Bijdrage Joël Voordewind aan plenaire debat over de kaping van een Nederlands schip

woensdag 13 mei 2009

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Vorige week werd een Antilliaans schip voor de Somalische kust door piraten gekaapt. Deze gebeurtenis staat helaas niet op zichzelf maar volgt in een lange reeks eerdere kapingen en pogingen daartoe. De vraag die nu voorligt, is of de maatregelen die worden genomen, wel effectief genoeg zijn en of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn.

Drie weken geleden heb ik tijdens het vragenuurtje voorgesteld om mariniers te plaatsen op Nederlandse koopvaardijschepen, om die beter te beschermen tegen kapingen en gijzelingen. Uit de antwoorden van de regering op mijn vragen heb ik begrepen dat er militaire, strategische en juridische bezwaren tegen zijn. Welke bezwaren zijn dat nu precies? Zwitserland, België en mogelijk ook Frankrijk plaatsen namelijk wel militairen op hun schepen. Kan de minister of de staatssecretaris daarop ingaan? Ik roep de regering op om alsnog serieus de mogelijkheid te onderzoeken om mariniers op schepen te laten meevaren indien deze koopvaardijschepen niet in staat zijn om mee te varen met EU- of NAVO-konvooien. Uiteraard moeten mariniers dan goed toegerust en beveiligd zijn en moeten de kosten redelijkerwijs worden verhaald op de rederijen, zoals ook in het Belgische plan wordt voorgesteld.

De ChristenUnie-fractie staat niet alleen. De Volkskrant meldde vanmorgen dat heel veel reders de geboden protectie onvoldoende vinden. Ze omzeilen het verbod op wapens aan boord door bewapende volgboten te huren om zo hun schepen tegen piraten te beschermen. De Zeven Provinciën was te ver weg. Hoe zit het met andere fregatten die in het kader van de NAVO- en EU-operaties actief zijn in het gebied? De kracht van de operatie zou juist gelegen moeten zijn in een gemeenschappelijke aanpak. Maakt het schip Marathon nu wel of niet deel uit van de Atlantakonvooien van de EU? Indien dit wel het geval was, hoe kan het dan dat dit schip alsnog werd gekaapt?

Melden alle schepen zich voor de EU Group Transit en houden schepen zich aan de best practices? Hoe effectief zijn deze missies? Volgens de reders is er in de praktijk amper sprake van een effectieve bescherming van de koopvaardijschepen onder Nederlandse vlag en zijn verreweg de meeste bijstandsverzoeken afgewezen met een beroep op het niet beschikbaar zijn van het Nederlandse marinefregat. Kan de minister dit beamen? Zo ja, waarom zijn de bijstand en de informatievoorziening zo beperkt?

Wie is er eerstverantwoordelijk voor verdere acties en handelingen, het Nederlands-Antilliaanse ministerie van verkeer en waterstaat of het Nederlandse? Ik neem aan het Antilliaanse, omdat het schip staat ingeschreven in het Antilliaanse scheepsregister. Wat is op dit moment dan nog de rol van Nederland en wat is de rol van het Nederlandse fregat de Zeven Provinciën? Ik heb begrepen dat dit op weg is naar de Marathon. Wat vindt het kabinet van de suggestie om een liaison van de reders bij het hoofdkwartier van de NAVO te plaatsen?

De heer Haverkamp (CDA):

Ziet u een rol voor de Nederlandse marine in het kader van dit schip, dat onder Antilliaanse vlag vaart?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik zie wel degelijk een rol, maar ik vraag aan het kabinet, die rol precies in te vullen.

« Terug