Bijdrage Joël Voordewind aan het AO Kindermishandeling

woensdag 17 juni 2009

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ook ik complimenteer de minister met zijn voortvarende aanpak van kindermishandeling. Hij heeft dit onderwerp in korte tijd prominent op de kaart gezet. Ik heb daar waardering voor, maar ik maak mij nog wel zorgen over het gebrek aan meldingen en de wachttijden. Ik heb ook een aantal opmerkingen over de voortgangsrapportage, in de eerste plaats over de samenwerking tussen de CJG’s, de AMK’s en de huisartsen. Het AMK is een zwaar middel. De minister noemt het opsporen en bieden van hulp bij uitstek een taak voor de CJG’s. Professionals geven aan dat er in het voortraject nog veel bereikt kan worden, bijvoorbeeld via de huisarts of het CJG. Dat levert vragen op over de afstemming en de coördinatie binnen de CJG’s en de AMK’s. In welke gevallen meldt een CJG niet aan het AMK? Wanneer kan een probleem ook bij de huisarts of het CJG worden afgedaan? Komt een CJG daarmee op de stoel van het AMK te zitten? Welke afwegingen spelen daarin een rol? Hoe zit het met het laagdrempelige karakter van het CJG? Wij hebben al eerder erover gesproken dat de AMK’s niet in de CJG’s moeten worden getrokken, omdat er uiteindelijk angst kan bestaan om naar het CJG te gaan. In hoeverre krijgen wij geen vermenging van soorten hulp? Bovendien is duidelijkheid gewenst ten opzichte van het veld over de relatie tussen een melding in de verwijsindex en de melding aan het AMK. Dit zijn twee aparte meldingen. Hoe wordt de melding actueel gehouden? Wie verwijdert de melding in de verwijsindex indien uit onderzoek blijkt dat de aanwijzing niet klopt? De meldcode. De minister legt veel verantwoordelijkheid bij de huisarts en het CJG. Er is nog wel een slag te winnen wat betreft de kennis bij professionals. Huisartsen herkennen nog onvoldoende signalen van kindermishandeling. De MOgroep Jeugdzorg meldt dat net iets meer dan 7% van de meldingen bij het AMK afkomstig is van huisartsen en ziekenhuizen. Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg stelt dat dit te weinig gebeurt. Inmiddels wordt in de verschillende regio’s ingezet op een betere en strakkere samenwerking tussen de spoedeisende hulp en het AMK. Wanneer is deze samenwerking landelijk een feit? Bereikt de ontwikkelde meldcode ook alle huisartsen? Bij het beroepsgeheim is inderdaad sprake van spanning. Het gaat daarbij soms om de dubbele loyaliteit bij de huisarts, die tevens ook gezinsarts is. Volgens de Landelijke Huisartsenvereniging kan dit voor een probleem zorgen, omdat in sommige gevallen de huisarts het enige contact is met het gezin en de anonieme melding niet altijd gegarandeerd is. Hoe verloopt het maken van afspraken in het kader van het regionale handelingsprotocol met betrekking tot deze vaak moeilijke rol van de huisarts? Welke tegemoetkomingen kunnen de AMK’s deze artsen bieden, bijvoorbeeld anonimiteit? In het overleg van januari dit jaar meldde de MOgroep Jeugdzorg al dat een uitspraak van het Medisch Tuchtcollege stelt dat de arts die het kind niet als patiënt heeft gezien, niet mag melden. Het meldrecht van artsen mag niet worden belemmerd door de angst voor tuchtrechtelijke vervolging, aangezien dit kan leiden tot ondermijning van de meldingsbereidheid van artsen. Graag een reactie van de minister. Het OM gaf al aan, stevig te vervolgen op dit gebied, als er niet gemeld wordt. Heeft de minister cijfers over het aantal vervolgingen op dit punt? Preventie voor gezinnen in risicosituaties. Wij leven inmiddels in een financieel-economische crisis. In het derde kwartaal van dit jaar horen de regionale werkplannen gereed te zijn. Eén van de programma’s is preventie voor gezinnen in risicosituaties. Wat zijn die risicogroepen? Zijn dit ook ouders die hun baan verliezen of ouders net na een conflictscheiding? Worden deze risicogroepen ook meegenomen?

 

Mevrouw Sterk (CDA): Flitsscheiding?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Nee, de flitsscheiding hebben wij gelukkig niet meer. Ik spreek over de conflictscheiding.

 

Mevrouw Sterk (CDA): Wat is een conflictscheiding?

 

De heer Voordewind (ChristenUnie): Als men met ruzie uit elkaar is gegaan en er veel spanning is bij beide ouders, die haar weerslag kan hebben op de kinderen. De opleidingen. Een aanbeveling van de Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling is dat kindermishandeling in verschillende opleidingen terug zou moeten komen. Zit het onderwerp bijvoorbeeld ook al in het curriculum van de pabo? Er is nu alsnog steun voor de uitvoering van de motie die zowel door mijn collega Dezentjé als ondergetekende is ingediend, maar net geen meerderheid haalde. Ik wil graag alsnog dat wordt tegemoetgekomen aan de wens om de oudermeldingen landelijk uit te rollen.

« Terug