Schriftelijke vragen Joël Voordewind over de uitspraken van een tweetal VN-rapporteurs over het ontbreken van een bed-bad-brood voorziening voor uitgeprocedeerde vreemdelingen in Nederland

woensdag 17 december 2014

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind op het onderdeel Immigratie en Asiel van de vaste commissie Veiligheid en Justitie aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie  

Onderwerp:   De uitspraken van een tweetal VN-rapporteurs over het ontbreken van een bed-bad-brood voorziening voor uitgeprocedeerde vreemdelingen in Nederland

Kamerstuk:    2014Z23413

Datum:           17 december 2014

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «VN uit kritiek op Nederlands asielbeleid» en in het bijzonder van de uitspraken van de speciale VN-rapporteurs Philip Alston & Leilani Farha? 1)

Vraag 2

Wat is uw reactie op de uitspraken van de speciale rapporteurs die stellen dat Nederland moet voldoen aan de volkenrechtelijke verplichting te voorzien in een bed-bad-brood voorziening voor uitgeprocedeerde vreemdelingen?

Vraag 3

Aan welke volkenrechtelijke verplichtingen voldoet Nederland op dit moment niet door niet te voorzien in een bed-bad-brood voorziening voor uitgeprocedeerde vreemdelingen?

Vraag 3

Kunt u uitsluiten dat uitgeprocedeerde vreemdelingen, bij gebrek aan basale voorzieningen, gezondheidsschade oplopen doordat zij gedwongen op straat moeten leven?

Vraag 4

Bent u bereid de internationale reputatieschade van Nederland enigszins te beperken door het goede voorbeeld van tenminste 50 gemeenten te volgen die wel bereid zijn te voorzien in een bed-bad-brood voorziening?

Vraag 5

Bent u bereid deze vragen nog deze week te beantwoorden?

1) Volkskrant.nl, 16 december 2014

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug