"Islam heeft probleem met tolerantie"

mijnnieuweromanmaandag 10 november 2008 10:04

Kan het ooit wat worden tussen de islam en het Westen? Gert-Jan Segers is uitermate sceptisch over de ,,onverdraagzaamheid’’ die veel moslims in haar greep houdt. Toch ziet hij mogelijkheden voor toenadering. De WI-directeur woonde en werkte zeven jaar in Egypte. Hij verwerkte zijn ervaringen in een roman. Naar aanleiding van het uitkomen van 'Twee broers en een meisje met geel haar' sprak hij met CV-Koers.

Door Tjerk de Reus

Gert-Jan Segers (1969) – directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie – zag de clash of civilisations van heel dichtbij. Hij woonde en werkte zeven jaar in Egypte, in dienst van een Nederlandse zendingsorganisatie. Die clash – de benaming is afkomstig van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington – draait om de botsing tussen Oost en West, tussen de islamitische en de westerse, ‘verlichte’ cultuur. Maar de benaming zegt nog niets over de werkelijkheid áchter deze clichématige polarisaties. Hoe ziet de ‘binnenkant’ van de denkwereld van moslims eruit? Wat is de logica van hun zienswijze? Segers kreeg door zijn verblijf meer inzicht in die wereld en deze ervaringen deelt hij in zijn roman. ,,Ik heb die botsing van culturen en de bijbehorende politieke spanningen vlees en bloed willen geven’’, vertelt hij. ,,In de periode in Egypte heb ik veel gezien en beleefd.’’

Het medium van de literatuur bewees Segers hierbij een goede dienst. Niet voor het eerst overigens. In 2000 publiceerde hij al een roman over zijn studentenjaren in Leiden, getiteld: Overwinteren. Maar die rebelse studententijd ligt nu ver in het verleden, áchter de scheidslijn die 9/11 heet. De wereld en Gert-Jan Segers zijn door die gruwelijke aanslag hun onschuld kwijtgeraakt. Religie staat vandaag in het centrum van het maatschappelijk debat en bepaalt de wereldpolitiek. Die nieuwe situatie levert dringende vragen op, die Segers als nieuwe directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie (hij trad afgelopen zomer aan) meteen op zijn bord kreeg. Momenteel werkt hij aan een nota voor zijn partij, waarin het gaat om een christelijke politieke visie op de islam.

Frustraties
Segers benadrukt twee dingen. Hij heeft meer begrip gekregen en ook meer scepsis. Dankzij de zeven jaar in Caïro is zijn begrip voor het denken van moslims, hun cultuur en hun wereldbeeld, gegroeid. Tegelijk houdt hij grote reserves. ,,De moslimwereld heeft een eigen kijk op de wereldpolitiek, op de rol van het Westen. Dat beeld heeft mij zeker niet overtuigd. Amerika en het Westen krijgen de schuld van allerlei problemen. Het machtige Amerika zou het Midden-Oosten arm houden. Dat is vaak veel te gemakkelijk. Moslims moeten hun denkbeelden corrigeren, hoe moeilijk dat ook mag zijn’’, zegt hij. ,,Maar ik heb wel begrip voor hun denkbeelden gekregen: ik heb gezien hoe die ontstaan, hoe ze samenhangen met hun cultuur, met hun religie en vooral met de politieke werkelijkheid in hun eigen land.’’
Ondanks zijn groeiende begrip en open houding keek Segers verbaasd op toen hij na 9/11 een goedopgeleide, tamelijk westers gezinde Egyptenaar met droge ogen hoorde beweren dat Bin Laden én Saddam Hussein gezamenlijk kantoor houden in een vleugel van het Witte Huis. ,,Ik was natuurlijk verbijsterd’’, vertelt Segers. ,,Maar na verloop van tijd begreep ik waarom Egyptenaren zulke ‘feiten’ voetstoots aannemen. Ze beschikken over weinig betrouwbare informatie. Een vrije pers bestaat niet in Egypte. Dat geldt voor de meeste moslimlanden. Tegelijk zijn er grote frustraties. Want Egyptenaren zien ook zelf in dat ze als land onder de maat presteren. De economie stelt weinig voor, de cultuur is allesbehalve inspirerend. En het regime van Moebarak houdt de samenleving stevig in zijn greep.’’

