Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de werkdruk in het basisonderwijs

woensdag 10 mei 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins aan een plenair debat met staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VVD)

Onderwerp:   Debat over de werkdruk in het basisonderwijs

Kamerstuk:    27 923          

Datum:           10 mei 2017

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. "Waarom de ene leerkracht relaxed is en de ander altijd overwerkt" was de kop van een artikel van enkele weken geleden. Twee basisschoolleraren, beide met hart voor het vak, kwamen aan het woord. De ene ziet administratie als bron van informatie: "Hoe doet een leerling het? Hoe doet de klas het? Wat kan ik anders doen?" "Door die analyses ben ik bewuster bezig met het doel waar ik naartoe wil", zo zegt zij. De ander ziet het als een moetje van de inspectie. Zij stelt: "De Inspectie van het Onderwijs vraagt nu eenmaal dat we als school veel registreren. Ik ben er vier uur per week mee bezig." Dit zijn twee totaal verschillende percepties van administratieve verplichtingen, een van de belangrijkste oorzaken van werkdruk. Het geeft aan hoe ingewikkeld de discussie is die wij hier vandaag voeren. Het is belangrijk om hier vandaag bij stil te staan, want werkstress is beroepsziekte nummer 1 en werkdruk is de belangrijkste reden in het werk voor het ontstaan van verzuim. Het gaat ten koste van de gezondheid van mensen en ten koste van de kwaliteit van het onderwijs. Het is een weerbarstig vraagstuk en leraren kaarten het al tientallen jaren aan. Werkgevers zien het probleem en samen met de politiek wordt er ook al jaren gewerkt aan oplossingen, maar toch neemt de werkdruk niet af. Waarom blijven resultaten uit?

Duidelijk is dat we niet alleen naar de politiek in Den Haag kijken. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Leraren hebben vooral last van administratieve verplichtingen die hun eigen school, hun bestuur of samenwerkingsverband hun oplegt. De aanpak van de werkdruk begint dan ook op school. De directeur is de baas en die is dan ook verantwoordelijk. Het verbaasde mij eerlijk gezegd dan ook een beetje dat de PO-Raad zich heeft aangesloten bij het manifest. Als het gaat om de roep om meer geld, begrijp ik dat. Die roep kennen we al jaren van de PO-Raad. Financiële kaders kunnen knellen en dan komt het aan op de keuzes die je als school maakt. Maar als werkgever kun je je daar niet achter verschuilen als het gaat om je verantwoordelijkheid voor je mensen, voor een gezond werkklimaat. Dan moet je leiderschap tonen op school. En er bestaan grote verschillen in de kwaliteit van schoolleiders in Nederland, terwijl juist een schoolleider zo bepalend kan zijn voor het werkklimaat in een school. Daarom wil de ChristenUnie extra investeren in sterke teams en goede schoolleiders, die samen vormgeven aan het onderwijs binnen de school. Goed leiderschap en sterke teams zijn cruciaal.

Daarnaast moeten er natuurlijk voldoende leraren zijn. Er dreigt een fors lerarentekort in het basisonderwijs. Er zijn te weinig studenten op de pabo. De instroom is eenzijdig: weinig mannen, nauwelijks studenten met een migratie-achtergrond en weinig gediplomeerden met een profiel in natuur of techniek, zo constateert het Onderwijsverslag dit jaar weer. Een instrument om diversiteit in de instroom te vergroten, is het toevoegen van het beroep van leraar in het basisonderwijs aan de Kansberoepenlijst van het UWV, zodat omscholen en zijinstroom aantrekkelijker wordt. De staatssecretaris zou hierover praten met zijn collega's van Sociale Zaken, zo zegde hij mij in februari toe naar aanleiding van mijn initiatiefnota Kerels voor de klas. Wanneer gaat dit gebeuren? Wij kunnen niet langer wachten. En hoe staat het met de uitvoering van mijn aangenomen motie die vroeg om een onderzoek naar wat nodig is om de Regeling subsidie zij-instroom voor scholen kostendekkend te maken?

De problemen in het onderwijs zijn fundamenteler dan een gebrek aan geld. Hoe kun je verwachten talent binnen te halen als de werkdruk hoog is, het salaris onder druk staat en de ontwikkelingsmogelijkheden beperkt zijn? Die aantrekkelijkheid mag niet enkel bestaan uit het grote aantal vakantiedagen waar velen soms wat schamper over doen. Dat is overigens een element dat ik mis in de discussie. Is het niet logisch dat in het gesprek over salaris, de tijd voor de klas en de tijd voor curriculumontwikkeling ook dit punt op de cao-tafel ligt? Want veel vakantieweken is niet alleen maar fijn. Het betekent ook dat je relatief veel werk in relatief weinig werkweken moet proppen of dat je noodgedwongen doorwerkt in je vakantie. Ook dat is werkdruk.

Ik rond af. Werkdruk kent vele oorzaken en ervaren werkdruk verschilt per persoon. Maar dat er een probleem is in het onderwijs, is evident. Het is een van de grote opgaven van het volgende kabinet om hierin stappen te zetten samen met werkgevers, schoolleiders en leraren. En ja, dan is er ook volgens de ChristenUnie extra geld nodig voor onderwijs dat gericht moet worden ingezet om werkdruk te verminderen en kwaliteit te verhogen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug