Klimaat
Aanpassen aan klimaatverandering
Naast het aanpakken van klimaatverandering moeten we ons ook aanpassen aan klimaatverandering en weersextremen. De kans op extreme neerslag en langdurige droogte neemt toe, dat hebben we de afgelopen jaren aan den lijve ondervonden. Beken en vennen vallen droog, de drinkwatervoorziening staat onder druk, bomen sterven af en gewassen verdorren op het land. De ChristenUnie wil inzetten op ‘vasthouden, bergen en afvoeren’. Vasthouden staat niet voor niets vooraan. Om regenwater vast te houden, zijn ingrijpende maatregelen nodig in het watersysteem. Bijkomende factoren zijn de stijging van de gemiddelde temperatuur, de stijging van de zeespiegel en de daling van de bodem. Het gevolg is dat we vaker weersextremen krijgen, en daardoor wateroverlast, droogte en hittestress. Daarom is het essentieel dat we in de Nederlandse ruimtelijke ontwikkeling toekomstbestendig denken, bouwen en handelen en het waterbeheer verbeteren. De ChristenUnie blijft daarom met het Deltafonds investeren in het Deltaprogramma ten behoeve van waterveiligheid, klimaatadaptatie en zoetwatervoorziening, op de korte en lange termijn.
- Natuurlijke klimaatbuffers. We investeren in onderzoek naar het gebruik van natuurlijke klimaatbuffers, zoals het minder diep en meanderend maken van beken, zodat water niet direct wordt afgevoerd, maar in de bodem kan zakken.
- Herinrichten watersysteem voor genoeg water. Het watersysteem Oost- en Zuid- Nederland (hoge zandgronden) wordt opnieuw ingericht en klimaatbestendig gemaakt door het water in de winter vast te houden. Door drinkwaterwinningen te verplaatsen naar locaties met een wateroverschot in plaats van een watertekort, gaan we slim met water om.
- Schoon drink- en oppervlaktewater. Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water moet uiterlijk in 2027 in heel Europa de kwaliteit van het water op orde zijn, zowel chemisch als ecologisch. We houden vast aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water en houden hier rekening mee in het beleid voor mest, gewasbescherming en geneesmiddelen. Alleen op die manier blijft ons drink- en oppervlaktewater schoon. Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. De voortgang van de maatregelen in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer zoals geformuleerd door LTO, waterschappen en provincies, wordt nauwlettend gemonitord. Bij onvoldoende resultaat komt er landelijke wetgeving.
- Aanpak schadelijke stoffen. PFAS-verbindingen en andere zeer zorgwekkende stoffen worden bij de bron aangepakt om te voorkomen dat deze langdurig problemen veroorzaken in ons watersysteem. Er moet een Europees verbod komen op deze schadelijke stoffen.
- Vitale infrastructuur toekomstbestendig maken. De vitale infrastructuur van energie- en ICT-netwerken, wegen, bruggen en sluizen, is kwetsbaar voor klimaatverandering. Uitval kan tot maatschappelijke ontwrichting leiden. Met extra inzet en middelen wordt de vitale infrastructuur toekomstbestendig gemaakt.
- Toekomstbestendig bouwen. De ruimtelijke kaders, (bouw-)regelgeving en het watertoetsproces worden versterkt, zodat woningen klimaatbestendig en waterrobuust worden gebouwd op de, vanuit water en bodem gezien, juiste locaties. Decentrale overheden worden door de Rijksoverheid ondersteund om de al bestaande mogelijkheden om toekomstbestendig te bouwen beter te gebruiken.
- Betere aanpak verzilting. We onderzoeken en stimuleren de mogelijkheden voor de ontwikkeling van landbouw op nattere en verzilte gebieden.
Klimaatneutraal en circulair Nederland
De gevolgen van klimaatverandering beginnen ook in Nederland merkbaar te worden. De zomers worden droger, strenge winters worden steeds zeldzamer. Klimaatverandering is een wereldwijd vraagstuk dat een internationale aanpak vraagt. De ChristenUnie wil daarom dat Nederland zich in Europees en internationaal verband inzet voor goede, bindende afspraken om klimaatverandering tegen te gaan. In eigen land zetten we ons in voor een voortvarende uitvoering van het Klimaatakkoord (2019). Iedere Nederlander kan daaraan bijdragen: isoleer je huis, ga dichterbij op vakantie, eet meer lokaal en plantaardig voedsel, investeer in zonnepanelen, laat kapotte schoenen repareren en koop minder spullen. De Rijksoverheid blijft mensen stimuleren om gezamenlijk en ieder voor zich de verantwoordelijkheid te nemen voor stappen die iedereen kan zetten om klimaatverandering tegen te gaan. Daar hoort wel een eerlijk verhaal bij. Sommige stappen zullen geld kosten, maar niets doen is op de lange termijn kostbaarder. De ChristenUnie wil zorgdragen voor goede ondersteuning in wat mensen zelf kunnen doen en zorgen voor een evenwichtige lastenverdeling, zodat we de overstap naar klimaatneutraal leven echt met z’n allen kunnen maken. Het verantwoord omgaan met grondstoffen is voor de ChristenUnie een belangrijk onderdeel van de oplossing van het klimaatprobleem en heeft daarnaast ook intrinsieke waarde. We strevennaar een circulaire economie met zo weinig mogelijk afval, omdat we alleen dan het gebruik van natuurlijke grondstoffen kunnen blijven volhouden. Investeringen in de transitie naar een klimaatneutraal en circulair land dragen bij aan een groen herstel van de Nederlands economie en maakt Nederland klaar voor de toekomst.
Een klimaatneutrale toekomst
Wij zien de internationale afspraken van het Akkoord van Parijs, de Europese doelstellingen die daarop zijn gebaseerd en de nationale afspraken van het Klimaatakkoord als een solide basis om klimaatverandering tegen te gaan. De afspraken in deze akkoorden moeten voortvarend worden uitgevoerd. We willen de Nederlandse economie structureel en duurzaam versterken. Waar dat mogelijk en effectief is, vormt het beprijzen van CO2 een belangrijke oplossing, bij voorkeur in internationaal verband en waar nodig met een stevige nationale minimumprijs. Maar niet alles kan met prijsprikkels en marktwerking worden bereikt. Het behalen van de klimaatdoelen vraagt actieve sturing door de overheid.
- Nationale isolatiebrigades. Er komen nationale isolatiebrigades die mensen praktisch bijstaan om huizen waar mogelijk snel, effectief en op maat te isoleren, en ook helpen om de subsidiemogelijkheden optimaal te benutten. Op deze manier maken we een grote sprong op het gebied van energiebesparing. Dit onderdeel is ten onrechte het ondergeschoven kindje van het Klimaatakkoord. Doel is de isolatie van 2 miljoen woningen in 2030.
- Investeringsagenda gericht op het klimaat. De klimaattransitie vraagt grote investeringen in de kerninfrastructuur in Nederland. Door gerichte investeringen zoals duurzame warmteoplossingen, CO2- opslaginfrastructuur en een schaalsprong van het openbaar vervoer, kunnen we de doelstellingen van het Akkoord van Parijs waarmaken. In een tijd waarin de overheid voor weinig geld kan lenen, zijn grote investeringen in de infrastructuur gerechtvaardigd. Deze investeringen ondersteunen de economie, versterken onze exportpositie rond duurzame technologie en maken Nederland klaar voor de toekomst. > Zie ook het kader over deze investeringsagenda in paragraaf 3.1
- Klimaatneutraal in 2050. We steunen het voorstel van de Europese Commissie voor 55% reductie van broeikasgasemissies in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. Deze doelstellingen moeten snel worden omgezet in een aangescherpt emissiehandelssysteem en een scherper bronbeleid. De klimaatproblematiek kan alleen internationaal worden opgelost. Dit vraagt duidelijke doestellingen in lijn met het Akkoord van Parijs, en een geloofwaardige uitvoering, ook in ons land.
- Europese Green Deal. We steunen de doelstelling en oplossingsrichting van de Europese Green Deal, waarmee de Europese Commissie toewerkt naar een klimaatneutrale Europese Unie in 2050. We zijn voor aanscherping van het Europese CO2-emissiehandelssysteem als leidend instrument voor grote uitstoters van broeikasgassen en voor uitbreiding van dit systeem naar de scheepvaart en naar alle luchtvaart binnen Europa.
- Duidelijke doelen voor energiebesparing per sector. Hoe minder energie we gebruiken, hoe makkelijker de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Besparing is bovendien het meest kostenefficiënt voor iedereen. Toch lijken besparingsdoelen soms ondergeschikt te zijn aan CO2-reductie doelstellingen, alsof het niet uitmaakt hoeveel energie je gebruikt als de energie maar duurzaam is. Dit is een misvatting. We versterken de inzet op besparende maatregelen in alle sectoren van de economie door duidelijke besparingsdoelenper sector neer te zetten. We verstevigen de handhaving van de energiebesparingsplicht onder de Wet milieubeheer en ondersteunen de industrie om het grote aanwezige besparingspotentieel te verzilveren.
- CO2-heffing voor de industrie. Er komt een CO2-heffing voor de industrie. Die heffing geldt tot het moment dat de door de Europese Commissie voorgestelde doelstelling van 55% reductie van broeikasgasemissies door de Europese lidstaten is omarmd en verwerkt in het CO2-emissiehandelssysteem. Er komt een lage vlakke heffing voor alle emissies, daarboven geldt een vrijstelling voor een emissieniveau in lijn met wat nodig is om het Akkoord van Parijs te halen. De opbrengsten van de heffing worden ingezet voor innovatieve verduurzaming van de industrie.
- Opslag van industriële CO2-emissies. De opslag van CO2 is een tijdelijke transitiemaatregel op weg naar een emissievrije economie, maar waarschijnlijk wel nodig om de doelstellingen op tijd te halen. CO2-afvang bij de industrie kan worden gefaciliteerd door hiervoor een beperkte infrastructuur aan te leggen, gericht op de basisindustrie waar CO2-emissies in het primaire proces vrijkomen. Doorgaan met subsidies voor duurzame energie. De stimuleringsregeling duurzame energie en CO2- reductie (SDE++) wordt ook na 2025 als breed instrument voor CO2-reductie ingezet. CO2-beprijzing maakt de noodzaak voor exploitatiesubsidies kleiner, maar vooralsnog niet overbodig. Projecten die vertraagd van start gaan, bijvoorbeeld door de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet, houden recht op de volledige subsidieperiode. Onbenut budget blijft beschikbaar.
- Hoogwaardig gebruik van biomassa. Bij het gebruik van biomassa moeten beschikbaarheid, optimaal en efficiënt gebruik (cascadering) en daadwerkelijke klimaatwinst leidend zijn. Daarbij wordt rekening gehouden met effecten op bijvoorbeeld biodiversiteit en voedselvoorziening. De inzet van biomassa is gericht op de meest hoogwaardige toepassing. Voor wat betreft energietoepassingen wordt voorrang gegeven aan sectoren waarvoor geen of minder alternatieven beschikbaar zijn, zoals de luchtvaart. Het direct verbranden van biomassa, anders dan reststromen, is geen hoogwaardig gebruik van biomassa en wordt daarom niet meer gestimuleerd en op den duur verboden.
- Permanente campagne rond Klimaatakkoord. Er komt een permanente nationale campagne rondom het Klimaatakkoord, gericht op de noodzaak tot handelen en op de kansen voor een betere toekomst en leefomgeving. Mensen worden meegenomen in het eerlijke verhaal dat over klimaat verteld moet worden, en ondersteund bij de concrete maatregelen die ze zelf kunnen nemen. De permanente campagne wordt geleid door een nieuw nationaal platform. Daarbij worden ook diverse lokale energienetwerken en coöperaties ingezet, omdat die het best in staat zijn de boodschap dicht bij mensen te brengen.