Reinier Koppelaar in Lagerhuis: abortus minder vanzelfsprekend bij goede opvang

De samenleving moet meer investeren in de opvang van alleenstaande en jonge vrouwen, die ongewenst zwanger zijn en in een crisissituatie verkeren. Dat maakt abortus minder vanzelfsprekend. “Het voorkomen van abortussen moet de overheid iets waard zijn, daarom moet er subsidie komen voor opvanghuizen”, aldus Reinier Koppelaar van de ChristenUnie. In het Jongeren Lagerhuis verdedigde hij vanmiddag de stelling: we zijn te makkelijk over abortus gaan denken. Opvallend veel jongeren deelden zijn mening. Koppelaar vindt dat de samenleving meer moet doen voor meisjes die een kind verwachten en daar helemaal alleen voor moeten zorgen, omdat de vader onbekend is of haar in de steek gelaten heeft.
Er worden in Nederland 34.000 abortussen gepleegd per jaar. Dat is bijna 100 per dag. Koppelaar wijt dat aan de ruime abortuswetgeving en de vrije seksuele moraal. “Ik schrik daarvan, want abortus is en blijft het doden van een ongeboren kindje”, aldus Koppelaar.

Het is onduidelijk welke motieven er achter die 34.000 abortussen schuilgaan. Koppelaar erkent dat er soms sprake is van schrijnende situaties. “Maar in veel gevallen gaat het ook om het ‘rechtzetten van een foutje’. Twee mensen gaan met elkaar naar bed, maar realiseren zich niet wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. En als ze vinden dat ze ‘nog niet klaar zijn voor een kind’, kiezen ze voor een abortus”, aldus Koppelaar. Hij vermoedt dat er in abortusklinieken te weinig wordt verteld over de ingrijpende gevolgen die een abortus heeft voor de moeder: “Zodra er een kindje in de moederschoot gaat groeien, gebeurt er een heleboel in het lichaam van een vrouw. Zij is zich bewust dat er leven in haar groeit. Als je dat zomaar afbreekt, kan dat traumatische gevolgen hebben – ook op latere leeftijd”.