Het dagboek van Rouvoet over VN Kindertop

200712_Rouvoet_VNvrijdag 14 december 2007 11:59

A World Fit for Children. Onder die titel spraken de Verenigde Naties vijf jaar geleden af te doen wat in ons vermogen ligt om kinderen op deze wereld een beter leven en een betere toekomst te geven. Elk kind heeft recht op gezonde voeding, goede gezondheidszorg, onderwijs en veilig drinkwater. Deze week, op 11 en 12 december, komen de Verenigde Naties opnieuw bij elkaar om te bespreken hoe ver we zijn en wat er nog moet gebeuren. Als nieuwe minister voor Jeugd en Gezin zal ik Nederland daar vertegenwoordigen. In het Reformatorisch Dagblad hield André Rouvoet een dagboek bij.

maandag 10 december 2007 11:15
Morgenochtend spreek ik de algemene vergadering van de VN toe tijdens de opening van de kindertop. ’s Middags open ik een van de twee deelsessies waar het recht op onderwijs -ook in conflictgebieden- onderwerp van gesprek is. Verder ontmoet ik directeur Ann Veneman van Unicef, diverse collega’s en onze jeugdvertegenwoordigers bij de kindertop: Sandra van Beest en Wouter Thiebou. Wouter is ook actief in de jongerenorganisatie Perspectief van de ChristenUnie.Ik beschouw het als een voorrecht om als minister voor Jeugd en Gezin een bijdrage te leveren aan internationale inspanningen gericht op verbetering van kinderlevens wereldwijd.

Terug naar de kindertop. Wat is er bereikt? Er zijn successen geboekt; elk jaar sterven er minder kinderen, er gaan meer kinderen naar school dan ooit, ook meisjes krijgen steeds vaker die kans, er zijn meer medicijnen beschikbaar gekomen voor kinderen met hiv/aids. Meer wetten beschermen kinderen tegen geweld, misbruik en exploitatie.

Maar uit wat ik lees en hoor tijdens mijn voorbereiding, concludeer ik ook dat we er nog lang niet zijn. Armoede bedreigt nog altijd tientallen miljoenen kinderen in hun ontwikkeling, 36 miljoen kinderen in conflictgebieden kunnen niet naar school en veel kinderen zijn nog altijd slachtoffer van geweld en misbruik. Er valt nog veel werk te verzetten om de vicieuze cirkel van armoede en achterstand voor tientallen miljoenen kinderen te doorbreken.

Namens de Nederlandse regering zal ik morgen aankondigen dat wij ons de komende jaren extra zullen inzetten om geweld tegen kinderen te bestrijden. Door politieke inspanningen, gecombineerd met investeringen in onderwijs, armoedebestrijding en campagnes, wil Nederland kinderarbeid uitbannen. Omdat meisjes extra kwetsbaar zijn -zij gaan minder naar school dan jongens, lopen risico jong te worden uitgehuwelijkt of verkocht- zal Nederland in 2009 samen met de VN een internationale conferentie organiseren, zodat de meisjes in deze wereld dezelfde kans op een goede toekomst hebben als jongens.

woensdag 12 december 2007 12:07
„Een tentdak, voedsel en sanitaire voorzieningen zijn natuurlijk belangrijk, maar een schooltje is het allerbelangrijkste.” Dat zei de 13-jarige Dhawabi Golicha uit Ethiopië, die woont in een Keniaans vluchtelingenkamp, tijdens de indrukwekkendste speech die ik gisteren bij de Verenigde Naties hoorde. Het meisje sprak over de noden van haar leeftijdsgenootjes in het kamp, waar ze over een aantal dagen zal terugkeren. Maar ook over haar ambitie; advocaat worden om de rechten van kinderen te verdedigen.

Haar persoon en verhaal symboliseren voor mij de kindertop van de Verenigde Naties; alle kinderen uit alle delen van de wereld hebben dromen en moeten de kans krijgen hun dromen waar te maken. Maar de realiteit is anders. Veel kinderen kunnen niet naar school, moeten werken, zijn niet veilig, hebben onvoldoende te eten, geen schoon drinkwater en geen sanitaire voorzieningen.

Vertegenwoordigers van ruim 140 lidstaten en tal van internationale organisaties zijn deze dagen bijeen om de situatie van kinderen te verbeteren.Sabine van Beest en Wouter Thiebou, de twee jongerenvertegenwoordigers van Nederland, spreek ik dinsdagochtend tijdens het ontbijt. Zij hebben de afgelopen dagen deelgenomen aan het kinderforum, waar 93 kinderen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar uit tal van landen over hun wensen hebben gediscussieerd.

Sabine vertelt hoe een reis naar India, waar ze sprak met meisjes van 10 jaar die al enkele jaren op een katoenplantage werkten en nooit naar school waren geweest, haar inspireerde om zich in te zetten voor de gelijke behandeling van meisjes en jongens.
Ik vertel haar dat ik een uur later tijdens de algemene vergadering zal aankondigen dat Nederland in 2009 samen met de VN een internationale conferentie zal organiseren om geweld tegen kinderen, met name meisjes, te bestrijden. Haar ogen stralen. Ze zegt: „Dit is het mooiste resultaat van mijn inspanningen het afgelopen jaar.”

Na het ontbijt snellen we naar het VN-gebouw. Het vriest licht. Damp stijgt op uit de putten op straat. Samen met de permanente

vertegenwoordiger bij de VN, Frank Majoor, neem ik plaats in de vrijwel volle plenaire zaal van de Verenigde Naties. Vanwege mijn vicepremierschap ben ik snel aan de beurt. Een bode neemt me mee naar een ruimte achter het spreekgestoelte en dan is het zover. Na mijn speech klinkt luid applaus: ons initiatief voor een internationale conferentie wordt zeer gewaardeerd.

Daarna spreek ik plaatsvervangend directeur Purnima Mane van het United Nations Population Fund. Het is een openhartig gesprek over het opvoeden van kinderen, de rol van vaders en gezinsplanning. Purnima Mane is van mening dat abortus niet bedoeld is voor gezinsplanning.

Na een bliksembezoek aan Ground Zero nemen we een kijkje bij een variant van een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en spreken we de counselor jeugdzaken van New York. We eindigen de dag met een bezoek aan een crisisopvangcentrum voor kinderen in New York die na mishandeling onmiddellijk uit huis worden gehaald. Dat zijn er maar liefst 700 per maand.

vrijdag 14 december 2007 11:56
Met de reis van New York naar Washington verleggen we woensdag de focus van jeugd naar gezin, het tweede werkterrein van mijn programmaministerie. Eerst heb ik in het VN-gebouw nog een gesprek met directeur Ann Veneman van Unicef en ontmoet ik mijn collega uit Slovenië, de volgende voorzitter van de Europese Unie. Ik bied aan betrokken te willen zijn bij de conferentie over het Europa van de kinderen die Slovenië eind maart organiseert.

Vanuit de trein van de Big Apple naar de bedaarde regeringsstad zien we de buitenwijken van Philadelphia, Baltimore en Washington. Vrolijk word ik er niet van. Verlaten wijken met dichtgetimmerde huizen, caravanparken waar zichtbaar permanent wordt gewoond, tegenover ruim opgezette villawijken met standaard twee SUV’s voor de deur. Amerika: een land van haves en havenots.In ons hotel wacht een aangenaam diner met twee oude bekenden. Gert Jan Segers studeert, na een jarenlang verblijf in Egypte, een jaar in de VS en treedt in juni aan als directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Paul Marshall heb ik voor het eerst ontmoet tijdens een congres in Zuid-Afrika in 1996. We hebben een boeiend gesprek over godsdienstvrijheid en de islam.

Na een vroeg werkontbijt bezoeken we donderdag het Urban Institute om te horen welke programma’s de VS richten op gezinnen en welke daarvan werken. Armoede blijkt een cruciale rol te spelen. De inspanningen van de federale overheid richten zich vooral op de onderkant van de samenleving. Jonge moeders zonder baan worden aan werk geholpen en de vaders worden via vaderschapscursussen betrokken bij de kinderen die zij hebben verwekt.

Dan ontmoet ik Daniël C. Schneider, de hoogste ambtenaar voor jeugd en gezin van de regering-Bush. Er volgt een interessante discussie over het Healthy Marriageprogramma dat de regering sinds twee jaar financiert. Direct na de geboorte -„the magic moment”, volgens Schneider- worden vader en moeder, die vaak niet getrouwd zijn, gewezen op de voordelen van het huwelijk en op de mogelijkheden van begeleiding daarbij.

Als uitsmijter volgt een werklunch met een aantal denkers en wetenschappers over wat een gezinsvriendelijk beleid inhoudt. Een overheid die zorgt voor „time and money” is een van de uitkomsten: ouders moeten een inkomen kunnen verwerven en voldoende tijd hebben om hun kinderen op te voeden. „Voorzieningen dicht in de buurt, voor iedereen toegankelijk”, is een andere. „Werkgevers die meedenken met ouders”, krijg ik ook mee. Mij wordt op het hart gedrukt zuinig te zijn op onze „paraplu van sociale voorzieningen”, inclusief de preventie. We zouden nog uren kunnen doorgaan, maar het vliegtuig en de ministerraad wachten.

Labels
In de media

« Terug

Nieuwsarchief > 2007 > december

Geen berichten gevonden