Bijdrage Joël Voordewind aan wetgevingsoverleg Jeugdzorg ea begrotingen VWS en V & J 2013

maandag 03 december 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind met de vaste commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een wetgevingsoverleg met staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Onderdeel Jeugdzorg en aanverwante zaken van de begrotingen VWS en V & J 2013

Kamerstuk:    33 400 – XVI

Datum:            3 december 2012

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ben blij dat ik als woordvoerder van de ChristenUnie de jeugdzorg weer in mijn portefeuille heb. Ik ben er twee jaar tussenuit geweest. Tot mijn teleurstelling zag ik dat er in die twee jaar niet heel veel is gebeurd, behalve dan dat er nu een conceptwetsvoorstel is waar het veld heel veel kritiek op heeft. Daar kom ik nog over te spreken.

Ik begin met een woord van dank aan minister Opstelten, die nog onder het vorige kabinet excuses heeft aangeboden aan de slachtoffers van seksueel misbruik in jeugdzorginstellingen en pleeggezinnen. Daar had de commissie-Samsom ook om gevraagd. Gelukkig zijn deze er in tweede instantie gekomen. De vraag is natuurlijk wel waarvoor de overheid excuses aanbiedt. We gaan daar uitgebreid met de commissie over spreken. We zullen daar ongetwijfeld rondetafelgesprekken over hebben, maar die vraag zal wel cruciaal zijn: waar had de overheid dan gefaald? Heeft de Inspectie Jeugdzorg echt signalen verwaarloosd of genegeerd? Moet het dan anders? Ik weet dat het een omslag zou zijn, maar moet de Inspectie Jeugdzorg niet veel meer individuele klachten gaan behandelen? Mensen met klachten worden nu verwezen naar de klachtencommissie van de instelling. De overheid heeft in ieder geval veel signalen gemist. Veel signalen zijn niet doorgekomen. We moeten nagaan hoe wij die signalen veel scherper in beeld kunnen krijgen en hoe wij een handelende overheid en een handelende en adequate jeugdzorg kunnen ontwikkelen, opdat dit soort vreselijke situaties in de toekomst wordt voorkomen.

We hebben een minister voor Jeugd en Gezin gehad die een jeugdnota met daarin een visie op de jeugd heeft uitgebracht. Aan de nieuwe staatssecretaris die gaat over jeugdzorg, wil ik vragen of ook hij bereid is om, in het verlengde van deze jeugdnota, een visie te geven op jongeren en jeugd. Ik ben wel heel benieuwd naar de visie van dit kabinet op de leefpatronen van jongeren et cetera. Vindt de staatssecretaris bijvoorbeeld dat wij een en ander nog door preventie kunnen bijsturen?

Ik ben erg blij met de verhoging van de leeftijd waarop gebruik en aankoop van alcohol is toegestaan. Daarvoor is een ruime meerderheid in de Kamer. Het desbetreffende voorstel zullen wij op korte termijn in de Kamer behandelen.

Ik zei al dat door het veld nogal wat kritische aantekeningen zijn geplaatst bij en opmerkingen zijn gemaakt over de transitie. Veel wethouders, gedeputeerden en instellingen zijn al bij de Kamer op bezoek geweest om hun kritiek te uiten.

Een van de kritiekpunten was bijvoorbeeld de vraag, hoe het gat moet worden gedicht met de jeugd-ggz. Dat was indertijd ook een groot probleem bij de Wet op de Jeugdzorg. Daar zat toen ook een gat. De jeugd-ggz had zijn eigen middelen en zijn eigen toegang, waardoor de volledige stroomlijning binnen jeugdzorg niet lukte. Nu zien we dat die escape weer kan ontstaan doordat de huisartsen ook weer rechtstreeks kunnen verwijzen naar de jeugd-ggz. Ziet de staatssecretaris dat ook als een soort gat, waardoor uiteindelijk weer niet die centrale toegang tot de jeugdzorg en tot de jeugdgezondheidszorg kan ontstaan?

