Bijdrage Voordewind Spoeddebat uitvoeringmotie v Velzen/v Dam investeringen in clustermunitie

woensdag 22 september 2010

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het gaat vanavond over clustermunitie. Zoals collega Van Dam al zei, is clustermunitie dodelijk voor kinderen. Dat blijkt uit de gegevens. In mijn vorige functie -- wij waren toen werkzaam in Irak -- moest ik helaas meemaken dat er bijna elke dag kinderen sneuvelden omdat zij met clustermunitie speelden. Het standpunt van mijn fractie mag dan ook helder zijn: we hebben ons ook tot het uiterste ingespannen om ervoor te zorgen dat het Verdrag clustermunitie dat productie, opslag et cetera van clustermunitie verbiedt, wordt ondertekend. Ik hoop dat ook de Eerste Kamer die stap zo snel mogelijk zet, zodat Nederland in het rijtje komt te staan van landen die hebben geratificeerd.

            Vorig jaar is onder andere met steun van de ChristenUnie-fractie de motie-Van Velzen/Van Dam aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om Nederlandse financiële instellingen te verbieden, te investeren in clustermunitie.

De ChristenUnie deelt de mening dat de regering volgens het verdrag weliswaar niet expliciet wordt opgedragen om tot een wettelijk verbod op investeringen te komen, maar dat dergelijke investeringen zich moeilijk met de aard van het verdrag laten verenigen.

            In haar afwijzing van de motie verwijst de regering naar het principe van zelfregulering. Ik moet constateren dat dit alweer een oude brief is. Inmiddels is er een nieuw hoofdstuk begonnen over het onderwerp maatschappelijk verantwoord ondernemen, namelijk wat betreft kinderarbeid, waaraan ik zo-even al refereerde. Daarin hebben wij stevige stappen vooruit gezet. Laten wij dat nu ook in dit dossier doen. Laten wij niet achter aansluiten, maar meegaan met de trend die al in Europa gaande is. Het Verenigd Koninkrijk, België, Luxemburg en Zwitserland hebben het al gedaan. Waarom houden de minister en dit kabinet deze stap nog terug, terwijl die andere landen het wel hebben kunnen doen? Waarin zit de onuitvoerbaarheid van de motie, als wij zien dat andere landen het wel doen?

            Er wordt ten aanzien van de onuitvoerbaarheid ook gewezen op het onderscheid tussen directe en indirecte investeringen. Mijn fractie pleit er dan ook voor om het in ieder geval te doen voor de directe investeringen. Laten wij daarnaast onderzoeken wat er mogelijk is met betrekking tot de indirecte investeringen; daarin ben ik het eens met collega Van Dijk.

            Hoe kan het dat ons parlement een verdrag onderschrijft en ondertekent waarmee de productie wordt verboden -- dat is ingrijpen in de markt, zeg ik, in afwijking van het verhaal van de VVD -- maar de investeringen in die productie wel toelaat? Graag krijg ik hierop een reactie van de minister.

            In de brief gaat de minister ook in op een mogelijke zwarte lijst, die een uitvloeisel zou kunnen zijn van een verbod op investeringen. Stel nu dat je zelfs geen wetgeving organiseert, maar dat het ministerie een publieke lijst zou aanleggen met financiële instellingen die wel investeren in clustermunitie, een soort "blaming and shaming"-lijst. Dan hoeven wij de hele trits van wetgeving wat mij betreft niet te doorlopen, maar dan krijgen de consumenten in ieder geval duidelijkheid over de banken en investeerders waarmee zij in zee gaan. Kan de minister daar ook op reageren?

            Concluderend: de ChristenUnie-fractie zou alsnog graag zien dat het kabinet ook de tweede stap explicieter zou maken om de investeringen in clustermunitie tegen te gaan.

Unie-fractie.

« Terug