Verbod godsdienstlessen staat haaks op scheiding van kerk en staat - opinie Parool

Kerk in landschap.jpg
CU logo onder elkaar blauw
Door Webredactie op 12 mei 2017 om 12:17

Verbod godsdienstlessen staat haaks op scheiding van kerk en staat - opinie Parool

In Amsterdam mag er voortaan geen gemeenschapsgeld meer naar godsdienstlessen. Dat druist namelijk tegen de scheiding van kerk en staat, vindt de raad. Maar met dat principe is het Amsterdamse verbod eerder in tegenspraak, betoogt Wouter Beekers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.

Onder de vlag van de scheiding van kerk en staat is het in Amsterdam voortaan verboden om armoedegeld uit te geven aan godsdienstlessen. Kijk, als politici de wereld van religie af willen helpen, dan is dat niet anders. Maar misbruik daar het principe van de scheiding van kerk en staat niet voor. Het principe van de scheiding van kerk en staat juist haaks op deze laïcistische politiek.

Eerst maar even de feiten. De discussie draait om de zogenaamde scholierenvergoeding van de gemeente, bedoeld voor de algemene ontwikkeling van kinderen in een gezin met een laag inkomen. Tot overmaat van ramp blijkt dat geld ook voor godsdienstlessen te worden gebruikt. Ongeveer twee procent van dit armoedegeld zelfs. Dat is twee procent teveel volgens de gemeenteraad, die besloten heeft dat hier een eind aan moet komen.

De scheiding van kerk en staat is hier in het geding, heet het dan. Zeker is die in het geding, maar anders dan de dames en heren raadsleden wel beweren. Even wat feiten op een rij.

De scheiding van kerk en staat kwam er met de grondwet van 1848. Die leerde dat iedereen in Nederland ‘met volkomen vrijheid zijne godsdienstige meeningen’ mag belijden en ‘belijders der onderscheidene godsdiensten dezelfde burgerschapsregten’ genieten. De scheiding van kerk en staat betekent dat er geen sprake is van rechtstreekse ‘institutionele’ of ‘inhoudelijke’ zeggenschap over en weer, zoals dat in een notitie van het Amsterdamse gemeentebestuur tien jaar geleden bondig werd samengevat.

Die scheiding van kerk en staat was in 1848 hard nodig. Net zo goed als het voor de kerk soms verleidelijk bleek om politieke macht te vergaren, bleek het voor de staat verleidelijk via de kerk macht over haar onderdanen te verkrijgen. Ooit begon Willem van Oranje een opstand tegen zo’n staatsman, die niet zo van de godsdienstvrijheid was. Maar ook nadat Nederland onafhankelijk werd zette de regering – met een echte minister ‘van Eredienst’ – in op één vaderlandse (liefst een beetje vrijzinnige) kerk, zette die andersdenkende dominees rustig in de gevangenis en verbood katholieke manifestaties helemaal. Allemaal vanuit de ‘tolerante’ gedachte dat het volk een beetje van intolerante opvattingen weggehouden moest worden.

De scheiding van kerk en staat zette in op een overheid die de vrijheid en verscheidenheid beschermt. Niet voor niets leerde artikel 165 van de grondwet van 1848 dat ‘gelijke bescherming’ moest worden gegeven aan alle kerken – religies en overtuigingen zouden we nu waarschijnlijk zeggen.

Projecteren we die gedachte even op het Amsterdamse armoedegeld. Wethouder Arjan Vliegenthart sloeg de spijker op de kop: ‘Als ouders kiezen voor godsdienstles, omdat zij dit belangrijk vinden voor de ontwikkeling van hun kind, dan is het niet aan de staat om zich hierin te mengen.’ Dat lijkt me de scheiding van kerk en staat ten voeten uit.

Maar de Amsterdamse raad denkt daar anders over. Die vindt het prima als honderden euro’s gemeenschapsgeld worden gebruikt voor een voetbaltenue, een mountainbike, een keyboard of een bioscoopkaartje voor Harry Potter. Maar als een beetje van dat geld gaat naar lessen in de kerk of moskee dan is dat niet minder dan een ‘alarmerende kwestie’.

‘Met frisse tegenzin’ gaat Arjan Vliegenthart nu verbieden dat er gemeenschapsgeld naar godsdienstlessen gaat. Ik zou dit moment toch nog wel even willen markeren. Dit verbod is een moderne poging om met staatsmiddelen te bepalen welke overtuigingen we wenselijk vinden en welke niet. Allemaal met de beste verlichte bedoelingen, vast. Maar dit soort laïcisme is geen scheiding van kerk en staat, eerder een kleine terugval in intolerantie.

Wouter Beekers is historicus en directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie

Labels: