Hoger onderwijs
Universiteiten en hogescholen in Nederland verzorgen onderwijs en onderzoek van hoge kwaliteit. Maar het stelsel is overspannen. Studenten en docenten ervaren toenemende studie- en werkdruk. Er moet meer rust komen in het systeem.
Met de verschuiving van variabele bekostiging op basis van aantallen studenten naar meer vaste bekostiging is een eerste stap gezet om te komen tot meer rust en een solide basis in de bekostiging. Er moet een gezondere balans komen tussen competitie en samenwerking. De ChristenUnie heeft het initiatief tot Coalitie-Y genomen om de ongezonde prestatiedruk en schulden weg te halen bij jongeren. Geen leenstelsel, maar rust en ruimte om talenten van jongeren te laten bloeien.
Onze standpunten over hoger onderwijs
-
Basisbeurs terug. De ChristenUnie wil dat het leenstelsel weer wordt vervangen door een basisbeurs. De investeringen in het hoger onderwijs die voortkwamen uit de introductie van het leenstelsel blijven overeind.
-
Extra middelen voor wetenschap en onderzoek. Investeringen in wetenschap en onderzoek houden ons land leefbaar, welvarend en concurrerend. De ChristenUnie wil de matchingsdruk en de lage honoreringspercentages in de tweede geldstroom verzachten, de onderzoekscomponent in de eerste geldstroom versterken en een impuls geven aan multidisciplinair, wereldwijd toonaangevend onderzoek, dat grote maatschappelijke impact beoogt. Voor multidisciplinair onderzoek zijn sterke disciplines belangrijk en alle disciplines nodig. Ook sociale en geesteswetenschappen zijn daarbij van groot belang.
-
Bekostiging koppelen aan onderzoek. De ChristenUnie wil minder massastudies en massacolleges en wil de financiering aantrekkelijker maken voor universitair onderwijs dat sterk is verweven met wetenschap. Onderwijs is geen bijzaak, maar een kerntaak. Er komt meer rust en voorspelbaarheid in de bekostiging: studentenaantallen worden minder belangrijk, de vaste voet groter en de variabele voet kleiner.
-
Minder nadruk op ‘rendement’. Onderwijs is geen bedrijf. Er moet meer ruimte voor ontplooiing en brede vorming zijn. De geesteswetenschappen en kleine talen worden beschermd, zeker als het de laatste opleiding betreft.
-
Minder uitval. Een warme overgang tussen het voortgezet onderwijs en hoger onderwijs door een studiekeuzecheck en startgesprekken met decaan of studiebegeleider. Daarbij is meer aandacht nodig voor het welzijn van studenten. Op alle instellingen moet laagdrempelige psychische hulpverlening beschikbaar zijn en het profileringsfonds wordt beter ingezet.
-
Sturen op aantal (internationale) studenten. Universiteiten moeten voldoende ruimte en passende instrumenten hebben om te sturen op het aantal (internationale) studenten.
-
Rem op stijging collegegeld. Het collegegeld voor de tweede studie krijgt weer een wettelijk maximum.
-
Betere verdeling middelen voor wetenschap en onderzoek. Een deel van de energie die nu gaat naar het aanvragen en beoordelen van onderzoek dient weer terug te gaan naar het onderzoek zelf. De matchingsdruk moet afnemen. Er wordt voldoende ruimte gegeven aan de financiering van vrij en ongebonden onderzoek in alle wetenschappelijke disciplines.
-
Aandacht voor kleine bèta- en techniekopleidingen. Door versterking van de onderzoeksinfrastructuur in het hoger onderwijs en uitbreiding van de capaciteit van exacte en technische studies komt er meer aandacht voor kleinere bètastudies.