Radicale islam
In zijn roman laat Gert-Jan Segers zien hoe de islamitische cultuur een voedingsbodem vormt voor radicalisme. Een van de hoofdpersonen is de adolescent Magdy. Hij is slecht geschoold en maakt weinig kans op een fatsoenlijk bestaan. Een huwelijk zal niet mogelijk zijn, zolang hij werkloos is of te weinig verdient. Segers: ,,De radicale islam biedt een toekomstperspectief aan mensen zoals Magdy. Egyptenaren schamen zich over wie ze zijn. Er is zelfhaat. Om uit die naargeestige cirkel te komen, predikt de radicale islam een grootse en glorieuze toekomst. De weg daarnaartoe is de radicale islam. Een gewelddadige afrekening met de vijanden van Allah sluit daar naadloos bij aan.’’
Maar hoe voorstelbaar ook, de denkbeelden van Magdy leveren natuurlijk een grote spanning op als het gaat om vreedzaam samenleven. In de roman lijkt het erop dat een radicale gelovige als Magdy zich prima kan beroepen op de islam. Dat roept de vraag op in hoeverre onverdraagzaamheid verweven is met het hart van de islam. Zijn er eigenlijk wel aanknopingspunten te vinden in deze geloofstraditie voor respectvolle erkenning van de ander?
Dat is een lastig punt, volgens Segers: ,,Traditioneel verdeelt de islam de wereld in dar al-harb – huis van de oorlog – waar de islam nog geen heer en meester is, en dar al-islam – huis van de islam – waar een islamitische meerderheid de lakens uitdeelt. Deze zienswijze biedt weinig aanknopingspunten voor een wederzijdse respectvolle erkenning. Iemand als de bekende publicist Tariq Ramadan vindt de genoemde tweeslag achterhaald, omdat we in een globaliserende en plurale wereld leven. Hij beschouwt Europa niet als ‘huis van de oorlog’, maar als dar al-dawa, een huis van de uitnodiging om moslim te worden. Dit zou een stap vooruit kunnen zijn, maar het is nog altijd problematisch: omgekeerd laat de islam geen zending onder moslims toe. Dus ook met de meest verlichte geesten hebben we nog een probleem als het gaat om vrijheid van godsdienst en meningsuiting. Voordat de islam zich met volle overtuiging zal kunnen invoegen in een internationale rechtsorde, zal er nog wel heel wat water door de Nijl stromen.’’
Of dat punt ooit bereikt wordt, hangt ook af van de Koran. Zit die onverdraagzaamheid en de neiging tot geweld in de Koran zélf, of komt dat voor rekening van radicale moslims? Segers: ,,Ik denk niet dat de islam onontkoombaar gewelddadig is. Want dan zouden alle serieuze moslims gewelddadig zijn. Maar de Koran is wel een totaal ander boek dan de Bijbel. Zoals de geweldsteksten in het Oude Testament voor ons de lastige uitzondering zijn op Jezus’ regel van naastenliefde, zo is het met de Koran precies andersom. De teksten over verdraagzaamheid zijn de uitzondering op een grote hoeveelheid teksten over haat en oorlog.’’
 
Bloody borders
Hoewel Segers hoopvol wil blijven en een open houding aanneemt in de dialoog met moslims, kan hij er niet onderuit dat hij tamelijk sceptisch blijft. Hij studeerde in het cursusjaar 2007-2008 aan de school voor internationale betrekkingen van de John Hopkins University in Washington DC. Daar maakte hij diepgaand kennis met allerlei opvattingen van politicologen, filosofen en historici over de religieuze tegenstellingen die nu al jaren de wereldpolitiek beheersen. Bernard Lewis (1916) bijvoorbeeld, die geldt als een van de geleerdste Amerikanen op het terrein van de islam. Segers volgde ook college bij de beroemde Francis Fukuyama, een leerling van Samuel Huntington. Segers: ,,Huntington maakt ergens de opmerking dat de islam vrijwel overal bloody borders heeft. Het lukt de islam blijkbaar niet om op voet van gelijkheid om te gaan met een aangrenzende staat. Dat zie je in de Kaukasus, op de Balkan, op de Filippijnen, in Soedan, in Nigeria, noem maar op. Je kunt er moeilijk onderuit: de islam heeft een probleem met tolerantie.’’
 
Een verklaring daarvoor is volgens Segers de hechte relatie tussen religie en staat in de islam. ,,Het christendom is begonnen als minderheidsgodsdienst. Christenen uit de eerste eeuwen waren al blij als men ongehinderd Jezus Christus kon belijden. Later zou politieke macht wel een rol gaan spelen in het christelijk geloof, zéker in de praktijk, maar dan nog is er een groot verschil met de islam. In het spoor van Mohammed zijn staat en religie van meet af aan met elkaar verbonden geweest. Waar de religie beleden werd, wilde men ook de staat omvormen. Minderheden werden soms getolereerd, maar nooit met gelijke rechten.’’
Precies deze karaktertrekken van de islam maken Segers beducht voor gemakkelijke oplossingen. Er is nog een lange weg te gaan. ,,Moslimstaten moeten maar eens laten zien dat ze fatsoenlijk met hun minderheden willen omgaan. Er is geen moslimland te noemen waarin religieuze minderheden dezelfde rechten hebben als de moslimmeerderheid. Dat vind ik een veeg teken. Ik heb van dichtbij meegemaakt dat moslims die zich tot het christelijk geloof hadden bekeerd, door hun familie werden uitgekotst. ‘Jouw bloed zal stromen door de straten van Caïro’, kreeg zo’n bekeerling dan te horen. Van zo’n uitspraak kijkt niemand op in Caïro. Ik vind dat ongelooflijk. Voor de maatschappelijke en politieke dialoog is dit natuurlijk een zeer moeilijk te nemen hindernis.
Kijk naar de positie van Afshin Ellian en Geert Wilders. Zij zijn hun leven niet zeker. Sommige mensen zeggen: zij moeten zich een beetje inhouden, niet zo uitdagend zijn. Je zou ervoor moeten oppassen moslims te krenken. Ik begrijp dit wel, want fatsoenlijk met elkaar omgaan is belangrijk voor een samenleving. Maar anderzijds: ben je moslims niet aan het kleineren als je zegt: ga voorzichtig met ze om? Hoe rauw de taal van Wilders ook mag zijn, of hoe hard en rechtstreeks Ellian de dingen benoemt, zij mogen hun mening toch verkondigen? Dat is de onopgeefbare basis van een vrije samenleving: jij mag afstand nemen van andermans denkbeelden, zonder dat je voor je leven hoeft te vrezen. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed.”
 
Eergevoelens
De islamitische geloofstraditie bevat explosieve kernen. Toch is dat niet het enige, benadrukt Segers. ,,In de persoonlijke ontmoeting met westerlingen kunnen moslims hun vijandbeelden kritisch leren bekijken. Dat geldt natuurlijk ook andersom. In mijn roman heb ik een ontmoeting tussen een Egyptenaar en een Hollands meisje gebruikt om te laten zien hoe het anders kan: in een daadwerkelijke ontmoeting kunnen vooroordelen wegvallen. Ik heb zelf gemerkt hoe het Evangelie moslims in beweging kan zetten. Het verhaal dat God mens wordt, uit liefde voor zijn mensen, is ongehoord.
Een moslim kan ontzag hebben voor God, Hem zelfs liefhebben. Maar nooit zal een moslim durven zeggen: God houdt van mij. Hun relatie met God is niet wederkerig. Allah is bovendien wispelturig: van zijn oordeel kun je nooit zeker zijn. Dat is volstrekt anders in het Evangelie. Dat liefde daar de hoofdrol speelt, verbaast moslims. Ze vinden het eigenlijk ook heel vreemd dat je vergeving krijgt en vervolgens ook anderen vergeeft. En dat je opgeroepen wordt een nederig mens te zijn, die bereid is in de modder te stappen om een ander te helpen.
De moslimcultuur zit erg vast in eergevoelens en angst voor schaamte en schande. In mijn roman heb ik dit geïllustreerd met het bezoek van Sameh met het Hollandse meisje aan een tehuis voor verstandelijk gehandicapten. Sameh weet niet hoe hij het heeft, hij voelt afkeer. Vanuit zijn geloof is er geen roepingsbesef dat je juist zwakkeren moet bijstaan. Terwijl in het Evangelie de zorg voor het zwakke en onaanzienlijke tot de kern van de zaak behoort.’’
 
Nationaal ‘wij’
Het maatschappelijk debat in Nederland gaat verder, ondanks de financiële crisis die momenteel alle aandacht opzuigt. Welke weg moeten we inslaan? Het Suikerfeest verheffen tot nationale feestdag, om moslims een gevoel van erkenning te geven? Segers: ,,Feestdagen symboliseren een nationale – of Europese – cultuur. Het is niet verstandig die symbolen zonder meer in te wisselen. Je staat toch ook ergens voor? Ik denk eerder dat we ons moeten buigen over de vraag wat ons nationale ‘wij’ inhoudt. Paul Scheffer schrijft daarover in zijn boek Het land van aankomst. In het kader van die discussie is het de taak van christenen en ook van de christelijke politiek om de waarden die onze cultuur schragen, te benoemen. Dan gaat het veelal om waarden die voortkomen uit het christendom. Als je die ter sprake brengt, moet je dat niet doen om stiekem Nederland te kerstenen. Dat is te simpel. Het gaat erom dat we met elkaar in gesprek zijn over onze culturele identiteit. Als we dat gesprek goed voeren, zal onze dialoog met moslims daarbij winnen.’’
 
N.a.v. Gert-Jan Segers: Twee broers en een meisje met geel haar, Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer 2008, 216 pag., € 16,50.

Bron: CV-Koers, november

« Terug

Nieuwsarchief > 2008

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari