Bijdrage Joël Voordewind inbreng Wijziging Monumentenwet 1988 en Wet alg bepalingen omgevingsrecht

maandag 13 september 2010

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van wetten in verband met de modernisering van de monumentenzorg. Zij stellen nog enkele vragen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn van mening dat het van belang is dat burgers en belangengroepen invloed kunnen blijven uitoefenen op de borging van cultuurhistorische belangen. Dit staat ook vermeld in de kabinetsvisie uit 2008. De regering heeft gekozen voor het schrappen van de mogelijkheid om op aanvraag een monument aan te wijzen, maar anderzijds op de mogelijkheid van inspraak bij de voorbereiding van een bestemmingsplan gewezen. In hoeverre wordt voor burgers en belangengroepen duidelijk dat inspraak alleen mogelijk is in een vroegtijdig stadium van het opstellen van het bestemmingsplan? Zijn er nog mogelijkheden voor inspraak bij al vastgestelde bestemmingsplannen, die voorlopig nog niet aan herziening toe zijn?

De leden van de fractie van de ChristenUnie erkennen dat herbestemming een belangrijke bijdrage kan leveren aan de instandhouding van cultuurhistorische waarden. Met name het tegengaan van verval van gebouwen na functieverlies achten zij van belang om verval van het gebouw tegen te gaan. Wel vragen de leden of herbestemming altijd mogelijk en wenselijk is. Geldt bijvoorbeeld voor kerkgebouwen dat herbestemming altijd geoorloofd of wenselijk is? Welke eisen gelden bij het overwegen van eventuele herbestemming? Wordt de optie van nevengebruik ook opengehouden?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de verhouding tussen het beschikbare budget voor de instandhouding van monumenten op de lijst en voorliggend wetsvoorstel. Volgens de MvT worden de wijzigingen die voortvloeien uit het voorstel opgevangen binnen het bestaande budget. De toevoeging van de subsidiegrondslag in verband met herbestemming zal wel extra kosten met zich meebrengen. In hoeverre heeft dit financiële weerslag op reguliere activiteiten die bijdragen aan instandhouding van monumenten? Is het nodig meer monumenten uit een gelijkblijvend budget te blijven bekostigen?

 

« Terug