Column Segers: Egypte en de hand van God (ND)

columnnd18-02-2011 10:24 18-02-2011 10:24

Nog maar een maand geleden had ik de sprong van het geloof nodig om nog een beetje hoop te houden voor het Midden-Oosten. 

In een grotendeels sombere column schreef ik dat de islamitische wereld was als een zwart gat waarin elke poging tot verandering in het niets verdween. Het was mijn geloof dat me hoop deed houden voor de ‘lege kribbe’. Die geloofssprong was geen wanhoopsdaad. Daarvoor heb ik al te veel van Gods werk in het Midden-Oosten gezien. Daarvoor zijn er al te veel mensen die via dromen, Bijbellezen, christelijke media en ontmoetingen met christenen bij Jezus Christus hun rust en zaligheid vonden. Dat God aan het werk is in de islamitische wereld wist ik al. Maar of de krantenlezer en journaalkijker binnen afzienbare tijd vrolijk zouden kunnen worden van berichten uit het Midden-Oosten, dat waagde ik te betwijfelen.

We zijn twee revoluties verder, twee dictators armer en in verschillende Arabische landen zijn de barensweeën van vrijheid pijnlijk voelbaar. Is dit de geboorte van een nieuw Midden-Oosten? Is de omwenteling in Egypte de verhoring van gebeden en zien we hier de hand van God?

In ieder geval waren de omvang van het protest en de snelheid van de omwenteling in Egypte zeer opmerkelijk. Misschien dat er profeten zijn die nu vertellen dat ze het allemaal hebben zien aankomen, maar voor mij was deze revolutie een verrassing. Natuurlijk wist ik dat de gemiddelde Egyptenaar graag meer vrijheid wilde, dat hij uitgekeken was op Hosni en het niet zag zitten in zijn zoon Gamal. Maar het was diezelfde gemiddelde Egyptenaar die zijn schouders ophaalde als je vroeg of er nog protest zou komen. ‘This is Egypt’, zei hij dan. En dat verklaarde dan alles. Toen vorig jaar in Iran de mensen massaal de straat opgingen voor meer vrijheid, verzuchtte ik dat zoiets ondenkbaar was in Egypte. Ik heb op een overtuigende manier ongelijk gekregen.

Ook het vreedzame karakter van de Egyptische protesten was opmerkelijk. Zelfs nadat het regime zijn allerlelijkste gezicht had laten zien en hordes politieagenten in burger had laten inhakken op de demonstranten, bleven de protesten op Tahrir vreedzaam. Zelfs toen Mubarak op de oudjaarsavond van zijn bewind alles en iedereen trotseerde en zei gewoon aan te blijven, waren mensen woedend maar gingen ze niet over tot geweld. Opmerkelijk.

Nog iets. In de verhouding tussen moslims en christenen was ook iets opvallends aan de hand. In het vacuüm dat het regime willens en wetens creëerde zijn er twee incidenten geweest waarbij christenen het slachtoffer waren. In Egypte kenden moslims en christenen meestal een soort gewapende vrede en stonden ze elkaar regelmatig naar het leven (meestal naar het leven van christenen, overigens). Kerken die altijd door politiemannen bewaakt werden, waren opeens onbewaakte prooien voor mensen van kwade wil. Afgezien van één kerk in de Sinaï, is er niets gebeurd. Nu na de revolutie spreken Egyptische vrienden van een nieuwe sfeer. Schouder aan schouder hebben moslims en christenen hun huizen en straten moeten verdedigen tegen Mubaraks ‘plunderaars’. Dat schept een band.

Geeft dit alles reden om hier heel direct Gods hand in te zien? Het zou kunnen. Misschien zijn we getuigen geweest van de meer zichtbare uitvoering van Gods plan met een regio die door velen al was afgeschreven. Misschien is dit het begin van nieuwe ruimte voor het evangelie. Op de zondag voorafgaand aan Mubaraks aftreden stonden evangelische christenen te zingen, te spreken en te bidden op het Tahrirplein. Het voorheen ondenkbare bleek opeens mogelijk. Het zou de voorbode kunnen zijn van een nieuw Egypte met nieuwe vrijheid voor kopten en christenen met een islamitische achtergrond. Ik sluit het echt niet uit.

Maar voordat een nieuwe dag aanbreekt, is er altijd de schemer waarin de nacht zich nog niet direct gewonnen geeft. Het gevecht gaat nu over het al dan niet islamitische karakter van Egypte. Moslimbroeders die zich geen ander visioen kunnen voorstellen dan een islamitisch, maken zich langzaam maar zeker breder. Een leider van de Broederschap kondigde al aan dat de vrede met Israël moest worden beëindigd. En met het verdwijnen van die ene man van 70 miljard is er niet opeens een heel ander Egypte ontstaan. Dit kan nog alle kanten op. Maar ik zou mijn geloof niet serieus nemen, sterker, ik zou God niet serieus nemen als ik niet zou kijken naar de tekens van hoop. Ik hoop en bid dat het vingerwijzingen zijn van de hand van God in de geschiedenis van Egypte. ‘Gezegend mijn volk Egypte’ (Jesaja 19).

« Terug

Nieuwsarchief > 2011

december

november

oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart

februari

januari