De grootste groep migranten komt naar Nederland vanwege werk. Het gaat hier niet alleen om arbeid in sectoren als de logistiek of agrarische sector, maar ook om kennismigranten voor de Zuidas of Brainport Eindhoven. De ChristenUnie staat voor een ‘economie van genoeg’ waar welvaart hand in hand gaat met welzijn en de kwaliteit van leven.

Lasten worden niet afgewenteld op de samenleving, terwijl de lusten alleen bij bedrijven liggen. Bedrijven kunnen floreren mits dit gepaard gaat met de bloei van werknemers. Dit is nu vaak nog niet het geval. Er moet een einde komen aan schrijnende leefomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals inhoudingen op het loon of dakloosheid bij verlies van baan.

Wat is arbeidsmigratie? 

Wie naar Nederland komt om hier te werken, tijdelijk of langdurig, uit EU-landen of van daarbuiten, valt onder arbeidsmigratie. Dat omvat zowel lagerbetaalde seizoensarbeid als hoogopgeleide kennismigranten. Voor de ChristenUnie staan een eerlijke beloning, fatsoenlijke huisvesting en wederkerigheid centraal.

We willen dat uitbuiting en slechte huisvesting hard worden aangepakt. Dat betekent: stevig toezicht, effectieve boetes en het doorbreken van schijnconstructies, zoals door‑detacheren, zodat arbeidsmigranten niet langer klem komen te zitten tussen werkgever en uitzender.

Het toezicht op de naleving van wetgeving (zoals de Wet goed verhuurderschap of de Arbowetgeving) wordt aangescherpt. Sommige sectoren bestaan in Nederland dankzij het grote aanbod van goedkope arbeidskrachten van andere EU-lidstaten of daarbuiten. In die sectoren is Nederland verslaafd aan goedkope arbeidsmigranten. Dit is niet houdbaar.

We kiezen voor een economie van genoeg: minder afhankelijk van goedkope arbeid, meer investeren in innovatie en scholing. Arbeidsmigratie waar het moet, maar niet als verdienmodel ten koste van mensen en leefbaarheid.

De groei van laagbetaalde arbeid en het aanbod van arbeidsmigranten remt innovatie en robotisering en legt een te grote druk op voorzieningen die schaars zijn. Om meer grip te krijgen op arbeidsmigratie moet er allereerst een einde komen aan de slechte arbeidsvoorwaarden. Daarnaast zijn er aparte Schengen-afspraken en een arbeidsmigratiepact in de Europese Unie nodig.

Het Europees arbeidsmigratiepact maakt afspraken over omvang en duur van arbeid, het gebruik van sociale voorzieningen, het voorkomen van WW‑export en over zorgvuldige terugkeer. Daarmee krijgt Nederland grip op arbeidsmigratie én beschermen we werknemersrechten in de hele EU.

Binnen de Europese Unie pleiten we voor de invoering van tewerkstellingsvergunningen, in eerste instantie voor bepaalde sectoren zoals de bouw of uitzendsector. In Europees verband zetten we ons in om belastingvoordelen voor expats gezamenlijk af te schaffen. Werkgevers dragen bij aan integratie door te investeren in taallessen.

Tewerkstellingsvergunningen per risicosector (zoals bouw en uitzendsector) helpen misstanden en oneerlijke concurrentie terug te dringen. Tegelijkertijd stimuleren ze werkgevers om werk te verbeteren en te automatiseren waar dat kan.

Een goed leven is een leven in verbondenheid en dat begint in het gezin. Gezinnen horen bij elkaar en moeten herenigd worden, wanneer duidelijk is dat een status wordt verleend of als arbeidsmigranten zich hier langjarig vestigen. Uitgangspunt is het kerngezin, met voldoende oog voor schrijnende gevallen, zoals pleegkinderen of meerderjarige kinderen met een zorgvraag. Gezinshereniging komt niet zonder plichten. De herenigde gezinsleden moeten zich inpassen in de Nederlandse samenleving en Nederland mag hier eisen aan stellen. Dit geldt voor zowel vluchtelingen en arbeidsmigranten als expats.

Snelle en zorgvuldige hereniging na statustoekenning voorkomt onnodige scheiding en ondersteunt stabiele gezinnen. Daarbij blijft het uitgangspunt het kerngezin, met oog voor schrijnende situaties.

Statushouders en arbeidsmigranten zijn onderdeel van de samenleving. Voor succesvolle integratie is beheersing van de Nederlandse taal en het onderschrijven van de participatieverklaring essentieel. Integratie vraagt van mensen dat ze niet alleen fysiek, maar ook mentaal verhuizen. Niet alleen onze taal leren, maar ook onze waarden leren kennen en respecteren. Taal- en inburgeringstrajecten worden gecombineerd met een betaalde baan of vrijwilligerswerk en kunnen zo snel mogelijk starten na aankomst in Nederland (bijvoorbeeld via de Meedoenbalies op COA locaties). Dit zorgt voor een nuttige daginvulling, versnelt de integratie en zorgt voor binding met de lokale gemeenschap.

Wie hier wil wonen en werken, leert onze taal en onderschrijft de participatieverklaring. Daarom combineren we taallessen en inburgering nadrukkelijk met (vrijwilligers)werk, en starten trajecten zo snel mogelijk na aankomst, zodat mensen direct mee kunnen doen in de lokale gemeenschap.

Iedereen die mee wil doen, hoort erbij. De stelling laat zich echter ook omkeren: wie erbij wil horen, moet meedoen. Wie de keuze maakt om in Nederland te wonen en te blijven, wie burger wil zijn van dit land, draagt zijn of haar steentje bij om aan dit land te bouwen. De overheid schept hiervoor de juiste randvoorwaarden: door gemakkelijke en begeleide toetreding tot de arbeidsmarkt, onderwijs of taallessen). Zo kunnen nieuwkomers actief bijdragen aan de samenleving waarvan zij deel worden. Dit is ook in het voordeel van de migrant: participatie is de voornaamste manier van integratie.

De overheid helpt dit mogelijk te maken met toegankelijke trajecten en begeleiding richting werk of opleiding; werkgevers dragen bij door werktijd en middelen vrij te maken voor taalonderwijs.

Arbeidsmigranten zijn nu niet verplicht Nederlands te leren en in te burgeren. In Europees verband gaan we hier het gesprek over aan en aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal. Het gevaar dreigt dat EU-arbeidsmigranten in een parallel circuit blijven leven, met kans op herhaling van de migratiegolven uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Via werkgevers en gemeenten zetten we in op taalonderwijs voor deze groep vanuit de overtuiging dat een goede taalbeheersing noodzakelijk is voor een succesvolle integratie.

Voor niet‑EU‑arbeidsmigranten koppelen we de verblijfsvergunning aan integratievoorwaarden, zoals het leren van Nederlands. Tegelijk gaan we in EU‑verband het gesprek aan over taal en inburgering, zodat ook EU‑arbeidsmigranten niet in een parallel circuit terechtkomen.
Via werkgevers en gemeenten maken we taalonderwijs laagdrempelig en betaalbaar, omdat taalbeheersing de sleutel is tot volwaardige deelname en gelijke kansen op de werkvloer.

Pieter Grinwis, Mirjam Bikker, Don Ceder

Opstaan voor een overheid die verbindt

Omdat wij geloven in een regering die opstaat voor het goede. Die niet gaat voor wat makkelijk of populair is, maar voor wat juist is. Gedreven door ons geloof, bouwen we aan wat standhoudt.

Wat jij kan doen

Sta op
en doneer

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Nu doneren

Sta op en
word lid

Dankzij zo’n 24.000 ChristenUnie-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, impact maken in de politiek. En jij kan bijdragen hieraan.

Ik wil lid worden

Sta op en
werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.

Word vrijwilliger