Bijdrage Carla Dik-Faber aan het VSO protocol omgang kansrijke burgerinitiatieven infrastructuur

dinsdag 12 november 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een voortgezet schriftelijk overleg met de minister van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   VSO over het protocol voor omgang met kansrijke burgerinitiatieven op het gebied van infrastructuur

Kamerstuk:    29 385

Datum:            12 november 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik begin gelijk met het indienen van mijn moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Code Maatschappelijke Participatie voor MIRT-projecten beoogt, een kansrijk maatschappelijk initiatief gelijke kansen te geven als overheidsinitiatieven;

overwegende dat een voorwaarde voor gelijke kansen is dat er een dialoog plaatsvindt met de initiatiefnemers van een burgerinitiatief over de inhoudelijke wensen van de initiatiefnemer en de inhoudelijke en politieke wensen van de bestuurder;

constaterende dat de definitieve beoordeling van de kansrijkheid van een burgerinitiatief plaatsvindt door de verantwoordelijke bestuurder;

overwegende dat onafhankelijke advisering over de kansrijkheid van burgerinitiatieven kan bijdragen aan het tot stand komen van deze dialoog en het vergroten van het draagvlak voor de besluitvorming zoals bepleit door de commissie-Elverding en door de Raad van State in zijn advies over de herziening van het omgevingsrecht;

verzoekt de regering, in de Code Maatschappelijke Participatie en de Omgevingswet op te nemen dat in de verkenningsfase voor MIRT-projecten de verantwoordelijk bestuurder zich laat adviseren door een onafhankelijke partij over de beoordeling van de kansrijkheid van oplossingen die voortkomen uit burgerinitiatieven, waarbij het bevoegd gezag slechts gemotiveerd van dit advies mag afwijken, en te onderzoeken of de commissie voor de milieueffectrapportage deze rol kan vervullen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 77 (29385).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Code Maatschappelijke Participatie ook waarde kan hebben voor lokale en regionale initiatieven en daar vrijwillig kan worden gebruikt;

constaterende dat de code net als het MIRT-spelregelkader een aanvulling is op wet- en regelgeving en deze wet- en regelgeving momenteel wordt omgezet in een nieuwe integrale Omgevingswet;

verzoekt de regering, in overleg met de VNG en IPO na te gaan in hoeverre toepassing van de code en het MIRT-spelregelkader zowel landelijk als op lokaal en provinciaal niveau kan worden geborgd voor ruimtelijke planprocessen, bijvoorbeeld door deze een plek te geven in de nieuwe Omgevingswet of daarop gebaseerde AMvB's of regelingen, en de Kamer hierover bij de indiening van de Omgevingswet te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 78 (29385).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

 


« Terug

Archief > 2013 > november