Bijdrage Carla Dik-Faber aan de plenaire behandeling van de begroting VWS (XVI)

dinsdag 29 oktober 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de plenaire behandeling van de Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI)

Onderwerp:   Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI)

Kamerstuk:    33 750 – XVI

Datum:            29 oktober 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Het lijkt een doorbraak te zijn: kijk- en luistergeld. Ik heb het nu niet over de bezuinigingen op de omroepen, maar over een gesprek tussen een arts en een patiënt over zorg in de laatste levensfase. De NZa voegt het gesprek over behandelopties toe aan het pakket van zorgproducten in 2014, weliswaar nog zonder financiële consequenties, maar toch. Kennelijk is ons zorgsysteem zo ingericht dat er nauwelijks ruimte is voor een gesprek over en het afwegen van behandelopties, inclusief de mogelijkheid van niet behandelen. Het gaat hierbij om essentiële menselijke deugden, zoals een luisterend oor en empathie, waarvoor ruimte moet zijn in de beroepspraktijk van een arts. Shared decision making staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Verdergaan met deze ontwikkelingen vindt de ChristenUnie van groot belang, maar hoe kijkt de minister aan tegen dit nieuwe product? Waarom is hiervoor een nieuw product nodig? Schieten we niet door in regelgeving en het afleggen van verantwoording ten koste van de beroepsethiek van artsen?

Gisteren verscheen het rapport van de Algemene Rekenkamer waarin geconcludeerd wordt dat ziekenhuizen een informatiemonopolie hebben. Zij zijn eigenlijk als enige partij goed in staat om verspilling in de zorg in kaart te brengen. Bij ziekenhuizen en zorgverzekeraars ontbreekt het echter aan prikkels om dit daadwerkelijk te doen. Het declaratiesysteem schijnt bovendien zo ingewikkeld te zijn dat hierop nauwelijks wordt gecontroleerd. Dit biedt weinig hoop voor patiënten, die vanaf medio volgend jaar inzicht zullen krijgen in hun zorgkosten. Wanneer kunnen we de reactie van de minister op het rapport van de Rekenkamer tegemoetzien? Is het kabinet bereid om de zorgatlas te ondersteunen, een initiatief waarmee praktijkvariatie voor patiënten in kaart wordt gebracht en daarmee ook mogelijke verspilling in de zorg?

De ChristenUnie is ronduit teleurgesteld over het feit dat medisch specialisten door het zorgakkoord buiten de Wet normering topinkomens vallen. Wat mijn fractie betreft, moeten we er meer druk op zetten om alle medisch specialisten op korte termijn in loondienst te laten werken. Ik ken natuurlijk de visie van het kabinet, maar hoe ziet het kabinet het idealiter voor zich? Moeten alle artsen op de langere termijn wel in loondienst zijn? Wat gaat het kabinet doen aan de exorbitante beloningen voor bestuurders? Zo verdiende 18% van de bestuurders in 2011 meer dan de wettelijke norm in de Wet normering topinkomens.

De innovatie die volgens mijn fractie hard nodig is, is de ontwikkeling van biologisch afbreekbare medicijnen. Dit probleem zal de komende jaren alleen maar groeien in verband met de vergrijzing en het toenemende medicijnverbruik. Ik heb het dan over medicijnresten in ons afvalwater. End-of-pipeoplossingen zijn relatief duur. Vindt de minister het ook een goed idee om de ontwikkeling van biologisch afbreekbare medicijnen te agenderen bij het Apollo Netwerk en hiervoor niet alleen de grote jongens, maar ook de kleinere, innovatieve medicijnfabrikanten uit te nodigen? Dan krijgen we in ieder geval waar voor de €24.000 die dit netwerk jaarlijks moet kosten.

2014 wordt een ongelooflijk belangrijk jaar voor de hervorming van de langdurige zorg. We zullen nog veel debatten hierover voeren. Daarom stip ik vandaag slechts een beperkt aantal punten aan, die overigens niet onbelangrijk zijn. Hoe zit het met het faciliteren van organisaties die zich richten op de mobilisatie en ondersteuning van vrijwilligers, zoals Stichting Present en Humanitas? Eerder was de staatssecretaris hierover positief. Er ligt hierover nog een aangehouden motie van ons. Op welke manier worden deze organisaties betrokken bij de hervormingen van de langdurige zorg?

De ChristenUnie blijft erop hameren dat het pgb een volwaardig alternatief moet zijn voor zorg in natura. Ook hierover ligt nog een aangehouden motie van de ChristenUnie. Het kan niet zo zijn dat de gemeente straks voor iemand gaat beslissen dat zorg in natura passend is. Die keuzevrijheid moet altijd bij de cliënt blijven liggen. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen een inkomensafhankelijk anticumulatiebeding voor het totaal aan eigen betalingen ingevolge de Wmo, de AWBZ en de Zorgverzekeringswet? De ChristenUnie is verheugd over de financiële mogelijkheden voor ondersteuning van mantelzorgers in het Begrotingsakkoord 2014. Juist als wij een groter beroep doen op de samenleving, moeten we ook de goede randvoorwaarden creëren.

Dan kom ik op de chronisch zieken en gehandicapten. De ChristenUnie vindt het erg belangrijk dat in het begrotingsakkoord een doorstart van de fiscale aftrek voor specifieke zorgkosten is opgenomen, waardoor de forse koopkrachtachteruitgang voor mensen met een beperking gedeeltelijk wordt weggenomen. De vraag is wat er gebeurt met de resterende 268 miljoen. De ChristenUnie dringt aan op een maatwerkregeling, bij voorkeur in de vorm van een categoriale regeling voor chronisch zieken en gehandicapten, zodat het geld ook echt bij de doelgroep terechtkomt. Is de staatssecretaris bereid hierover in gesprek te gaan met de VNG en gehandicaptenorganisaties en dit uit te werken in het wetsvoorstel dat nog aan de Kamer wordt voorgelegd? Volgens het Belastingplan wordt het budget voor gemeentelijk maatwerk pas vanaf 2017 aan het sociaal domein van het Gemeentefonds toegevoegd. Herkent de staatssecretaris dit? Welke bedragen zijn er in 2015 en 2016 beschikbaar voor gemeenten?

Mevrouw Keijzer (CDA):
De huidige inkomensregeling voor chronisch zieken en gehandicapten komt ook goed terecht, bij de mensen die dat zijn. Ik begrijp dat mevrouw Dik veel vertrouwen heeft in de afspraken die in het Herfstakkoord zijn gemaakt, maar hoe gaat dat straks in de praktijk? Wij hebben de PvdA net horen zeggen dat mensen die het zelf kunnen betalen, geen voorziening krijgen van de gemeente. Als het een fiscale regeling wordt voor voorliggende voorzieningen, betekent het feit dat je die kunt krijgen van de gemeente, dat je geen beroep kunt doen op die fiscale regeling. Dan word je of gepakt doordat de gemeente geen vergoeding geeft, of doordat je geen tegemoetkoming krijgt als chronisch zieke of gehandicapte. Hoe kan mevrouw Dik daar nu zo blij mee zijn?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Toen wij de voorstellen van het kabinet zagen over het min of meer afschaffen van de Wtcg, stroomde onze mailbox vol met mailtjes van cliënten die zeiden dat zij, als deze plannen van het kabinet zouden doorgaan, een inkomensachteruitgang zouden hebben van honderden of zelfs duizenden euro's op jaarbasis. Het is natuurlijk verschrikkelijk als je dat leest. Daarom heeft de ChristenUnie verantwoordelijkheid genomen en is aangeschoven bij het begrotingsakkoord. Wij hebben ons afgevraagd wat wij konden doen voor die doelgroep.

De kernboodschap die ik uit al die mails heb meegekregen, is dat als de fiscale aftrek vervalt, mensen op een bepaald inkomensniveau terechtkomen, waardoor zij ook allerlei andere toeslagen niet meer zouden ontvangen. Voor ons was cruciaal dat die fiscale aftrek overeind zou blijven, en dat is geregeld in het begrotingsakkoord. Nu pleit ik ervoor om een specifieke maatwerkvoorziening bij gemeenten in te zetten voor mensen die hiermee onvoldoende bereikt worden.

Er resteert nog een bedrag van bijna 300 miljoen. Dat is een fors bedrag. Ik maak mij er zorgen over dat dit bedrag niet bij de doelgroep terechtkomt als het via het Gemeentefonds wordt meegegeven. Daarom zeg ik: laten we met de VNG en de cliëntenorganisaties bekijken hoe wij de groepen die onvoldoende bediend worden door die fiscale regeling, aanvullend ondersteuning kunnen bieden met die maatwerkvoorziening. Dat is wat de ChristenUnie wil.

Mevrouw Keijzer (CDA):
Het beleid op lokaal niveau is minimabeleid. Ik herken de ChristenUnie wel als een linksgeoriënteerde partij, maar het gaat ook over middeninkomens. Als je als middeninkomen geen huishoudelijke verzorging meer krijgt, bijvoorbeeld met AOW met €10.000 pensioen, is er een inkomensachteruitgang van 19%, berekend in Den Haag. Als je tegelijkertijd voor je andere voorziening geen WTCG-korting meer krijgt, van soms 33% op je eigen bijdrage, dan ga je er toch gigantisch op achteruit? Hebt u dit allemaal doorgerekend, toen u met z'n vijven als nieuwe gedoogcoalitie met elkaar aan tafel zat?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ben heel blij dat de CDA-fractie de ChristenUnie aanspreekt op het sociale profiel, want daar kan ik mij heel goed in herkennen. Zij noemt dat links, maar ik noem dat sociaal. Daar ben ik heel blij mee. Ik denk dat dit een heel sociale invulling kan worden voor chronisch zieken en gehandicapten, mits het geld terechtkomt bij de groep die het nodig heeft. Ik herken wat u zegt over het gemeentebeleid, dat dit veelal minimabeleid is. Daarom wil ik samen met gemeenten bekijken hoe we dit niet in de bijstandsregeling zouden kunnen stoppen, maar in een andere regeling, zodat ook de groep mensen die tussen 120% of 130% van het bijstandsniveau en modaal zitten en worden getroffen, met een maatwerkvoorziening kunnen worden gecompenseerd.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Zou het dan niet logischer zijn om deze voorziening gewoon landelijk te organiseren, in plaats van haar over te hevelen en vervolgens helemaal dicht te timmeren?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik begrijp dat de GroenLinks-fractie deze vraag stelt. Ik heb zelf ook wel zitten puzzelen op de vraag of je het niet toch in een landelijke regeling zou moeten houden. Juist vanwege de positie van de gemeenten en het feit dat gemeenten in deze decentralisatie ontzettend veel taken op zorggebied op hun bord krijgen, denk ik dat je een heel mooie koppeling zou kunnen maken door ook deze verantwoordelijkheid bij de gemeenten neer te leggen. Ik wil echter wel heel goed bekijken hoe gemeenten kunnen worden gefaciliteerd met een regeling die hen goed in staat stelt om het geld bij de doelgroepen terecht te laten komen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Mevrouw Dik-Faber geeft terecht aan dat er al veel taken naar gemeenten komen, maar daarbij wordt nu juist vaak gezegd dat die beleidsvrijheid zo belangrijk is. Op het punt van de inkomensondersteuning pleit mevrouw Dik-Faber voor een categorale regeling. Volgens mij is het van tweeën een: óf je hevelt over met enige vrijheid óf je houdt het landelijk, waarbij je volgens mij heel duidelijke kaders kunt stellen. Dit lijkt mij een beetje vlees noch vis.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ook deze vraag van GroenLinks kan ik goed begrijpen. Ik heb zelf ook even zitten puzzelen op de vraag of je dit niet landelijk moet houden. Wij hebben daar uiteindelijk niet voor gekozen. Wij willen dit budget overhevelen naar de gemeenten. Is er een spanningsveld met de beleidsvrijheid van gemeenten? Ja, dat is er. Ik voel dat spanningsveld zelf ook, al was het maar omdat ik een oud-raadslid ben en weet hoe dit op lokaal niveau werkt. Ik zie dat spanningsveld dus, maar ik denk dan ook aan al die mailtjes in mijn mailbox van mensen die zich grote zorgen maken over het overhevelen van het budget naar de gemeenten; wat betekent het voor hun positie als dit allemaal in één grote pot gaat? Als we toch het budget gaan overhevelen, laten we er dan voor zorgen dat dit geld bij die groep terechtkomt. Ik erken dus helemaal dat daar een spanningsveld zit, maar ik vind het wel belangrijk dat we met elkaar in die richting gaan.

De voorzitter:
Helder. U continueert.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik continueer met de volgende vraag aan de staatssecretaris: hoe staat het ondertussen met de ratificatie van het VN-Gehandicaptenverdrag?

Ik kom bij het onderwerp preventie. In de afgelopen jaren zijn op het gebied van preventie een aantal belangrijke stappen gezet. Het verhogen van de verkoopleeftijd voor tabak en alcohol naar 18 jaar is winst voor de volksgezondheid. Voor mijn fractie is het traject van de implementatie echter van cruciaal belang. Naast een campagne ten behoeve van de nieuwe leeftijd moet er aandacht zijn voor de schadelijke effecten van roken en alcohol in het algemeen, dus ook voor volwassenen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat mensen na hun 18de helemaal losgaan, want ook dan is dit nog zeer ongezond. Ik breng hiervoor de mislukte campagne rond het rookverbod nog maar even in herinnering.

De ChristenUnie vindt dat er veel meer aandacht moet komen voor preventie in de curatieve zorg. 25% tot 40% van de patiënten is al ondervoed voordat ze worden opgenomen. Vooral bij ouderen speelt een tekort aan eiwitten. Maar het kan ook anders, als ondervoeding wordt beperkt. Op dit moment wordt daarnaar onderzoek gedaan door onder andere het Ziekenhuis Gelderse Vallei, het voedingsziekenhuis dat met Wageningen Universiteit samenwerkt in de voedingsalliantie. Daar worden voedingsmiddelen ontwikkeld die lekker zijn en die oudere patiënten net dat beetje extra geven wat ze nodig hebben. Als dit werkt, komen patiënten sterker het ziekenhuis in en knappen de mensen sneller op. Uit onderzoek van SEO uit 2012, dus van nog maar een jaar geleden, blijkt dat hiermee een besparing in de zorg van maar liefst 1,9 miljard is te realiseren. Hoe kunnen we de kansen van dit soort innovaties vergroten, zo vraag ik de minister. Kunnen er op dit moment structurele belemmeringen zijn, bijvoorbeeld in de vergoedingensfeer? Zo worden medische drankjes wel vergoed, maar verrijkte producten niet. Wat gaat de minister doen om de resultaten van de onderzoeken van de voedingsalliantie te ondersteunen en breed uit te rollen in het land?

Nu de palliatieve zorg. Hoe staat het met de 10 miljoen uit het Lenteakkoord voor palliatieve zorg? Laat geld niet de reden zijn dat kennis en kunde van artsen en verpleegkundigen op het gebied van levenseindezorg tekortschiet. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek door het NIVEL naar palliatieve zorg in de verstandelijkgehandicaptensector dat slechts 15% van de artsen zich daarvoor voldoende opgeleid acht. Dit percentage is natuurlijk schrikbarend laag. Ik denk dat de netwerken palliatieve zorg van Agora hierin een sleutelrol kunnen vervullen. Is de staatssecretaris dat met mij eens?

