Armoede
Meer dan 600.000 mensen in Nederland leven in langdurige armoede. Een derde van de mensen in armoede werkt, maar verdient onvoldoende om uit de armoede te komen. Zij vormen de zogenaamde categorie ‘werkende armen’.
Onder hen zijn veel mensen die leven in verborgen armoede. Zij werken met een nulurencontract, als flexwerker of als zzp’er. Voor hen is, naast verbeteringen in het arbeidsrecht en een hoger loon, een goed functionerend armoedebeleid van belang. Het aantal kinderen dat in langdurige armoede opgroeit, moet stevig omlaag. Daarnaast is het bij de aanwezigheid van schulden belangrijk om snel naar een schuldenvrije situatie toe te werken.
-
Geen werkende armen meer. We leggen flexwerk aan banden en verhogen het wettelijk minimumloon om te voorkomen dat mensen die werken niet rond kunnen komen. De bijstand en de AOW stijgen met deze verhoging mee.
-
Goed functionerend armoedebeleid. Er zijn landelijke fondsen rondom armoede en daarnaast gemeentelijke voorzieningen. Deze moeten goed op elkaar aansluiten en breed bekend zijn, bijvoorbeeld door initiatieven als de Voorzieningenwijzer. Zo weten mensen hoe ze bijvoorbeeld hulp kunnen krijgen als een fiets of laptop nodig is voor school.
-
Verhoog de vermogensgrens bij kwijtscheldingen. Straf het aanleggen van een financiële buffer niet langer af. Nu worden mensen in de bijstand die het lukt om te sparen voor bijvoorbeeld een begrafenis of voor kinderen die op kamers gaan ‘gestraft’, omdat zij dan de kwijtschelding voor gemeentelijke en regionale belastingen verliezen. Trek daarom deze vermogensgrens gelijk met de grens in de Participatiewet.
-
Bewaak het bestaansminimum. De beslagvrije voet vormt het absolute bestaansminimum voor mensen. Deze moet worden gerespecteerd en mag dus niet worden aangetast
-
Geen huisuitzetting bij kinderen onder 12. Huisuitzettingen bij gezinnen met kinderen onder de 12 jaar worden verboden. Hetzelfde geldt voor afsluiting van water, gas, elektra en WiFi.
-
Help zelfstandige ondernemers. We helpen zelfstandigen hun onderneming voort te zetten door het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) aan te passen, zodat gemeenten ook ondernemers met een werkende partner kunnen helpen met een krediet. We willen de rente op Bbz-kredieten verlagen van 8% naar 3%. Dit zou ook het maximale rentepercentage moeten zijn dat gemeentelijke kredietbanken hanteren, daar worden soms woekerrentes tot wel 14% gehanteerd.
-
Geen kostendelersnorm. De leeftijd voor de kostendelersnorm gaat omhoog naar 27 jaar. Tevens passen we de wet zo aan dat eenieder die een naaste in acute (woning)nood onderdak biedt in de eigen woning, hier de mogelijkheid toe krijgt, zonder dat de kostendelersnorm van toepassing is (in verlengde van de pilot ‘Onder de pannen’).