De klimaat- en energietransitie zit in een taaie fase. Klimaatdoelen afspreken bleek nog vrij eenvoudig, klimaatdaden stellen en volhouden blijkt een stuk ingewikkelder. Dat heeft deels te maken met de ingewikkelde internationale context, maar ook met het feit dat Nederland zijn randvoorwaarden voor vergroening van de economie niet op orde heeft: het elektriciteitsnet zit overvol, de vergunningverlening zit op slot en er is een gebrek aan goed opgeleide vakmensen. Die randvoorwaarden moeten met voorrang op orde worden gebracht, anders komen burgers en bedrijven in de knel, omdat er geen reëel handelingsperspectief is

Klimaatdoelen in Nederland kort uitgelegd

De Nederlandse Klimaatwet legt klimaatdoelen vast voor 2030 en 2050. Deze klimaatdoelen helpen richting geven aan beleid, investeringen en uitvoering. Als ChristenUnie willen we dat klimaatdoelen niet alleen op papier staan, maar haalbaar en betaalbaar worden gemaakt voor burgers en bedrijven. Daarom koppelen we klimaatdoelen aan echte randvoorwaarden: netcapaciteit, vergunningen en vakmanschap.

Onze standpunten over het klimaat in één oogopslag

  • Eerlijk: de vervuiler betaalt en we voorkomen weglek. Dit is een kern van onze standpunten over het klimaat.
  • Haalbaar: infrastructuur, vakmensen en vergunningen eerst; onze standpunten over het klimaat draaien om doen wat werkt.
  • Draagvlak: lokaal eigendom en energiecoöperaties; we brengen de transitie dichtbij mensen.
  • Zekerheid: een robuuste energiemix (wind, zon, kernenergie, opslag) die bijdraagt aan klimaatdoelen en leveringszekerheid.

Wij zien het Akkoord van Parijs en de Europese doelstellingen die daarop zijn gebaseerd als een goede basis. Deze internationale afspraken vormen de kern van de klimaatdoelen in Nederland. Dat geldt ook voor de Nederlandse Klimaatwet waarin is vastgelegd dat we in 2030 55% CO2-reductie moeten hebben behaald ten opzichte van 1990. De ChristenUnie richt zich op een hogere reductie in 2030, zodat tegenvallers er niet direct toe leiden dat we het minimale doel niet halen. Vermindering van uitstoot in eigen land mag niet leiden tot hogere uitstoot elders. Daarom wordt bij klimaatbeleid zoveel mogelijk ingezet op een Europees gelijk speelveld, met zo min mogelijk weglek. We normeren verstandig, maken gerichte afspraken met (top)sectoren en subsidiëren innovatie, zoals via schoon- en emissieloos bouwen. In het Klimaatfonds trekken we extra geld uit voor energie-infrastructuur, zoals elektriciteits- en wartmenetten, isolatie van huizen en verduurzaming van de industrie, zodat Nederland een sterke en schone industriële sector behoudt.

Het fundament van onze toekomstige energievoorziening bestaat uit een mix van wind en zonne-energie. Deze energiemix is een belangrijk onderdeel voor het behalen van onze klimaatdoelen in Nederland. We faseren de gas- en kolencentrales uit, en vullen het energiesysteem aan met twee nieuwe grote kerncentrales. Daarnaast onderzoeken we de inzet van kleine modulaire kerncentrales (SMR’s) van Europese producenten als alternatief voor of aanvulling op grote kerncentrales. Wind op zee vormt de basis. Daarbij passen we het voorzorgsbeginsel toe, zodat negatieve effecten op ecologie en visserij(gemeenschappen) worden geminimaliseerd. Via slimme contracten worden risico’s tussen markt en overheid gespreid.

De ChristenUnie is voorstander van windturbines op land, met ten minste twee keer de tiphoogte als afstand tot de bebouwde kom. Hierbij zijn er een aantal uitzonderingen, zoals industrie- en bedrijventerreinen en in het buitengebied. Daarnaast zetten we in op minimaal 50% lokaal eigenaarschap.

In het toekomstig energiesysteem is het van belang dat de vraag zoveel mogelijk meebeweegt met het aanbod, maar hier zitten in de praktijk grenzen aan. Batterij-opslag is noodzakelijk voor het moment dat de wind niet waait en de zon niet schijnt. Ook moeten gascentrales die nu voor flexibiliteit zorgen in het aanbod, worden omgebouwd naar CO2-vrije centrales op waterstof of een andere regelbare brandstof. Dit vraagt om actieve interventie van de overheid om duurzaam vermogen te waarborgen. Bijvoorbeeld in de vorm van het opzetten van een capaciteitsmarkt. Deze keuzes zijn onmisbaar om de klimaatdoelen in Nederland te verwezenlijken.

Biomassa zetten we gericht in op hoogwaardige toepassingen, zoals via bijmenging in de luchtvaartsector en groen gas in het aardgasnetwerk. Er komt op den duur een einde aan het verbranden van biomassa. We stimuleren de ontwikkeling van aardwarmte als duurzaam en lokaal alternatief voor aardgas, om huizen, gebouwen en kassen mee te verwarmen. Onder strikte voorwaarden blijft het voor de middellange termijn mogelijk om in de Noordzee (niet onder de Waddenzee) gas te winnen.

Het Nationaal Isolatieprogramma wordt voortgezet en uitgebreid, richting een gerichte wijk-voor-wijkaanpak samen met woningcorporaties. Bij isoleren wordt gezond ventileren de norm. Slecht geïsoleerde huizen pakken we met voorrang aan, straat voor straat, zonder ingewikkelde procedures of subsidieaanvragen, met verplichte sturing op energielabels. Juist deze focus op de slechtste woningen sluit direct aan bij de klimaatdoelen in Nederland. Per wijk wordt bepaald wat de beste manier is om van het aardgas af te komen: met individuele opties zoals een (hybride) warmtepomp of via een collectieve voorziening zoals een warmtenet. Waar een warmtenet maatschappelijk optimaal is, moet dit ook voor de bewoner financieel de aantrekkelijkste optie zijn. Nieuwbouw is altijd gasloos, voorziet in ecologische oplossingen en is klimaatbestendig. De geschrapte normering voor hybride warmtepompen voeren we weer in per 2029.

Om grote uitstoters te verduurzamen, steunen we het Europese plan om versneld de uitstootrechten voor broeikasgassen in het emissiehandelssysteem in 2040 naar nul af te bouwen. We blijven werk maken van maatwerkafspraken met grote, strategische bedrijven en sectoren. Bedrijven die een plan hebben om volledig te verduurzamen, krijgen steun. De nationale CO2-heffing blijft als instrument bestaan, maar zetten we voor bedrijven waar de overheid in gebreke blijft op nul. Het doel van de heffing is niet om geld op te halen. Mochten er opbrengsten zijn, dan komen die ten goede aan de industrie om de overstap van fossiele naar duurzame productiemethoden te realiseren. We maken in Europees verband werk van het normeren van de vraag, zodat er ook Europese markten zijn voor de duurzaam (en circulair) geproduceerde producten. We stimuleren waterstofinnovatie, om duurzaam opgewekte energie ook te kunnen gebruiken. Naast eigen productie en opslag in Nederland richten we ons op de import van groene waterstof uit landen waar meer ruimte is voor duurzame energieopwekking.

Waar mogelijk willen we toe naar een lokaal vormgegeven energiesysteem van volledig hernieuwbare energie inclusief mogelijkheden voor batterij-opslag. Energiecoöperaties brengen de energietransitie dichter bij de burger. We investeren in de ondersteuning van deze energiecoöperaties. We willen dat lokale participatie in duurzame energieprojecten wordt gestimuleerd, waarbij ten minste 50% lokaal eigenaarschap het uitgangspunt is. Dit vergroot het draagvlak en versnelt de voortgang richting de klimaatdoelen in Nederland. Zo kunnen bijvoorbeeld omwonenden ook profiteren van duurzame opwekking. Er komt gerichte inkomensondersteuning voor huishoudens met energiearmoede (bijvoorbeeld via een noodfonds).

Duurzame producten die voldoen aan milieu- en productiestandaarden zijn doorgaans duurder dan vervuilende alternatieven of producten waarbij arbeiders worden uitgebuit. We willen dat die kosten worden meegerekend, zodat de werkelijke prijs (‘true price’) van producten wordt betaald. Dat stimuleert bedrijven om duurzame en eerlijk geproduceerde producten aan te bieden. Bovendien sturen we zo met een simpele maatregel, in plaats van met een web aan rapportageregels en afspraken. Zo draagt ‘true pricing’ rechtstreeks bij aan het behalen van de klimaatdoelen in Nederland. Deze vorm van beprijzing vindt idealiter plaats op Europees niveau, om weglekeffecten te voorkomen.

We zien aanvullende Europese regelgeving voor verduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemen niet als bedreiging, maar als een kans. Het is zaak om dergelijke regelingen pro-actief en verstandig te implementeren, om niet de boot te missen, en te voorkomen dat het bedrijfsleven wordt overladen met onnodige regeldruk en onduidelijkheid. De opbrengsten van beprijzingsmechanismen als ETS-2 komen ten goede aan de vergroening van de economie en financiële compensatie van bedrijven en burgers. Nationale heffingen bovenop Europese maatregelen zijn niet altijd effectief, omdat vervuiling in sommige gevallen niet minder wordt, maar simpelweg verplaatst. Dergelijke effecten moeten worden meegewogen bij beleidsvorming.

Circulaire bedrijven hebben het zwaar terwijl de circulaire economie de toekomst is. Een versnelling van de circulaire economie is onmisbaar om de klimaatdoelen in Nederland te bereiken. Circulaire producten zijn duurder dan wegwerpproducten en de vraag blijft achter. Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen. We stimuleren de circulaire capaciteit van de industrie, bijvoorbeeld met ketenafspraken. Ketenafspraken met onvoldoende resultaat, zoals statiegeld op blikjes, worden dwingender opgelegd. Producenten worden waar mogelijk verantwoordelijk voor identificeerbare stromen, zoals luiers of plastics. Bij dit alles is van belang dat een eerlijk speelveld ontstaat en dat geen onnodig zware administratieve verplichtingen worden opgetuigd. Bestaande, soms prille hergebruikketens worden indien nodig financieel ondersteund. Met verplichte bronscheiding of nasortering en een verbrandingsverbod op recyclebare materialen, blijven deze langer beschikbaar voor de economie. Er komt een heffing op het gebruik van nieuw plastic (virgin plastic), zodat hergebruik van plastic lonend wordt.

Waarom benadrukken jullie klimaatdoelen in Nederland zo vaak?
Omdat klimaatdoelen in Nederland richting geven en uitvoering vragen: zonder netcapaciteit, vergunningen en vakmensen blijven klimaatdoelen hangen in plannen.

Wat zijn jullie belangrijkste standpunten over het klimaat?
Onze belangrijkste standpunten over het klimaat zijn: eerlijk beprijzen, versnellen van infrastructuur, lokale participatie (min. 50% eigenaarschap) en een zekere energiemix met wind, zon en kernenergie, alles gericht op het halen van klimaatdoelen.

Hoe zorgen jullie dat klimaatdoelen niet ten koste gaan van gezinnen?
We koppelen klimaatdoelen aan voorspelbare ondersteuning: wijkgerichte isolatie zonder ingewikkelde aanvragen, en betaalbare keuzes per wijk (warmtenet of (hybride) warmtepomp). Dat past bij onze standpunten over het klimaat.

Pieter Grinwis, Mirjam Bikker, Don Ceder

Opstaan voor een overheid die verbindt

Omdat wij geloven in een regering die opstaat voor het goede. Die niet gaat voor wat makkelijk of populair is, maar voor wat juist is. Gedreven door ons geloof, bouwen we aan wat standhoudt.

Wat jij kan doen

Sta op
en doneer

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Nu doneren

Sta op en
word lid

Dankzij zo’n 24.000 ChristenUnie-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, impact maken in de politiek. En jij kan bijdragen hieraan.

Ik wil lid worden

Sta op en
werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.

Word vrijwilliger