Vandaag sprak de minister haar voorkeur uit voor het verruimen van de regels voor euthanasie. Ze wil hiervoor een commissie van wijzen in het leven roepen. De uitkomsten hiervan staan op voorhand al min of meer vast. Ik vraag de minister of zij dit inderdaad zo gezegd heeft. Is dit inderdaad haar intentie? Zo ja, dan zou het haar sieren als zij die woorden terugneemt. De ChristenUnie heeft geen enkele behoefte aan een aparte commissie. De wet- en regelgeving is helder. Ons standpunt over de euthanasiewet is bekend. Ik stel in ieder geval vast dat de euthanasiewet rechtsbescherming biedt voor artsen. In ons land bestaat geen recht op euthanasie. De woorden van de minister lijken dit wel te suggereren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Het standpunt van de ChristenUnie over euthanasie is inderdaad bekend. Het standpunt van andere fracties, zoals D66 en GroenLinks, is ook bekend. Welke consequenties verbindt de ChristenUnie eraan als bijvoorbeeld de voorstellen voor een verwijsrecht worden doorgezet?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik vind deze vraag van de fractie van GroenLinks een beetje aan de vroege kant. U hebt een initiatiefwetsvoorstel. Daarover zullen we nog een debat voeren. Dan zullen we zien hoe dat debat verloopt en of er wel of geen meerderheden voor zijn in de Kamer. U kent ons standpunt. Het zal u niet verrassen als ik zeg dat wij uw voorstellen niet zullen steunen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):
De ChristenUnie-fractie verrast mij daar zeker niet mee. Ik ben echter blij dat de ChristenUnie-fractie ook vindt dat moet worden bekeken hoe iets ligt in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dat is mooi. We zullen daar met elkaar het debat over voeren.

Ons standpunt over abortus is ook bekend. De ChristenUnie wil graag dat ongewenst zwangere vrouwen hulp en goede informatie krijgen, zodat ze niet de zware weg van abortus hoeven gaan. Daarom draagt mijn fractie de tienermoederopvang al jaren een warm hart toe. We vinden het belangrijk dat de zorg voor jonge meiden wordt gecontinueerd en daarom dringen we bij het kabinet aan op behoud van de landelijke financiering.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik heb nog een vraag over de begroting voor 2015. Daarin staan een hoop bezuinigingen waarmee de ChristenUnie in het Herfstakkoord heeft ingestemd. Ik wil me nu even beperken tot de bezuiniging op de cliëntondersteuning. Volgens mij heeft de ChristenUnie-fractie eerder ook moties gesteund over het belang van onafhankelijke cliëntondersteuning. Ik vraag me af hoe de fractie van de ChristenUnie aankijkt tegen mogelijke alternatieven voor deze bezuiniging.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De fractie van de ChristenUnie — ik meen iedereen in deze Kamer — vindt cliëntondersteuning heel belangrijk. Laat dat boven alle twijfel verheven zijn. In het begrotingsakkoord staat inderdaad een bezuiniging van 25 miljoen op de cliëntondersteuning. Ik kan ook zeggen dat dit geen bezuiniging is waar ik heel blij van word. Het is best een heel moeilijke bezuiniging. De Partij van de Arbeid heeft vandaag voorgesteld om de staatssecretaris te vragen naar een visie op cliëntondersteuning en de wijze waarop de bezuiniging daarin is in te passen. Ik vond dit een interessant voorstel. Ik ben ook heel benieuwd wat de staatssecretaris hierop zal antwoorden. Ik zie op dit moment geen alternatieven, maar als er alternatieven zijn, wil ik er uiteraard over nadenken. Het is namelijk een moeilijke bezuiniging. Ik zie de alternatieven op dit moment niet, maar ik sluit niet op voorhand uit dat ze er wel zijn. Ik wil meedenken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug