Vrije markt helpt boeren niet

dinsdag 09 november 2004 11:29

DEN HAAG - Algehele liberalisering van de wereldmarkt is niet goed voor een verantwoorde landbouw. Dit staat in een gisteren aan minister Veerman (Landbouw) aangeboden studie van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie.

,,De markt zorgt voor een waarden-loze landbouw'', meent een van de auteurs, ir. Cees van Bruchem.

Zijn er morgen nog wel boeren? Deze vraag werpt Boeren voor morgen op, een studie van de ChristenUnie naar de relatie tussen landbouwbeleid en christelijke politiek. Het neemt duidelijk stelling: de landbouw is geen gewone sector die slechts te maken heeft met vraag en aanbod. ,,Door de specifieke kenmerken van de landbouw - het gebruik van planten, dieren en grond - heeft de landbouw een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van de omgang met de schepping.''

Landbouwontwikkeling kan nooit enkel en alleen vanuit productie en/of winstgroeicriteria worden gelegitimeerd, zo heet het. ,,Het dient altijd samen te gaan met realisatie van ecologische, sociale en economische normen.'' Daarom heeft landbouw ,,een publieke dimensie'' en ,,heeft de overheid daar een taak.''

 

Overschotten

 

Dit uitgangspunt botst met de heersende wereldwijde liberalisering. De wereldhandelsorganisatie WTO gaat uit van een vrije markt waarin de prijzen voor landbouwproducten niet door overheden worden vastgesteld, maar door vraag en aanbod. Dat betekent op termijn een einde aan exportsubsidies (waarmee elders producten worden gedumpt) en aan gegarandeerde minimumprijzen voor agrariërs.

Veel boeren in de EU en Nederland zullen zo'n vergaande liberalisering niet overleven. Dat is niet alleen rampzalig voor die boeren, maar ook voor de groene ruimte, betoogt Boeren voor Morgen: ,,Voor de instandhouding of ontwikkelingen van aantrekkelijke gebieden is de landbouw onmisbaar.''

Omdat landbouw bovendien een heel specifieke economische activiteit is door onder meer de omgang met levende have en de afhankelijkheid van de natuur, ,,betekent dit dat marktwerking in de landbouw niet goed functioneert''.

 

Waarden-loos

 

De auteurs van de studie doen drie aanbevelingen voor een waarden-volle landbouw: prijsondersteuning voor boeren, toeslagen en specifieke betalingen aan boeren voor het onderhoud van het landschap en dergelijke.

Cees van Bruchem, een van de auteurs en in het dagelijks leven landbouweconoom bij het Landbouw-Economisch Instituut (LEI), vindt overheidssteun voor boeren goed te verdedigen. ,,Als we de landbouwsector aan de markt en de consument alleen overlaten, krijgen we een waarden-loze landbouw. Dan is alles gericht op lage prijzen en komen waarden als omgeving, milieu en dierenwelzijn minder tot hun recht. Het realiseren van een verantwoorde landbouw wordt moeilijker naarmate de inkomens van boeren sterker onder druk staan.''

Door westerse boeren financieel te steunen, zullen ze ook de komende jaren in staat zijn hun armere collega's in de derde wereld uit de markt te drukken. Het is toch logisch dat de WTO dit wil aanpakken?

,,Onze studie bepleit een ruimere toegang voor verwerkte tropische producten tot onze markten. Er is ook bijna niemand meer te vinden die de exportsubsidies waarmee westerse boeren in ontwikkelingslanden hun overschotten dumpen, wil verdedigen. Een volledig vrije wereldmarkt pakt echter niet alleen positief uit voor boeren in de derde wereld. Hoewel enkele ontwikkelingslanden er veel meer op vooruit zullen gaan, profiteren rijkere landen in absolute zin meer van liberalisering dan armere landen. In veel gevallen zullen ook niet de arme boeren, maar grote boeren of agrarische industrieën van de liberalisering profiteren. Niet voor niets protesteert een groep van minst ontwikkelde landen tegen de liberalisering van de suikermarkt. Hun boeren zullen door grote collega's uit onder meer Brazilië weggedrukt worden.''

Een groot nadeel aan prijsondersteuning is dat het boeren stimuleert meer te produceren. Dat leidt tot overproductie en dus lagere marktprijzen.

,,Daarom koppelen we prijsondersteuning aan productiebeperking, want redelijke prijzen krijg je alleen als je de productie in de hand houdt. Zo voorkom je ook overproductie en wordt de wereldmarkt niet verstoord door dumping. Daarom ook stellen we de vorming van regio's voor, waarbinnen je je eigen producten ter zelfvoorziening mag beschermen. Europa zou dan basisproducten als graan, suiker, vlees en zuivel mogen verbouwen en afschermen. Afrika kan voor andere producten kiezen.''

Minister Veerman wees bij de ontvangst van Boeren voor morgen het idee van prijsondersteuning af. Gezien de wereldwijde, niet te stuiten politieke ontwikkeling die leidt naar afschaffing hiervan, noemde hij opkomen voor prijsondersteuning onrealistisch.

,,Daar ben ik het niet mee eens. Politieke realiteiten zijn er om te veranderen. We moeten af van de heersende ideologie dat de markt je ware is, want we schieten niets op met wereldwijde concurrentie. Nederland is niet gebaat met recreatieve boeren die nog wat agrarische schijnbewegingen maken.''

Door ND-redacteur Ruurd Ubels

Gepubliceerd in het Nederlands Dagblad, 9 november 2004

« Terug

Nieuwsarchief > 2004

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari