Onkruidbestrijding: De groene strijd

vrijdag 11 juni 2004 14:13

Het steekt overal de kop op: (on)kruid. Plantsoenendiensten nemen de bestrijding van ongewild groen op meer of minder milieubelastende wijze ter hand. Menig politicus die vraagtekens zet bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen laat zich uit het veld slaan door opmerkingen dat alternatieven even slecht, te duur of niet effectief zijn. Bovendien gebruikt men toch “middelen die wettelijk zijn toegestaan”?


 
Het steekt overal de kop op: (on)kruid. Plantsoenendiensten nemen de bestrijding van ongewild groen op meer of minder milieubelastende wijze ter hand. Menig politicus die vraagtekens zet bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen laat zich uit het veld slaan door opmerkingen dat alternatieven even slecht, te duur of niet effectief zijn. Bovendien gebruikt men toch “middelen die wettelijk zijn toegestaan”? Men gaat over tot de orde van de dag, maar ondertussen wordt het oppervlaktewater wel vervuild … Het kán anders.
 
De term onkruid is een subjectief begrip. Sommigen vinden plantsoenen met een rijk gevarieerde kruidenlaag en de daarbij behorende vogels, kevers, rupsen, vlinders en kikkers prachtig. In een bos vindt iedereen onderbegroeiing normaal en mooi. In gemeentelijk openbaar groen echter verwezenlijken veel gemeenten nog steeds het netheidsideaal van de zwarte aarde onder de rozen met chemische bestrijdingsmiddelen. Dat dit een risico vormt voor oppervlaktewater (én drinkwater)[1], gezondheid en flora en fauna neemt men op de koop toe. Klein voorbeeld: het roodborstje en het winterkoninkje ontbreken in “chemisch behandelde” plantsoenen.
Hóe slecht zijn chemische bestrijdingsmiddelen? Volgens de toelatingsgegevens in de Bestrijdingsmiddelenwet zijn er middelen die niet in het grondwater terecht kunnen komen. In gemeentelijke plantsoenen echter werd een giftig omzettingsproduct in een concentratie van 1000 maal de maximaal toelaatbare norm aangetroffen. Onder een tegelpad werden gifresten tot meer dan 15 maal de norm aangetroffen. Ondanks dat producten dus legaal zijn, kunnen het ernstige vervuilers zijn! Bij gebruik van bestrijdingsmiddelen slaat de bodem dicht, hetgeen nadelige invloed heeft op de in de bodem aanwezige micro flora en fauna. Bovendien vergeten gebruikers vaak de voorzorgsmaatregelen op het etiket om blootstelling zoveel mogelijk te voorkomen in acht te nemen, met alle (chronische) gezondheidseffecten van dien! Het is hier niet de plek om uitgebreid in te gaan op de technische voors en tegens van bestrijdingsmiddelen.[2] Wel is het belangrijk om u te informeren over alternatieven.
Een aantal gemeenten in Nederland maakt gebruik van mechanische middelen op trottoirs, zoals branders of borstelveegmachines. Een voordeel van deze laatste machine is de arbeidsbesparing, omdat borstelen en vegen in één werkgang plaats vinden. Een nadeel van beiden is dat het veel energie kost en dat het gewas snel weer terugkomt, omdat de wortel blijft zitten. Bij het bestraten kan er al rekening worden gehouden met het bestrijden van onkruid. Oudhollandse klinkers bijvoorbeeld staan wel heel leuk; er groeit heel veel tussen de keien. Ook bestaat er detectie apparatuur die het groen waarneemt en alleen op dit plantje een zeer kleine hoeveelheid bestrijdingsmiddel spuit.
In plantsoenen kan door een weloverwogen soortenbeleid, met daarbij ook bodembedekkers, geanticipeerd worden op het voorkomen van ongewenst groen.
 
Leidt alternatief groenbeheer nu altijd tot meer kosten? Diverse gemeenten tonen aan dat dit niet het geval hoeft te zijn.[3] Door een gedifferentieerde aanpak, andere beplanting en door niet overal meer het ‘zwarte aarde-beleid’ te voeren. Er kan een oproep gedaan worden aan burgers om de eigen stoep onkruidvrij te houden, zodat de apparatuur minder hoeft te worden ingezet. Bij kostenvergelijkingen wordt altijd uitgegaan van een zelfde gewenst resultaat. Maar het toestaan van een groener straatbeeld en de mate waarin kruiden getolereerd en gewaardeerd worden, geven vanzelfsprekend een heel ander kostenplaatje te zien. Bovendien kan de eerste borstel- of brandbehandeling worden uitgesteld tot de sterkste groei voorbij is, en een behandeling een langer effect heeft. Investeringen in apparatuur kunnen samen met buurgemeenten worden gedaan. Er zijn gemeenten waar Bureau Halt jongeren te werk zet in plantsoenen als alternatieve straf. Verder is er soms verkoop van plantsoenen aan particulieren mogelijk.[4] Kortom, de groene strijd vergt maatwerk.
 
In Lopik diende de ChristenUnie fractie een initiatiefvoorstel in, waarin het college wordt opgeroepen een onderzoek te doen naar alternatieven die leiden tot een milieuvriendelijker wijze van groenbeheer. Een voorbeeld dat zeker navolging verdient.

Noten:
[1] Bij de waterschappen is informatie hierover op te vragen.
[2] Veel informatie vindt u bij Stichting Natuurverrijking te Lekkerkerk (home.wanadoo.nl/natuurverrijking)
[3] Groene gemeenten. Gifvrij onderhoud van groen en bestrating, tips vanuit de praktijk (http://home.wanadoo.nl/natuurverrijking/publicaties/groenegem.htm)
[4] De Provincie Overijssel heeft een boekje uitgegeven waarin een kostprijsvergelijking van de alternatieve bestrijdingen per m2 wordt gemaakt.

Door Corine Dijkstra, adviseur raads- en statenleden

Gepubliceerd in DenkWijzer 2004, 3

« Terug

Nieuwsarchief > 2004

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari