Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg EU Klimaat- en Energiepakket

dinsdag 30 september 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een algemeen overleg met staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu en minister Kamp van Economische Zaken

Onderwerp:   EU Klimaat- en Energiepakket

Kamerstuk:    33 858

Datum:           30 september 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Duizenden mensen in ons land hebben meegedaan aan de klimaatmars. In New York waren zelfs 300.000 mensen op de been. De boodschap is duidelijk. Om klimaatverandering tegen te gaan, zijn moed en leiderschap nodig. Tijdens de VN-klimaattop in New York zei Ban Ki-moon het als volgt: de tijd van praten is voorbij. Vandaag roept de ChristenUnie dit kabinet op om leiderschap te tonen. Alleen met de groene economie kunnen we het hoofd bieden aan de impact van klimaatverandering, aan het opraken van grondstoffen, aan afhankelijkheid van dubieuze regimes en aan luchtverontreiniging. De seinen in ons land staan op oranje en misschien zelfs al op rood. Begin oktober komt de Nationale Energieverkenning uit. Waarschijnlijk zullen we dan zien dat de afspraken uit het Energieakkoord niet gehaald worden. Welk vertrouwen geeft dat voor de toekomst? We spreken over doelstellingen in 2030 en 2050 in het besef dat we vandaag al met grote ecologische en economische problemen te maken hebben. We kunnen niet langer uitstellen, en juist omdat de Nederlandse maakindustrie, de bouw en de installatiesector internationaal innovatief zijn, kunnen we ook economisch profiteren van ambitieus beleid. In een open brief aan de premier hebben 22 Nederlandse wetenschappers opgeroepen tot het stellen van veel ambitieuzere klimaatdoelen. Ze noemen het huidige voorstel van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, extrapolaties van de huidige ontwikkelingen. Het zijn dus geen doelen maar verwachtingen. De doelstelling voor hernieuwbare energie is 27% in EU-verband. De verwachting is dat in 2020 voor Europa al 23% is gerealiseerd. Dan resteert – mevrouw Van Veldhoven wees daar ook op – 4% in tien jaar tijd. Ik vind dat eerlijk gezegd verre van ambitieus. Voor Nederland is de verwachting dat de bijdrage tussen de 19% en 24% zal liggen. Zou dat betekenen dat we na 2023 een tandje terug kunnen schakelen? Laat dat niet zo zijn. In die periode zijn technieken zoals Zon-PV toch rendabel zonder subsidie? Voor energiebesparing geldt ook dat de ChristenUnie liever een doelstelling van 2% besparing per jaar ziet. Wat mij verbaast, is dat in de berekeningen van de kosten voor hogere doelstellingen de baten gewoon helemaal vergeten zijn; die zijn helemaal niet meegenomen. In een impact assessment van de Europese Commissie staat bovendien dat een hoger besparingsdoel van 35% tot 40% grote economische voordelen oplevert. Ik noem in dat verband: minder gasimport, de toename van het bnp, een daling van de gasprijs en een stijging van het aantal banen. Is het kabinet bereid om een nieuwe rekensom te maken waarbij kosten en baten breed worden meegerekend, inclusief milieuwinst, gezondheidswinst, extra banen en bedrijvigheid? Ik overweeg om op dit punt een motie in te dienen. Tijdens de APB heeft de Kamer een motie aangenomen die ook door mijn fractie is ondertekend, over verminderde energieafhankelijkheid. Ook dat rechtvaardigt een veel grotere Europese inzet dan het kabinet nu voorstaat.

Zonder echte doelen voor hernieuwbare energie en besparing blijft feitelijk alleen de CO2-doelstelling over en alleen een CO2-doelstelling is niet voldoende om een fundamentele omslag in het energiesysteem voor elkaar te krijgen. Voor langetermijnoplossingen moeten we meer energiebesparing en meer hernieuwbare energie realiseren. Daarbij hoort nadrukkelijk ook het ondersteunen van nieuwe technieken in de beginfase. Ten eerste leiden alleen een CO2-doel en alleen het ETS tot hoge investeringen met weinig rendement. Het moedigt aan tot het vermin-deren van CO2-uitstoot bij oude technieken in plaats van investeringen in vernieuwde energieopwekking van de toekomst. Dus geen biomassa-bijstook in kolencentrales maar meer ambitie op het gebied van echt hernieuwbare energie. Ik hoor hierop graag een reactie.

Ten tweede lijken de emissiehandelsystemen ons eerder in de weg te zitten dan onze energievoorziening verder te helpen. Zo is de CO2-prijs veel te laag. Als dat zo blijft, lopen ook de uitgaven voor de SDE-plus om de onrendabele top af te dekken behoorlijk op. Die rekening belandt dan weer bij burgers en het mkb. Is het kabinet het met mij eens dat we dat moeten voorkomen en dat we de kosten van vervuilende uitstoot in zowel het ETS als de nationale energiebelasting onvoldoende in de prijs terugzien? Wat gaat het kabinet doen om het ETS te versterken? Het is beter om drie echt ambitieuze doelstellingen te hanteren. Ik daag het kabinet uit om ambitieuzere doelen te hanteren en om daar echt doelen van te maken in plaats van verwachtingen. Het kabinet steunt de doelstelling van de Europese Commissie en vindt dat deze moet worden vertaald naar indicatieve doelen voor de lidstaten. In het midden wordt gelaten of het doel bindend is of niet. Wat is de positie van Nederland? Wil het kabinet zich inzetten voor het verplicht stellen van de doelen? Ik rond af. We gaan op weg naar de klimaatonderhandelingen in Parijs 2015. De ChristenUnie vindt dat Europa koploper moet zijn maar ik vraag mij af of dat wel kan als zelfs de EU de 2°C-doelstelling niet haalt.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug