Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Stand van zaken ramp MH17

woensdag 15 oktober 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken, minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en minister Hennis-Plasschaert van Defensie

Onderwerp:   Stand van zaken ramp MH17

Kamerstuk:    33 997

Datum:           15 oktober 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. De andere collega's zeiden het al: dit is een ramp in de Nederlandse geschiedenis van ongekende impact. Een ramp bijna drie maanden geleden die 298 mensen, onder wie 198 Nederlanders, het leven kostte. Als ik de cijfers bij elkaar optel, kom ik op 36 nog niet geïdentificeerde slachtoffers. Ik vraag de ministers dan ook of zij er al meer inzicht in hebben en of er vorderingen gemaakt worden om die laatste 36 slachtoffers ook te kunnen identificeren.

De doelen van het kabinet zijn duidelijk: repatriëring, onderzoek van de toedracht van de ramp en strafrechtelijk onderzoek naar de schuldvraag.

In het begin is er veel kritiek geweest op de omwonenden van de rampplek. Later bleek dat deze mensen zich toch wel degelijk hadden ingezet om materiaal van de nabestaanden te verzamelen. Ik vraag het kabinet dan ook of dat beeld ook hier zou moeten worden rechtgezet dan wel of dat beeld nog steeds hetzelfde is als in die eerste paar dagen.

Via Nieuwsuur eergisteren hebben we het nieuws gezien dat de rampplek toch weer bezocht kon worden, weliswaar in beperkte mate maar in samenwerking met de Oekraïense dienst voor de rampenbestrijding en onze vier Nederlanders. Dat maakt dat de brief die we eerder kregen voor een deel achterhaald is. Kan de minister aangeven wat de laatste stand van zaken is rond het bergen en terugbrengen van materiaal van overledenen?

Mijn volgende vragen spitsen zich toe op de contacten met de separatisten. Het kabinet heeft eerder aangegeven dat het die contacten niet wilde aangaan. De Maleisische overheid is die contacten wel eerder aangegaan. Nu is er een modus gevonden om dat via SES te doen. Betekent dit dat er nog steeds geen directe contacten zijn met de Oekraïense autoriteiten bij de rampplek? Verlopen alle contacten met SES inmiddels? Als die contacten met SES wel tot stand zijn gekomen en, zoals we nu kunnen zien, ook heel effectief zijn gebleken, is mijn vraag waarom die route niet eerder is gevolgd. Natuurlijk moest de veiligheid daar gegarandeerd zijn, maar we hebben gezien dat dit team in heel korte tijd in dat gebied kon gaan en heel veel materiaal kon achterhalen, waar ons eigen onderzoek niet toe in staat is gebleken. Is dit een eenmalige samenwerking geweest of gaan we die samenwerking de komende dagen en weken ook zien? Wat verwacht het kabinet dat die samenwerking gaat opleveren?

Het strafrechtelijk onderzoek is zeer complex en langdurig. Via internet wordt er veel informatie verzameld. Het forensisch onderzoek is nog altijd bezig. Bovendien wordt er intensief samengewerkt met de internationale partners en de lokale bevolking in het rampgebied. Wordt in het kader van dat strafrechtelijk onderzoek ook met SES samengewerkt om materiaal te verzamelen? Ik heb dezelfde vraag als de heer Sjoerdsma over de brief die we op 28 november zullen ontvangen, waarin we mogelijk geïnformeerd worden over de vervolging en berechting van eventuele daders. Denkt de minister dat het realistisch is om dan al een deugdelijke uitspraak te kunnen doen over de mogelijke daders? Is 28 november een realistische datum?

Inmiddels hebben we het voorlopig rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid gekregen. Daarover vallen allerlei vragen en detailvragen te stellen, vooral om de vragen van de nabestaanden te beantwoorden. De antwoorden zijn beperkt en we moeten wachten tot het eindrapport daar is, wat nog wel een jaar kan duren, zoals mijn fractie heeft begrepen. Is er niet een mogelijkheid om na bijvoorbeeld een halfjaar een standvanzakenbrief te krijgen om te zien hoe dan de situatie is?

Het is belangrijk dat de slachtoffers en hun eigendommen terugkomen naar Nederland, maar het is ook belangrijk voor de nabestaanden om te weten hoe dit zo heeft kunnen gebeuren. Daarmee hebben deze nabestaanden hun geliefden niet terug, maar ze hebben wel recht op die informatie. Ik hoop dat de toedracht en de daders zo snel mogelijk bekend worden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > oktober