Het ministerie van BZK gaat de hele decentralisatie van de jeugdzorg coördineren. Hoe verhoudt zich dat tot de jeugdzorg? Welke rol zal ministerie spelen bij de decentralisatie?

De Raad voor de Rechtspraak heeft serieuze kritieken geuit op de voorliggende wet. Die kritieken gingen met name over de waarborgen van de rechterlijke beslissingen en over de spanning als gevolg van de vereiste toestemming door ouders en minderjarigen en de jeugdbeschermingsmaatregelen. Die zouden als gevolg van het gedwongen karakter daarvan met elkaar op gespannen voet staan. Kan de staatssecretaris alvast een brief toezeggen met een reactie op deze heel grote aantijgingen aan het adres van die conceptwet?

Ik sluit aan bij de opmerking van mevrouw Ypma over Friesland en de Eigen Kracht-conferenties. De uithuisplaatsingen en de ondertoezichtstellingen zijn daar enorm gereduceerd. Ik heb begrepen dat in Zeeland dezelfde successen behaald. Er is sprake van 50% minder ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen. Daar worden dus gigantische winsten geboekt. Kan de staatssecretaris analyseren waardoor die grote winst nu bereikt is en of we van die ervaringen kunnen leren voor de andere provincies? Het gaat uiteindelijk om die integrale hulp. Daar is die hele decentralisatie en transitie ook voor bedacht. Ik mocht zelf in de parlementaire werkgroep zitten dat die rapport indertijd heeft gemaakt.

Er is in de Kamer een breed draagvlak voor een grootschalige aanpak van de Eigen Kracht-conferentie. De Kamer heeft een amendement van de ChristenUnie aangenomen. Dat amendement ligt nu in de Eerste Kamer. Waarom stelt de staatssecretaris nu zelf voor om daar een halfjaar uitstel voor te bedingen? Juist hier liggen immers mogelijkheden om grote winsten te behalen. Ik hoor op dat punt dus graag een uitleg van de staatssecretaris.

Er is in de concept-jeugdwet meer aandacht voor het familienetwerk. Ik vraag dan nog wel of er veel duidelijker een familieplan in de wet zelf meegenomen kan worden.

Wat de korting in de jeugdzorg betreft, moet ik schuld belijden.

De voorzitter: U hebt van uw totale spreektijd nog twee minuten over.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Geldt dat ook voor de tweede termijn?

De voorzitter: U hebt nog twee minuten over van uw totale spreektijd. Die geldt voor twee termijnen.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik had begrepen dat ik acht minuten had. Maar goed, ik ga mijn eerste termijn dan heel snel afronden.

Ik sluit aan bij de opmerkingen van de collega's over de korting in de jeugdzorg. Ik vind het antwoord van de Partij van de Arbeid om te zeggen "foutje bedankt, we hebben het over het hoofd gezien" te gemakkelijk. De Partij van de Arbeid en de ChristenUnie zaten samen aan tafel bij de totstandkoming van het Lenteakkoord. De brief van de staatssecretaris is dan ook zeer bevreemdend, omdat wij als Kamer ervoor hadden gepleit om tot een alternatieve dekking te komen binnen de VWS-begroting. Als dat niet lukt, zullen we de Partij van de Arbeid nog een keer vragen of we tot een alternatieve dekking zouden kunnen komen.

Ik wil ten slotte nog iets zeggen over de toekomst van de CJG's. In de conceptwet wordt daar niet expliciet over gesproken. De ChristenUnie zou heel graag zien dat de CJG's de poortwachters worden voor de jeugdzorg en de jeugdgezondheidszorg. Daar komen we echter nog wel over te praten.

De ChristenUnie heeft ten slotte een amendement ingediend over STAP, de Stichting Alcoholpreventie. Het gaat hierbij om een subsidie van €150.000. De Partij van de Arbeid heeft dat voorheen gesteund. Ik mag toch hopen dat we het fantastische werk van deze organisatie om alcoholmisbruik in beeld te brengen en te monitoren, gezamenlijk kunnen steunen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug