Prinsjesdagverdriet

hand-palm-baby
carladikfaber2018
Door Carla Dik-Faber op 24 september 2016 om 19:31

Prinsjesdagverdriet

Prinsjesdag is een feestelijke dag. Al die mensen langs de kant van de weg waar de glazen koets langskomt, prachtige kleding en opvallende hoeden in en rond de Ridderzaal, de jaarlijkse 'verenigde vergadering' in aanwezigheid van de Koning. Twee jaar geleden zat ik er tijdens de Troonrede met mijn dochter (een bijzondere moeder-dochter-dag), dit jaar nam ik mijn eigen moeder mee (weer een moeder-dochter-dag, maar dan anders). Veel dankbaarder kun je je niet voelen.

Maar deze Prinsjesdag was anders. Deze Prinsjesdag kreeg - onverwachts - een rauw randje.

Ineens was het daar: dé brief van minister Schippers. De brief over de Niet-Invasieve Prenatale Test, kortweg NIPT, waarmee o.a. het syndroom van Down opgespoord kan worden. De brief waarin zij aankondigt dat alle zwangere vrouwen voortaan de beschikking hebben over deze test. Midden op Prinsjesdag, terwijl ik, net als minister Schippers, van Prinsjesdag genoot. Prinsjesdag was geen feestelijke dag meer.

Even uitleggen. De NIPT bestaat al langer. Voor zwangere vrouwen bij wie de kans op de geboorte van een kindje met Down groter is omdat ze tot een 'risicogroep' behoren, is de test zelfs al beschikbaar. Dat is in het kader van onderzoek bij universitaire medische centra. Sommige vrouwen zijn daar blij mee: als (aanstaande) moeder hoop je immers dat je baby gezond is en als er extra risico is, wil je je goed kunnen voorbereiden op de komst van je kindje.

Sinds Prinsjesdag staat de NIPT echter in een heel andere context. Sinds Prinsjesdag is de NIPT een nieuwe standaard, voor alle vrouwen. Iedere zwangerschap kan worden getest, iedere baby onderzocht, nog voor het geboren is. Een breed screeningsprogramma voor het Down-syndroom.

Ik vind dat moeilijk. Moeilijk te rijmen met de inclusieve samenleving waarin we zeggen dat ieder kind welkom is. Moeilijk om het los te zien van ontwikkelingen in Denemarken en IJsland waar nauwelijks tot geen kinderen met Down worden geboren sinds de NIPT met dezelfde argumentatie - keuzevrijheid - werd geïntroduceerd. Moeilijk, omdat de minister dan wel hamert op ‘kwalitatieve en objectieve counseling’, maar dat dat vaak vooral gaat over de test zelf, niet over wat het betekent om een kind met Down te krijgen.

Hoewel de minister de vrije, eigen geïnformeerde keuze van ouders benadrukt, zal de druk om te testen groter worden. Het EO-programma De Laatste Downer bezocht bracht de ontwikkelingen in Denemarken in beeld. De vragen die vrouwen krijgen als ze met hun kind met Down over straat gaan. "Heb jij je niet laten testen dan?”

Ik wil ouders niet beletten de gezondheid van hun ongeboren kind te laten onderzoeken als er zorgen zijn. Maar ik wil ouders ook niet confronteren met een test die ze - soms keer op keer - van het lijf moeten houden. Dat vind ik geen keuzevrijheid. En dus zal de ChristenUnie blijven opkomen voor een samenleving waarin iedereen er mag zijn. Waar kinderen geboren kunnen worden zonder eerst een test goed te doorstaan.

Labels: , ,