Voetbalspreekkoren

17-09-2004 16:23 17-09-2004 16:23

Het is een veel te mooi woord, voor een walgelijk fenomeen: voetbalspreekkoren. Wellicht overbodig te noemen dat belediging van personen, bevolkingsgroepen, rassen of religie niet strookt met de beginselen van onze rechtsstaat, en voor de ChristenUnie verwerpelijk zijn. Maar hoe voorkomen we dat tribunes, ook bij de kleinere amateursverenigingen, de afvoerput van onze beschaving worden?

Het is een veel te mooi woord, voor een walgelijk fenomeen: voetbalspreekkoren. Wellicht overbodig te noemen dat belediging van personen, bevolkingsgroepen, rassen of religie niet strookt met de beginselen van onze rechtsstaat, en voor de ChristenUnie verwerpelijk zijn. Maar hoe voorkomen we dat tribunes, ook bij de kleinere amateursverenigingen, de afvoerput van onze beschaving worden?

Minister Remkes is bereid harder op te treden tegen deze kwetsende spreekkoren in voetbalstadions. Nog voor prinsjesdag zal de minister van Binnenlandse Zaken hierover in gesprek gaan met gemeenten en voetbalbond KNVB. De Kamer vreest echter dat het blijft bij mooie woorden van Remkes, die zijn belofte alvast afzwakte door er op te wijzen dat hij uiteindelijk 'afhankelijk is van de mentale hardheid' van lokale bestuurders en de KNVB (Nederlands Dagblad). Hoe “hard” gaan de lokale ChristenUnie bestuurders dit spelen?
 
Sport als bindmiddel
Als ChristenUnie vinden wij het belangrijk dat sport fungeert als bindmiddel tussen groepen in de samenleving. Hier kunnen allerlei mensen elkaar ontmoeten ongeacht ras, geloof, politieke voorkeur of wat dan ook (eigenlijk de Olympische gedachte). De deelname aan sport is een integratiemiddel bij uitstek. Het feit dat heel veel allochtonen op clubs te vinden zijn is daarom van buitengewoon belang. Kijk alleen naar de samenstelling en diversiteit van de vele clubs en supportersverenigingen in Nederland. De integratie binnen veel sportclubs is geslaagd te noemen.
Idealistisch bezien is sport ook een middel om te leren omgaan met winst en verlies waardoor men voor 'echte leven' mentale bagage opdoet.
Als spreekkoren de sfeer tijdens de wedstrijden verzieken werkt dit op bovenstaande precies averechts. Het leidt immers tot het tegenovergestelde van wat met sport kan worden bereikt. Daarom mag de toenemende verruwing en intolerantie in de samenleving de tribunes niet betreden.
Ook behoren politieke statements niet thuis in een stadion. Voetbal moet verschoond blijven van politiek.  Israëlische vlaggen, sjaaltjes met Hebreeuwse teksten, davidsterren, ... ontsieren het voetbal en werken antisemitisme in de hand. Er moet gewaakt worden en alert gebleven worden voor signalen van intolerantie in het voetbal. Politiek wordt bedreven in Den Haag, in Brussel en in Straatsburg, niet in voetbalstadia.
Maar nu bestuurlijk: wie moet de beslissing nemen de wedstrijd stil te leggen?
 
Wie legt de wedstrijd stil?
Als het gaat om spreekkoren, wordt er regelmatig onderscheid gemaakt tussen racistische en niet-racistisch taalgebruik. In de eerste instantie lijkt dit onderscheid onzinnig. Het gaat erom dat mensen gekwetst worden, of dit nu gebeurd door het toewensen van een dodelijke ziekte of het negatief benaderen van iemands afkomst.
De logica van het onderscheid betreft echter het juridische aspect. Immers, racisme wordt in de Grondwet verboden en ander kwetsend taalgebruik niet. Vandaar dat met de wet in de hand, de politie zou kunnen optreden tegen racistische uitingen en niet tegen ander gescheld.
Indien voetbalclubs niet zelf optreden (door de scheidsrechter criteria te geven om eventueel de wedstrijd stil te leggen of te beëindigen), dient de burgemeester zich, als daar aanleiding voor is, met de kwestie te bemoeien. Het is de taak van de burgemeester om voetbalgetier (een openbare orde kwestie) bij de betreffende club aan de orde te stellen. Het mooiste zou zijn als dit besproken kan worden in een platform normen en waarden. Daarin zitten vaak ook vertegenwoordigers uit de sport. Lokale bestuurders kunnen voetbalclubs stimuleren beleid te ontwikkelen en tolerantiegrenzen te formuleren. 
Zijn het racistische uitingen dan kan de burgemeesters gelasten om de politie naar een wedstrijd te sturen en mensen aan te houden. Het ligt op zijn terrein om zaken die voortvloeien uit de grondwet aan de orde te stellen en te bewaken. Zijn het andere scheldwoorden dan ligt het lastiger. In samenspraak met de club (die vaak ook van een negatief imago afwil) kan dan besloten worden regels op te stellen waarmee de scheidsrechter een wedstrijd kan beëindigen of stilleggen. Een reden dat veel scheidsrechters dat niet doen is dat zij bang zijn voor de reactie van het publiek. Het moet daarom duidelijk zijn dat de regels voor het stilleggen van een wedstrijd in overleg met het gemeentebestuur zijn gemaakt. Op het moment dat de wedstrijd wordt stilgelegd moet de politie daarvan op de hoogte zijn, zodat zij eventueel ingezet kan worden. 
Het is duidelijk dat er nog stringentere afspraken tussen de betrokken partijen (KNVB, de clubs, de gemeenten en de politie) nodig zijn om tijdens wedstrijden tegen spreekkoren op te treden. Scherpe en uitvoerbare maatregelen voor de politie zijn daarbij belangrijk. Een sanctie zou kunnen dat bij beledigend “gezang” de gastclub bij een volgend treffen tussen de beide clubs, zonder eigen supporters speelt.
 
 
Vrijheid van meningsuiting?
Bij spreekkoren tenslotte, gaat het om taal die in het normale verkeer tussen mensen onaanvaardbaar worden geacht. De lastigheid daarbij is waar je de grens legt.
Vanuit libertaire kringen wordt vaak vernomen dat men om die reden zoiets niet moet willen. Mensen hebben recht op vrijheid van meningsuiting. Een volkomen onzinnig argument. Ten eerste is een diffuse grens geen reden om er helemaal niets aan te doen en ten tweede kan men bij deze woorden niet spreken over een mening maar over opzettelijke belediging. Je creëert een bepaald klimaat in de samenleving waar we uiteindelijk allemaal last van hebben.
Een aantal voetbalclubs stellen dat voorkomen moet worden dat er een heksenjacht ontstaat op supporters die trachten middels spreekkoren te shockeren: "Mits dit binnen bepaalde grenzen blijft moet aan de supporters deze mogelijkheid worden geboden. Voetbalstadions kunnen nu eenmaal geen bolwerken van fatsoen worden, en van mensen in een stadion kan en mag niet verwacht worden dat zij zich anders en beter gedragen dan mensen buiten het stadion. Supporters moeten ten alle tijden in staat blijven hun emoties te tonen en hun onvrede duidelijk te maken. Uiteraard met inachtneming van de tolerantiegrenzen. Maar eventuele maatregelen dienen zich alleen te richten tegen extremiteiten en moeten er niet op gericht zijn supporters monddood te maken" aldus het commentaar van Feyenoord op de website van deze club. Hieruit is op te maken dat clubs bang zijn zich tegen supporters te keren. Dit laatste is een extra reden dat lokale bestuurders zich met de kwestie dienen te bemoeien. Het moet duidelijk zijn dat niet alleen de club achter stringenter beleid staat, maar dat het college en de raad, in samenspraak met de club, hun verantwoordelijkheid hebben genomen.
 
Corine Dijkstra
Adviseur Raads- en Statenleden
 

« Terug

Nieuwsarchief > 2004

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari