Werkwijze

Veel gestelde vragen over de werkwijze van de Eerste Kamer

Vragen in: 'Werkwijze 1e Kamer'

Welke soorten kamerstukken zijn er?

De Eerste Kamer onderscheid wetsvoorstellen, moties, schriftelijke vragen en brieven.

Wat is een motie?

In moties worden meningen en verzoeken van de Tweede of Eerste Kamer vastgelegd. Over moties wordt gestemd. Pas als de kamermeerderheid vóór stemt, heeft een motie politieke betekenis.

Bewindslieden zijn overigens niet verplicht een aangenomen motie uit te voeren. Jaarlijks wordt in de begroting gerapporteerd wat er met de aangenomen moties is gebeurd.

Ieder kamerlid kan in de plenaire vergadering een motie indienen over een onderwerp dat aan de orde is. Om in behandeling te komen moet zij door ten minste vier andere leden worden ondersteund.

De tekst van een motie komt in de Handelingen en verschijnt ook als afzonderlijk kamerstuk.

Een motie heeft in de regel vier elementen: een inleiding, een overweging, een verzoek of oordeel en een formele afsluiting.

Wat zijn schriftelijke vragen?

Eerste Kamerleden hebben het recht schriftelijke vragen te stellen aan leden van de regering.

Deze vragen worden via de voorzitter van de Eerste Kamer gesteld. De vragen worden met het door de regering gegeven antwoord gedrukt als Aanhangsel van de Handelingen. Sinds Prinsjesdag 1998 zijn deze Aanhangsels op de site van de Eerste Kamer terug te vinden.

De Aanhangsels zijn per vergaderjaar gesorteerd op de datum waarop de Griffie deze heeft doorgezonden naar de regering.

Wat zijn brieven?

In sommige gevallen richt de regering eenzelfde brief aan de voorzitter van de Eerste en de voorzitter van de Tweede Kamer. Deze brieven worden gedrukt als 'een-twee'-stuk: rechtsboven op het stuk staat '1/2'.

Het betreft brieven over verdragen waarvoor de Grondwet geen uitdrukkelijke goedkeuring vereist, aankondigingen van AMvB's, verslagen van parlementaire delegaties, voorgenomen rechtshandelingen enz.

Naast deze 1/2 stukken verschijnen er ook brieven die alleen als Eerste Kamerstuk gedrukt worden. De brieven van, of aan de Eerste Kamer hebben geen directe relatie met wetsvoorstellen of nota's.

Hoe zit de wetgevingsprocedure in elkaar?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Voordat een wetsvoorstel wet wordt, moet een groot aantal stappen worden doorlopen. Een wetsvoorstel wordt meestal ingediend door de regering, maar ook Tweede-Kamerleden kunnen een voorstel (dat heet dan initiatiefvoorstel) indienen.

Zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer wordt de openbare behandeling van een wetsvoorstel schriftelijk voorbereid. In beide Kamers vindt daarna vaak een debat en stemming plaats.

Nadat Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen, wordt het in het Staatsblad opgenomen en kan het in werking treden.

De gang van een wetsvoorstel

Hoe werkt de schriftelijke behandeling van wetten in de Eerste Kamer?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Nadat een door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel bij de Eerste Kamer is ingekomen, komt het in de eerstvolgende commissievergadering aan de orde. In deze zogenaamde procedurevergadering wordt de aard van het voorbereidend onderzoek bepaald, hoe de verdere voorbereiding zal verlopen en wanneer de plenaire behandeling kan plaatsvinden.

De behandeling van het voorstel wordt, net als in de Tweede Kamer, eerst schriftelijk voorbereid door een Kamercommissie. De schriftelijke voorbereiding is een wisseling van stukken tussen een Kamercommissie en de regering. Net als in de Tweede Kamer komen bij de commissie voorafgaande aan (of tijdens) de schriftelijke voorbereiding vaak reacties van maatschappelijke organisaties en burgers binnen.

De schriftelijke voorbereiding kan, afhankelijk van de aard van het voorstel, korter of langer duren. Er zijn drie varianten mogelijk:

1 Er wordt een blanco eindverslag uitgebracht, waarna het voorstel direct als hamerstuk wordt afgehandeld.

2 Er wordt een verslag uitgebracht, waarop in een nota naar aanleiding van het verslag wordt geantwoord; hierna kan direct een debat plaatsvinden.

3 Er wordt eerst een voorlopig verslag uitgebracht, waarop in een memorie van antwoord wordt gereageerd.
- na dit antwoord bepaalt de commissie of zij een tweede schriftelijke ronde nodig acht of dat een eindverslag kan worden vastgesteld.
- De tweede schriftelijke ronde bestaat uit een nader voorlopig verslag, dat wordt gevolgd door een nadere memorie van antwoord.
- Ook hierna wordt weer bepaald of er een eindverslag kan worden uitgebracht of nog een volgende schriftelijke ronde moet plaatsvinden. Dit laatste komt vrijwel nooit voor en kan alleen plaatsvinden met toestemming van de Kamer.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

 

Wat is een blanco eindverslag?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Een blanco eindverslag betekent dat de commissie die de behandeling schriftelijk voorbereidt geen opmerkingen of vragen heeft over een wetsvoorstel.

Het uitbrengen van een blanco eindverslag heeft tot gevolg dat het wetsvoorstel als hamerstuk wordt afgedaan.

Wat is een hamerstuk?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Een hamerstuk is een wetsvoorstel waarover niemand het woord wenst te voeren en dat zonder stemming door de kamer wordt aanvaard. Wetsvoorstellen waarover alleen een blanco eindverslag is uitgebracht, worden als hamerstuk afgehandeld. In principe mag er geen debat meer worden gehouden. Bewindslieden worden dan ook niet uitgenodigd de openbare behandeling van wetsvoorstellen die als hamerstuk worden afgedaan, bij te wonen.

Wat is een verslag?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Als de kamercommissie de regering wil verzoeken in een nota te antwoorden op vragen over het wetsvoorstel dan stelt zij een verslag vast. Een verslag is in feite een inhoudelijk eindverslag. Er vindt na het uitbrengen van een verslag geen verdere schriftelijk voorbereiding plaats.

Wat is een nota naar aanleiding van het verslag?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

In een nota naar aanleiding van het verslag reageert de regering op de opmerkingen in het verslag van een commissie. Het is in die zin vergelijkbaar met de memorie van antwoord. Alleen bestaat in dat geval voor de commissie de mogelijkheid om een tweede schriftelijke ronde te houden. Na het uitkomen van een nota naar aanleiding van het verslag wordt direct een plenair debat gehouden.

Wat is een voorlopig verslag?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Een voorlopig verslag wordt uitgebracht wanneer de Eerste-Kamercommissie de mogelijkheid wil openlaten om nog in te gaan op het antwoord dat de regering erop zal geven. De griffier maakt het voorlopig verslag en zendt het in concept aan de leden. Zij kunnen dit nog corrigeren, voordat het naar de regering gaat.

Wat is een memorie van antwoord?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

De memorie van antwoord bevat de reactie op vragen en opmerkingen uit een voorlopig verslag. De indieners van het wetsvoorstel ondertekenen de memorie. Dat kunnen ministers en/of staatssecretarissen zijn en, in het geval het een initiatiefvoorstel betreft, Tweede-Kamerleden.

De leden en plaatsvervangend leden van de commissie krijgen de memorie in copyvorm direct nadat de bewindspersoon deze heeft ondertekend, toegezonden. De leden en plaatsvervangend leden moeten na ontvangst binnen een bepaalde termijn (10-21 dagen) aangeven of zij prijs stellen op een verdere voorbereiding. De memorie van antwoord kan worden besproken door de commissie.

Wat is een nader voorlopig verslag?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Indien een Kamercommissie behoefte heeft aan een tweede ronde in de schriftelijke voorbereiding wordt dit aangegeven door een nader voorlopig verslag. In dit verslag kan worden ingegaan op de antwoorden die de regering in de memorie van antwoord heeft gegeven.

De inbreng voor nadere voorlopige verslagen geschiedt op dezelfde wijze als bij voorlopige verslagen het geval is. De inbrengvergaderingen voor een nader voorlopig verslag staan echter niet vermeld op de groene agenda. De indieners beantwoorden het nader voorlopig verslag in een nadere memorie van antwoord.

Wat gebeurt er na de schriftelijke behandeling in een debat?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Indien de commissie meent dat de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende is voorbereid, kan een debat plaatsvinden. Wijzigingen of verbeteringen (amendementen) kunnen in deze fase niet meer worden voorgesteld. De Eerste Kamer kan het voorstel alleen aannemen of verwerpen.

De openbare behandeling vindt plaats in twee rondes (termijnen). In de eerste termijn spreken eerst de betrokken Kamerleden. Zij doen dit namens hun fractie.

Daarna antwoordt de bewindspersoon die het wetsvoorstel verdedigt of, als het om een initiatiefvoorstel gaat, de Tweede-Kamerleden die het wetsvoorstel hebben ingediend.

De leden geven met oog op de vergaderorde tevoren op hoeveel tijd ze denken te gaan spreken. De Eerste Kamer kent echter geen spreektijdbeperking.

Gebruikelijk is dat er een tweede termijn plaatsvindt. Ook daarin komen weer eerst de leden aan het woord en daarna de indieners van het wetsvoorstel.

De tweede termijn van de Eerste-Kamerleden heet repliek, die van de indieners van het voorstel dupliek.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige I Volgende

Wat is een nadere memorie van antwoord?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

De nadere memorie van antwoord bevat de antwoorden en opmerkingen van de regering naar aanleiding van een nader voorlopig verslag. De nadere memorie wordt ondertekend door de indieners van het wetsvoorstel. Dat zijn ministers, staatssecretarissen of, in het geval het een initiatiefvoorstel betreft, Tweede-Kamerleden.

Hoe wordt er gestemd?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Aan het einde van de openbare behandeling, nadat het debat afgerond is, stelt de Voorzitter voor tot stemming over te gaan. Als geen enkel lid stemming vraagt, stelt de Voorzitter vast dat het wetsvoorstel zonder stemming is aangenomen. Leden kunnen aantekening vragen dat ze geacht worden tegen het wetsvoorstel te zijn.

De stemming wordt uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering indien daarom door een lid wordt gevraagd (bijvoorbeeld als nader beraad nodig is). Stemming geschiedt dan hoofdelijk, waarbij de namen van de aanwezige leden worden opgelezen; het lid waarvan de naam wordt opgelezen zegt 'vóór' of 'tegen'. Op voorstel van de Voorzitter of van één van de leden kan ook worden besloten te stemmen bij zitten en opstaan. Indien dat geen duidelijke uitslag oplevert, wordt alsnog hoofdelijk gestemd.

Voordat de stemming begint, kunnen leden nog kort verklaren waarom ze vóór of tegen het wetsvoorstel zullen stemmen, de zogenaamde stemverklaring.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige | Volgende

Een wet is goedgekeurd door de Eerste Kamer. Wat dan?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

De wet wordt door de Koningin en door de betrokken bewindspersoon (of -personen) ondertekend. Dit laatste is het zogenaamde 'contra seign'. Daarna wordt de wet geplaatst (afgekondigd) in het Staatsblad. De zorg daarvoor berust bij de minister van Justitie.

De inwerkingtreding kan worden geregeld in de wet zelf, bij Koninklijk besluit of bij een aparte wet inzake de inwerkingtreding. Soms treden onderdelen van een wet op afzonderlijke tijdstippen in werking. Aan een wet kan ook terugwerkende kracht worden gegeven. Een wet uit bijvoorbeeld juli kan dan al vanaf 1 januari daarvoor gelden.

Stappen van de wetgevingsprocedure:
Vorige

Wat is en doet de Raad van State?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

De Raad van State is het hoogste adviescollege van de regering. Voorzitter is de Koningin. Verder bestaat de Raad uit een vice-president, dr. H.D. Tjeenk Willink, en ten hoogste 28 leden. Naast gewone leden kunnen er staatsraden in buitengewone dienst worden benoemd, die in deeltijd aan het werk van de Raad deelnemen. Ook de kroonprins woont de vergaderingen van de Raad bij.

De Raad heeft als taken
- adviseren over wetsvoorstellen voor deze naar het parlement worden gestuurd
- adviseren over ontwerpen van Algemene Maatregelen van Bestuur
- adviseren over goedkeuring van overeenkomsten met andere staten en internationale organisaties
- adviseren over ontwerpen van vernietigingsbesluiten door de Kroon
- aan de regering oordeel geven over andere zaken die de Raad belangrijk acht
- uitoefenen van het koninklijk gezag in uitzonderlijke gevallen (bijv. als bij overlijden van de Koning geen troonopvolger of regent aanwezig is)

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad beslist over geschillen inzake overheidsbesluiten.

Het kan daarbij gaan om
- hoger beroep tegen een besluit van de sector bestuursrechtspraak van de arrondissementsrechtbank
- beroep tegen een besluit van de overheid bijv. over een milieuvergunning of een besluit op het terrein van het onderwijs

 

Wat is een Algemene Maatregel van Bestuur?

Bron: http://www.eerstekamer.nl

Een AMvB is een besluit van de regering, waarin wettelijke regels nader worden uitgewerkt. De meeste AMvB's berusten op een formele wet. Wanneer dat niet het geval, spreekt men van een 'zelfstandige' AMvB. De regering moet over een ontwerp-AMvB eerst advies van de Raad van State inwinnen.

Soms wordt in de wet een bepaling opgenomen dat aan de totstandkoming van de AMvB een zogenaamde ´voorhangprocedure´ vooraf moet gaan. De ´voorhangprocedure´ wil zeggen dat de Tweede Kamer leden gedurende dertig dagen kunnen vragen om de AMvB alsnog in de vorm van een wetsvoorstel aan de Staten-Generaal voor te leggen. Wanneer van een AMvB een wetsvoorstel wordt gemaakt wordt deze ook door de Eerste Kamer behandeld.