaal aan. Het enige wat me is bijgebleven is dat Kuitert vertelde dat een gemeentelid hem ooit hoopvol had gevraagd of er wel sigaren in de hemel waren. Kuitert had hem een hemel vol sigaren in het vooruitzicht gesteld. We moesten er alledrie om glimlachen. Ik om de rare vraag over sigaren, Kuitert waarschijnlijk om de hemel zelf.

De laatste keer dat ik aan Kuiterts voeten heb gezeten, was toen hij in debat ging met de historicus H.S. Versnel. De laatste geloofde niets van God en de bijbel, maar vond dat Kuitert moest kiezen tussen een orthodox geloof en eerlijk atheïsme. Of je gelooft dat God zich openbaart, aanvaardt het verhaal van de bijbel, of je trekt de conclusie dat het heelal leeg is en het geloof flauwekul. Maar Kuitert snoeide weliswaar driftig in de christelijke ‘geloofsvoorstellingen', maar sprak tijdens het debat ook de psalmist na in het geloof dat ‘Hij die het oor plantte ook hoort en Hij die het oog vormde ook ziet'. De grijze hoofden van veel toehoorders knikten instemmend. Ze luisterden vol bewondering naar de man die hen bij de hand had genomen en had verlost uit het diensthuis van het knellend schriftgezag en de ouderwetse orthodoxie. Hier sprak een geleerd man die hen een weg leek te wijzen van een verantwoord en redelijk geloof. Ze waren hem gevolgd sinds de jaren zeventig, bij ieder nieuw boek van Kuitert hadden de steeds grijzer wordende hoofden geknikt. Wat niet meer geloofd kon worden, moest overboord. En naar mate ze ouder werden, ging er steeds meer van het onbetwijfeld christelijk geloof op de schroothoop.

Stil uithoekje
Kuitert eindigde zijn lange mars door de geloofsvoorstellingen met zijn uitspraak dat de mens er eerder was dan God. Het was de logische consequentie van wat hij al dertig jaar eerder had beweerd, namelijk dat al het spreken over boven van beneden komt. Het had veel gescheeld als hij die uiterste consequentie eerder had getrokken en veel mensen in een vroeger stadium had afgeschrikt. Want als de grijze hoofden die hem op zijn lange mars steeds zijn gevolgd nu in de kerk om zich heen kijken, zullen ze zien dat het wat stilletjes is geworden. Als ze zich omdraaien, zullen ze zien dat niemand hen is gevolgd. Er is geen geloof meer dat aan kinderen overgedragen kan worden, er is geen waarheid meer die zoekers laat vinden, er is geen hoop meer die doet leven. Er is misschien nog wat liturgie, een gedicht, een interreligieuze dialoog misschien. Maar dat is het dan ook. Het is een stil uithoekje geworden van Gods wereldwijde en groeiende kerk waarin het om de gekruisigde en opgestane Heer gaat.

Kuitert zelf blijft spreken en schrijven. In zijn nieuwe boek waarschuwt hij voor de publieke pretentie van de islam en de rol die de ChristenUnie in het politieke landschap speelt. Hij neemt stelling tegen de ‘arrogantie' van minister Donner die zegt dat ‘geloof dat houvast vindt in een waarheid buiten de menselijke werkelijkheid meer oriëntatie biedt dan een houvast in de dagelijkse werkelijkheid'. Ik kan me makkelijk kwaad maken als er iets kwaadaardigs over gelovigen in de politiek wordt geroepen. Maar Kuitert raakt me niet meer. Hij staat voor een theologie die mensen van God vervreemdt en het hart onberoerd laat. Kuitert staat voor dingen die voorbij gaan.

Gert-Jan Segers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.

 

« Terug

Nieuwsarchief > 2008

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari